Ik staar voor me uit, even weet ik niets. Geen onderwerp om te schrijven voor de zaterdag, een goed stukje is (naar mijn bescheiden mening) geschreven in een kwartier. En meestal neem ik daar ook die tijd voor. Een kwartiertje op het werk, tussen alle werkzaamheden door. Maar ik ben door mijn onderwerpen heen. Al drie keer heb ik een stukje geschreven voor deze week. Drie keer! Dat is drie keer een kwartier, dat zijn bijna zes pagina’s!
Mijn eerste stukje ging over de buurvrouw. Wat voor een last ik van haar had en dat ik haar hoorde. Dat is een redelijk normaal stukje en dat laat ik misschien nog wel eens lezen. Maar terwijl ik dacht dat ik er al was, en eigenlijk gezapig aan mijn week begon, haalde de actualiteit mij in.
Mijn tweede stukje ging dan ook over Brussel. De stad van Manneken Pis, van bier en de facto de hoofdstad van Europa. Maar omdat ik dat stukje niet goed genoeg vond heb ik een tweede geschreven over Brussel. Niet veel beter, maar goed. Ik ben zelf maar een paar keer in Brussel geweest, een van mijn meest memorabele reizen was die van school. De werkweek waar we een speurtocht door de stad hielden en uiteindelijk bij het paleis van justitie uitkwamen. Vanaf daar hadden we een prachtig uitzicht over de gigantische stad en glinsterde het Atomium ons toe. Toen ik op die heuvel stond begreep ik waarom Europa dit tot hoofdstad had uitgeroepen. Zo’n grootsheid in een landje kleiner dan het onze. Maar die stad is nu vervuild en “Brussel” is synoniem geworden met “Parijs” woorden en namen met een lading. Brussel is niet meer gewoon Brussel, zoals Parijs niet meer gewoon Parijs is. Er is een periode vóór en een periode ná Parijs. Net als dat er nu een periode vóór Brussel is en een periode na.
Enfin, ik dacht dat het weer kat in het bakkie was, stukje af en wachten op de zaterdag. Tot mijn collega Michel op mij af stapte en zei; ‘Cruijff is dood.’
‘Dood?’ Vroeg ik nog dom. Maar dood heeft maar één betekenis. Ik voelde me even verloren, na alle ellende Cruijff ook nog dood. Johan Cruijff was niet meer. Net als met “Brussel” wilde ik al het nieuws absorberen. Alles weten wat er over hem gezegd en geschreven werd.
En ik heb helemaal niets met voetbal.
Net als iedere Nederlander ken ik Cruijff en als iemand van mijn generatie vooral van de legendarische uitspraak; “ieder nadeel heb zijn voordeel!” Een uitspraak die, overigens, inwisselbaar is met zichzelf. En hoewel ik niets met voetbal heb strijden de gedachten om hem toch om voorrang met de slachtoffers van Brussel. Welke vind ik nou erger?
Dan zullen sommige mensen zeggen dat er in Istanboel, Jemen, Afghanistan, Irak en vele andere plaatsen ook aanslagen zijn geweest, en ook dat vind ik erg. Op zo’n moment lijkt de realiteit en de waanzin van de wereld over me heen te vallen. Alles lijkt even te veel, en mijn eigen problemen lijken haast relatief door de vele ellende van de afgelopen week. Wat maken mijn problemen uit naast de doden door een aanslag of de dood van een van de bekendste Nederlanders of het oppakken van een moordenaar?
Nou…
“Brussel”, “Cruijff”, “de buurvrouw”… de lading achter deze woorden staan allen garant voor een algemene rotweek.