Een heks in Peperkoekland
Er was eens een land. Een klein land. Peperkoekland.
Peperkoekland had het uiterlijk van een wat oudere volkswijk. Nauwe straat maar de mensen gingen er hartelijk met elkaar om. Er waren parkeerproblemen, maar niemand stoorde zich daar echt aan. Als ze hun auto niet kwijt konden in peperkoekland parkeerden ze die een eindje verderop.
Maar in Peperkoekland was één huis waar het minder florissant was. Hier woonde namelijk een heks, en deze heks zette regelmatig het land op zijn kop. Meerdere malen slikte deze heks van haar eigen brouwsels waarna er grote problemen ontstonden. Zelfs de kinderen van de heks moesten het ontgelden.
De mensen van Peperkoekland klaagden vaak steen en been, maar ze moesten soms wel lachen om de heks wanneer die, onder invloed van een mislukt brouwsel, streken uithaalde. Toch werd het te gortig voor de bevolking en de inwoners besloten om de baas van Peperkoekland aan te schrijven. Als er iemand de problemen kon oplossen was die het wel.
Maar hoewel ze schreven en ze antwoord kregen veranderde er niets. Niet alleen de inwoners van Peperkoekland hadden het moeilijk, ook het politiekorps had af en toe zijn handen vol aan de heks. De bewoners probeerden van alles, ze schreven nog een keer de baas aan, en nog een keer, ze schreven de baas van de baas aan, ze schreven het politiekorps aan. De tanende postdienst van Peperkoekland had het er maar druk mee om alle brieven te bezorgen. Maar het hielp niets, de politie wees naar de baas, de baas wees naar zijn baas en die weer naar de opperbaas en het wetboek. Want een heks, hoe slecht ook, kon je er niet zomaar uit zetten.
De heks leefde intussen verder. Om aan haar brouwsels te komen sliep ze met een keur aan mannen en wanneer ze niet aan het heksen was of met mannen aan het slapen ging ze het land in om bij willekeurige deuren aan te kloppen en de bewoners de stuipen op het lijf te jagen. De inwoners bleven intussen doen wat de baas hen had gezegd; ze stuurden hem brieven van alles wat er gebeurde. Elke scheet, elke tik, elke streek van de heks werd breed uitgemeten en desnoods opgeklopt. Bij elke brief hoopten de inwoners van Peperkoekland dat het de laatste zou zijn, ooit moest het toch over zijn?
De kinderen van de heks werden in elk geval in veiligheid gebracht. Zelfs de opperbaas kon niet langer ontkennen dat dit geen gezonde situatie was voor kinderen. Maar hoewel de kinderen waren gered bleven de inwoners ontevreden. Nu moest die heks nog weg!
Die heks ging ook weg, en kwam weer terug. Ze had nu bij een tovenaar brouwsels gedronken en wanneer ze thuis kwam was het voor de directe buren niet te harden. Meer dan eens moest het politiekorps uitrukken omdat de heks ruzie had met een tovenaar of gewoon met zichzelf.
De inwoners werden nu steeds gekker van de heks en haar tovenaars. Maar het einde was in zicht; eindelijk had de baas van Peperkoekland ingezien dat dit echt niet verder kon en dat ze de heks moesten verbannen. Maar daarvoor moesten ze wel hun bazen weer overtuigen. Het politiekorps (die vanwege de problemen met de heks al drie overvallen op de Pepernootbank had gemist) steunde de inwoners en de baas in dit initiatief.
De heks rook al onraad en begon met het leeghalen van haar toverhok, ze zou ook nog naar Zweinstein gaan om haar toverkunsten onder controle te houden. De inwoners van Peperkoekland kregen intussen steeds andere informatie te horen. De ene keer zou ze wel gaan, de andere keer niet, dan weer wel maar...
Eén ding was in elk geval zeker, als ze zou gaan zou het een feest worden in Peperkoekland.
Nou... de heks ging naar Zweinstein, en ze ontsnapte diezelfde dag nog toen ze doorkreeg dat ze niet van haar eigen brouwsels mocht drinken. De inwoners van Peperkoekland hebben er ook weer een nieuw probleem bij want de baas van Peperkoekland heeft alle brieven die ze ooit verstuurd hebben aan de moordlustige draak van de heks gegeven. En ze wisten dat hij en de heks zonnen op wraak.
Met angst en beven kropen ze weer in de pen en schreven de baas, de baas van de baas en het politiekorps. Want eens moest het toch de laatste keer zijn?