Hoe omschrijf je het gevoel?
Onthand, dat is het eerste wat in mij opkomt. Een beetje in de steek gelaten misschien. Je hebt ineens nieuwe grenzen die er eerst niet waren. Je moet wennen aan de nieuwe situatie en dat geeft toch wel een beetje onzekerheid en ook de angst dat het niet meer wordt zoals het eerst was. Dingen die eerst vanzelfsprekend waren verdwijnen ineens achter een muur van onkunde en gebrek aan mogelijkheden.
Dat is ongeveer de omschrijving die ik kan geven over het verlies van mijn auto. Mijn niet zo trouwe Audi. Een maand nadat ik mijn rijbewijs haalde had ik een auto en ik heb eigenlijk nooit echt zonder auto gezeten. Het is dan dus wennen wanneer je auto (die je nog maar even hebt) het opgeeft en je de moeilijke keuze moet maken om er een eind aan te maken. Ik had doorheen de tijd die ik in mijn Audi reed al voldoende mankementen opgemerkt dat ik het niet economisch rendabel vond om hem (of haar) te laten repareren.
Dat doet toch wat met je. Ik heb een keer in een documentaire de zin gehoord: “de auto is het perfecte gevoel van vrijheid. De mogelijkheid om in te stappen, te gaan naar waar je wil en daar weer uit te stappen is het gevoel van vrijheid, van avontuur en het vinden van jezelf.” of zoiets. Soms, wanneer ik in de auto zat, moest ik daaraan denken. Een auto is duur, in alle opzichten, maar het schenkt je wel vrijheid die je op geen andere manier kan krijgen. Je bepaalt je handelingen zelf. Je bepaalt zelf wanneer je vertrekt en wanneer je terugkomt, en hoe. Openbaar vervoer doet dat niet voor je want die brengen je van een plek waar je niet bent naar een plek waar je niet moet zijn. Of je letterlijke eindbestemming is een busstation/hokje, in dat geval veel succes. Maar zelfs dan kan je alleen vertrekken op momenten dat het hen uitkomt! Ik ben dus een stuk van mijn vrijheid kwijt.
Nu heb ik natuurlijk vervangend vervoer maar een brommertje weegt niet op tegen het comfort en de veiligheid van een duizend kilo zwaar bakbeest. Mijn hoogste snelheid is drieëndertig kilometer per uur terwijl mijn Audi en de Peugeot daarvoor gemakkelijk de honderdvijftig haalden.
Toch is het niet allemaal kommer en kwel: vooral de afgelopen week was heerlijk. De zon aan de hemel, klaar met werken en dan in de warmte voort te gieren. De lucht onder je oksels laten stromen en de geur van buiten te proeven. Het water van de rivier, bracht koelte en proefde weer nattig in vergelijking met de uiterwaarden die koel en groen waren. Een rit over de dijk is een welkome afleiding. Het trage rivierverkeer dat voorbij komt…
Dat is natuurlijk lekkerder dan de stress van de file. Het aansluiten, het optrekken en afzakken, het dringen en het opeisen van voorrang. Goed, de auto had een hoop voordelen. Maar ook hier zitten voordelen aan. Vooral met dit weer. De reistijd van werk naar huis en naar werk is maar een paar minuten langer dan met de auto. En met de auto was het nog maar afwachten of er file zou staan, iets waar ik nu geen last van heb.
In de ochtend ploeg ik mijzelf een weg langs rijen scholieren, sommige wakker, sommige slapend. Sommige nemen met slechts vier man de hele dijkweg in beslag en gaan morrend opzij wanneer ik eraan kom. Ook dat is wel interessant. het doet mij terugdenken aan de voorbije tijd uit mijn jeugd dat ik ook in “konvooidienst” voorttrapte in de ochtend. Nauwelijks wakker en niet uitkijkend naar de schooldag die komen ging. Jeetje wat begin ik een ouwe lul te worden als ik het zo opschrijf.
In elk geval; het is heerlijk om deze nieuwe ervaring mee te maken, maar ik kan niet wachten tot ik weer in een stalen bakbeest plaats kan nemen en weer aan kan sluiten in de file. Vooral nu het lekkere weer afneemt en het najaar met rasse schreden nadert.