Het zal geen geheim zijn dat ik graag in de Efteling kom. Het park is voor mij de belichaming van Nederland. Een sprookjesland met achtbanen en spookhuizen. Wie nog nooit Fata Morgana, de Droomvlucht, Villa Volta en het spookslot heeft bezocht mag zich, in mijn ogen geen echte Nederlander noemen. Sterker, wie het muziekje van de Carnaval Festival niet heeft doorstaan mag niet eens een Nederlander zijn!
Maar mijn leukste attractie is niet één van bovenstaande. Het is niet eens een achtbaan, of een sprookje. Het is een attractie waar de meeste mensen schouderophalend langsheen lopen op weg naar de uitgang of op weg naar het Sint Nicolaasplein. Ik heb het over het Diorama. In mijn ogen is het een typefout want er moet eigenlijk “Dionrama” staan, maar goed, je kan niet alles hebben.
Het Diorama is dan ook één van de saaiste attracties. Het is een soort kijkdoos, een miniatuurwereld. Maar met veel oog voor detail. Er zijn dorpjes, steden, weiden en bossen en daartussendoor stromen riviertjes, rijden treintjes en zelfs auto’s. Elke keer als ik in de Efteling ben ga ik er even kijken om weg te zwijmelen bij deze in de tijd bevroren wereld. Erger is het als ik iemand mee heb die er ook in geïnteresseerd is.
Nadat we het feit dat we zelf niet zoiets in elkaar kunnen zetten, omdat we het geld, geduld en ruimte er niet voor hebben, betreurd hebben beginnen we aan een analyse. Deze analyse bestaat vooral uit de grotemensenwereld die deze miniatuurwereld vreemd is. De economische levensvatbaarheid van de wereld bijvoorbeeld.
Er is een stad met maar liefst vijf windmolens! Vijf! Wat moet een stad met vijf windmolens?
Nadat we de omgeving hebben afgezocht kunnen we enkel concluderen dat de windmolens er staan voor het gerooide bos. Het zijn dus houtzagerijen. We konden namelijk nergens graanvelden of iets dergelijks ontdekken.
Het mooiste is dat de bewoners van de miniwereld hier niet mee lijken te zitten. Vijf molens? Tja, het zal wel. De ultieme vredigheid van het geheel vertedert mij telkens weer. En overal zoeven de treintjes tussendoor. Een eeuwige kermis neemt een ommuurd stadje in beslag en een schaapsherder staat zijn kudde te mennen.
Een boot peddelt houterig zijn weg door een ondiep meertje naast een Romaanse stad, een koets dendert over een krakkemikkige brug. Even waan ik mij klein in deze wereld, gevangen achter glas. Een wereld waar het altijd zomer is.
Zelfs het laatste paneel blijft mooi, hoewel het hier donker is en onweert. Tussen de ruïnes staat het karkas van een uitgebrande molen, maar achter de ruiten van de bewoonde huizen brand licht. Deze vredige wereld, zo saai, zo onbemind. Ik vind ‘m prachtig. En zelfs als er te veel molens staan, of het is economisch niet levensvatbaar. Wie kan dat wat schelen?
Het is jammer dat ik het in de steek moet laten, een wereld vol wonderen wacht buiten nog op me, maar ik kom hier nog wel een keer terug. Want deze wereld blijft zoals hij is. Bevroren. Voor eeuwig.
rechten foto naar www.vijfzintuigen.nl