Afscheid,
Afscheid is een zwaar woord. Je hoort het vaak bij begrafenissen/crematies/emigraties, afscheid valt altijd zwaar. Dus een licht afscheid bestaat niet. Afscheid is ook zoiets definitiefs.
Op deze laatste dag op Terschelling neem ik dan ook geen afscheid. Maar zo voelt het wel. Afscheid is wanneer je nog meerdere dingen te doen had. Dat heb ik hier niet.
Ik heb hier genoten van de dagen. In goed en in slecht weer. Ik heb een hoop gezien, heel, heel, heel veel kilometers gefietst en heb me geen dag verveeld. Maar het is genoeg. Ik wil naar huis, naar Frank en Lisa, ik wil genieten van de rust die er is als mijn buurvrouw weg is. Lekker onder mijn eigen douche, met mijn eigen tv en mijn eigen internet.
Maar ik zal het eiland missen. De steegjes in West, de terrasjes in Midsland en de duinen in Oosterend. De verrassingen die verscholen liggen tussen de duinen, inclusief de lijken van konijnen en vogels. De natuur die hier nooit ver weg is en die ze hier, relatief, hun gang laten gaan.
We zijn terug gefietst naar West Terschelling onder aan de waddendijk. Het vasteland in de verte links. En de Brandaris die steeds dichterbij komt. Trap na trap, meter naar meter. Tot je uitzicht krijgt op West Terschelling. De Brandaris trots opsteken tussen de klassieke huisjes, de haven, de veerboot.
Ik keek ernaar en zag op de duinen achter het dorp een huisje. Eenzaam en alleen in de hoogte. Het lag prachtig afgezonderd van een afstand.
Ik ga weg, maar neem geen afscheid, want ik wil terug om dat huisje te zien. En weer de wonderen ervaren die dit oer-Hollandse eiland mij heeft laten zien.