Ik krijg het koud. Het zweet staat in mijn handen en bij mijn haargrens begint zich ook al een beetje vocht te vormen. Ik ril van angst en voel mijn ademhaling versnellen. Duidelijke tekenen van paniek. Ik maan mezelf tot kalmte. Als ik nu nog op een fiets of in een auto reed dan zou het inderdaad ernstig zijn. Op de fiets doe ik er te lang over en met een auto ben ik te zwaar (zonder auto ook trouwens, maar dat is een ander verhaal). Nog even en ik durf niet meer… maar ik moet!
Inderdaad ik moet elke dag over de Merwedebrug. De blikvanger van de regio, de toegangspoort van het land van Altena en Brabant, of juist de springplank naar de randstad. Ik ken de brug al mijn hele leven. De twee witte bogen, de hangende lantaarnpalen aan die bogen, hoe er ongebruikte stukken asfalt naast liggen omdat het ooit op en afritten waren. De brug over de Merwede, de Merwedebrug. Als klein kind keek ik de film “Een Brug te Ver”, je weet wel, die met Sean Connery, en vond het een onzinfilm. Waarom zou je gaan vechten voor een brug met maar één boog! Die is toch veel kleiner?
Nee, dan de “Gorinchemse” brug. Die heeft twee bogen! Dát is pas iets om voor te vechten! Ik heb mijzelf dus ook jarenlang afgevraagd waarom ervoor is gekozen om de “Gorinchemse” brug niet te bestormen en ontdoen van de Duitsers. Mijn wildste theorie was dat de brug bij Arnhem en de Gorinchemse brug één en dezelfde brug waren, maar dat ze deze later hadden verbouwd. Ik wist namelijk dat de brug van de film het niet had overleefd en dacht dat ze bij de herbouw voor de veiligheid twee bogen hadden gemaakt.
De brug is 55 jaar oud en ik probeer mij soms voor te stellen hoe het voor de mensen was. Het landelijke gebied wordt ineens geconfronteerd met een mastodont van beton en staal. De mensen die hier toen woonden moeten er met open mond naar gekeken hebben, er was geen enkel vergelijkbaar bouwwerk. Behalve de toevallige kerktoren was er weinig dat boven de bomen uitstak, en dan ineens ligt er een monster van bijna een kilometer lengte over de rivier die als onneembaar werd geacht. Moest je eerst nog met een bootje naar de overkant vanaf Sleeuwijk, nu kon je veilig en hoog boven het water met je autootje naar Zuid-Holland zonder dat je om hoefde te rijden. Ik vraag mij af of de dominees in die tijd blij waren met de brug. Zouden ze haar verkettert hebben in hun preken?
Als ze daartoe hebben opgeroepen dan is het in elk geval 55 jaar later goed gekomen voor hen. Ineens was er nieuws over scheurtjes, daarna dat er geen zwaar verkeer meer over de brug mocht en als toppunt (en niet veel later) zijn vrachtwagens verbannen en worden ze actief tegengehouden. Als ik de media moet geloven hangt de brug van houtje-touwtje aan elkaar en is het een kwestie van tijd voor die onder mij vandaan zakt!
Maar ik moet er overheen. Als zo’n negen jaar moet ik er overheen; mijn werk ligt nu eenmaal in Zuid-Holland en bellen dat ik bang ben voor de brug is uit den boze natuurlijk. Ik laveer daarom rond cameraploegen heen (serieus) die de brug vanuit alle hoeken filmen. Rep mijzelf langs auto’s van ingenieurs, ontwijk inspecteurs en na een bloedstollende rit over het fietspad kom ik heelhuids aan de andere kant.
En als ik eroverheen rij en goed oplet merk ik niet eens dat er iets aan de hand is. De brug lijkt nog even fier en onaantastbaar als toen ik dacht dat ze was verwoest en opnieuw opgebouwd. Geen schurend staal, geen brokkelend beton, geen wegdek dat onder mij vandaan valt. Maar alle drukte eromheen doet toch beseffen dat er wel degelijk iets aan de hand is, en dat ze er iets aan gaan doen.
Arme, ouwe brug. Ik hoop dat je snel weer beter bent.