Als kind vond ik de 4 mei herdenking altijd spannend. 2 minuten stil zijn is voor elk kind al een hele taak, en ik nam die dan ook heel serieus. Ik vroeg me dan ook meerdere malen af hoe ze het voor elkaar kregen om iedereen stil te laten zijn. Dat ging zelfs zo ver dat ik serieus suggereerde dat de monden van mijn slapende broertjes moesten worden afgeplakt om te voorkomen dat ze zouden snurken.
Ik neem de minuut stilte nog steeds serieus. Vlag halfstok en tv ingeschakeld op de nationale herdenking op de dam. Ik heb het wel eens geprobeert met RTL op de Waaldorpervlakte, maar dat geeft toch niet dezelfde vibe. Plus een absolutist als ik laat geen kans onbenut om de koning en koningin te zien. En natuurlijk dat, mocht er een aanslag plaatsvinden, die eerder op de Dam gebeurt dan op de vlakte. En dan zit je er wel met je neus op.
De reden waarom ik stil ben? Dat is een complex iets. In elk geval voor onze bevrijders. Als je daarvoor niet stil kan zijn dan voor niemand niet. Hoe ze hun leven hebben gewaagd, en meer dan eens hebben gegeven. Hoe zij zich geroepen voelden om zich over de grote zee te wagen en ons te bevrijden van de Duitse juk. Het meest wonderlijke vind ik nog wel dat ze ons echt bevrijdden. “Finders keepers” zou ik eigenlijk zeggen. Dan waren we dus een buitenprovincie van de VS of het Verenigd Koninkrijk geworden.
Het tweede is natuurlijk voor de grootste misdaad die de mensheid ooit heeft aanschouwd. De Jodenvervolging is ook iets wat herdacht moet worden. En nooit mag worden vergeten. We kunnen het ons niet voorstellen dat de Nazi’s een machine hadden. Een industrie die enkel diende tot het leveren van de dood. Een industrie die mensen uit alle lagen van de bevolking aanzoog en vermorzelde. Mannen, vrouwen, kinderen. Het is bijna abstract te noemen als je naar een foto kijkt van een SS soldaat die een geweer tegen het achterhoofd van een man zet. De man houdt zijn hoofd gebogen en kijkt in de kuil. De kuil die zijn laatste rustplaats zal worden en al gevuld is met lijken. Misschien wel van bekenden, of van zijn vrouw en kinderen. Je kan je bijna niet geloven dat mensen tot dat in staat zijn. Maar het is wel gebeurd, en dat zou je bijna vergeten.
En ik ben ook stil voor de burgerslachtoffers. Mensen die tussen de strijdende partijen in kwamen en niet weg konden komen. Die per-ongeluk of moedwillig werden omgebracht tijdens de gevechten. Zinloze gevechten. Die werden vermoord enkel omdat een mannetje met een snor idiote dromen had over een machtig wereldrijk en zich niet wilde beperken tot het bordspel Risk.
Aan die lange lijst van miljoenen doden mogen natuurlijk ook de anderen niet ontbreken. Want het is ook herdenken voor zij die na de tweede wereldoorlog zijn omgekomen. De Koerdische strijders tegen de Islamitische Staat staan ook op mijn lijstje. Net als onze bevrijders van tig jaren geleden proberen zij met vereende krachten een puur kwaad, een moordmachine uit te schakelen. Met gevaar voor eigen leven, met de moed der wanhoop.
En de lijst van andere, recente en minder recente slachtoffers is lang. De Koreaanse oorlog, de Vietnamoorlog. Doden bij de vele oorlogen en burgeroorlogen in Afrika, in het verre en midden oosten…
Die gedachten schieten door mijn hoofd als de Last Post heeft geklonken en ik naast de bank sta. Kijkend naar de camerabeelden van de Dam (en stiekem hopend op een sensationele gebeurtenis zoals de “damscheeuwer” van een paar jaar geleden)
Ik kan mij niet voorstellen dat je voor een van de miljoenen mensen waar omgekomen niet twee minuten stil wilt zijn. Want daarvoor hebben we die twee minuten ingeruimd. Het is niet veel, het is misschien zelfs veel te weinig. Maar het zijn twee minuten waarbij je alle doden bij elkaar kan optellen en kan betitelen als “onnodig” want elke dode was onnodig en altijd de fout van menselijk handelen. Van iemand met de kolder in de kop.
Twee minuten voor de zinloosheid.
Twee minuten stil...