Tegenstellingen
Veel boeken lees ik niet, niet dat ik een aversie heb tegen boeken, maar zodra ik er een open sla vind ik het al zonde van mijn tijd. Waarom lezen als ik ook zelf kan schrijven? Waarom observeren als je kan creëren! Sneller dan mij lief is sla ik dus het verhaal dicht en lees het in korte stukjes met lange tussenpozen, of ik ploeg er doorheen op een snelheid waar een boer jaloers op is om uiteindelijk wel de essentie van het verhaal te begrijpen maar de details te missen.
Er is echter één boek waar ik elk jaar minstens eenmaal de tijd voor neem en waar ik in forse stukken en weinig tijd doorheen kom. En elke keer sla ik het boek bedachtzaam dicht terugdenkend aan de prachtige avonturen maar ook de enorme kosten en gruwelijkheden van het mensenras. Dit boek is van K. Norel; Varen en Vechten. Ik weet dat Engelandvaarders hoger aangeschreven staat maar ik wil de reliekachtige schijn van Varen en Vechten niet doorbreken door aan dat boek te beginnen.
Varen en Vechten gaat over Nederlandse marinemensen bij de Koninklijke Marine en civiele vaart in oorlogstijd, uiteraard, de tweede wereldoorlog. De verschillende stukken behandelen de levens van verschillende mensen die losgescheurd zijn van familie, vrienden en vaderland en elk met hun eigen gedachten en gevoelens, en soms tegen wil en dank, de strijd aangaan tegen de vijand(en) op zee. Hoe een vrachtschip wordt veranderd in een slagschip met kanonnen en het moet opnemen tegen de onzichtbare en beklemmende vijand die loert van onder water of vanuit de lucht en de bemanning, burger of militair, blij mag zijn wanneer ze weer een haven in lopen.
Hoe de bezetter brieven stuurt en dreigt de familie thuis te straffen omdat hij heult met de geallieerden en ze het op moeten nemen tegen de elementen en elkaar. Vijf jaar van huis, vijf jaar in angst voor wat je aan zal treffen, vijf jaar in dienst onder een vreemde vlag die toch je eigen is. Onvoorstelbaar in deze tijd waar oorlog een letterlijke ver-van-mijn-bed-show is en we enkel te maken krijgen met de gevolgen van de strijd daar (vluchtelingen).
Dit verhaal heeft mijn fascinatie met de Bismarck geschapen. De angst en paniek die er heerste op de verschillende zeegaande vloten, en opperbevel, toen dit slagschip de Hood tot zinken wist te brengen maakt dat ik altijd onder de indruk ben (ironisch genoeg is mijn gamernaam doorgaans Bismarcus) of de meest tot de verbeelding sprekende zeeslag waaraan Nederland in de recente geschiedenis heeft meegedaan; de slag om de Javazee. Die hebben we wel verloren, maar het was een gewaagde onderneming.
De reden dat ik het boek nu weer heb opgepakt is omdat ik begonnen ben aan (weer) een nieuwe game, nu nemen slagschepen het tegen elkaar op, van ijskoude fjorden tot tropische wateren commandeer ik mijn slagschip en richt mijn kanonnen op de vijand. Mijn strijd duurt vijf minuten, die van hen vijf jaar. Ik verlies enkel wanneer ik tot zinken wordt gebracht, zij gingen dood. En wanneer ik iemand weet te verslaan bezorg ik die persoon hoogstens een ongemakkelijke minuut, zij brachten soms met één torpedo honderden mensen ter dood.
Gelukkig speel ik maar een spelletje, maar ik vraag mij af of de vele (tien? Honderd?)duizenden die meededen aan die strijd het wel leuk zouden vinden.
P.S. mijn gamernaam in World of Warships is Coloane. In een spel met slagschepen kan je wel verwachten dat Bismarcus al bezet zou zijn.