‘Dion, dat is toch een bekende Nederlander!?’
‘Ik heb geen idee.’ Een beetje gegeneerd loop ik verder. Maar Hanneke is vastbesloten deze confrontatie met een BN’er niet door haar vingers te laten glippen. Ze rent bijna een rondje om de arme man heen om zijn gezicht te kunnen zien.
‘Ja!’ Gilt ze. ‘Ja, het is een bekende Nederlander! Wie is het dan? Dion, jij weet toch wel wie het is?’
‘Ik heb geen idee.’ Herhaal ik op een toon alsof ik het absoluut niet weet en het mij ook niet kan schelen. In werkelijkheid wil in de man, die natuurlijk ook een leuke dag wil hebben, bevrijden van de aantrekkingskracht die hij uitoefent op mijn schoonzusje.
Nederlanders zijn nuchtere mensen, maar wanneer ze worden geconfronteerd met een bekend iemand kunnen ze nogal gek gaan doen. Selfies zijn de nieuwste hype. Op mijn netvlies staat koning Willem-Alexander die terwijl hij uit een gebouw in Dordrecht loopt en door een jongetje wordt gevraagd of hij een selfie wilde maken. De koning weigerde, uiteraard.
Of mijn oma die giebelend een tankstation uit kwam gelopen en mij meedeelde dat Jan Slagter binnen stond. Informatie die mij in eerste instantie niets zei. En achteraf gezien ook op weinig enthousiasme kon rekenen vanuit mijn kant. Of de klacht van Thom dat één van de bewakers van Jan Smit op zijn tenen was gaan staan.
Ik kan mij geen aanvaringen met sterren herinneren. Misschien omdat ik er niet om geef. Slechts één keer heb ik een bekende Nederlander van een afstandje gezien. En niet zomaar eentje. Het was midden in de nacht dat ik wakker werd. Ik wist niet waarom, of waarvan. Maar ik voelde de aandrang de tv aan te zetten, die toen nog op mijn kamer stond. Het kabinet was gevallen.
De volgende ochtend had ik een afspraak met Jonathan. Ik had net mijn rijbewijs en we waren aan het bediscussiëren wat we zouden gaan doen toen ik opmerkte dat ik nog nooit het Binnenhof had gezien. Nauwelijks een maand mijn rijbewijs, zonder TomTom besloten we naar Den Haag te gaan. ‘Richting Utrecht en dan linksaf!’ was de koers die ik aanhield.
Het Binnenhof viel mij tegen. Een redelijk klein middeleeuws gebouw. Op tv ziet het er veel groter uit. Het was een zaterdag dus er was weinig activiteit en in een paar minuten hadden we het plein overgestoken en stonden we voor de ingang van het gebouw van de tweede kamer. Daar had zich al een menigte verzameld. We besloten te blijven wachten… waarop was ons niet duidelijk zoals en groep meisjes voor ons al duidelijk maakte.
Ineens stond Jan Peter Balkenende in de deuropening. Een klein mannetje met zijn kenmerkende bril. Op dat moment de meest machteloze man van Nederland. Het hele plein leek dat te voelen en hield zich af. Tot een klein jongetje naar voren stapte en een handtekening vroeg aan de machteloze man. Pas toen leek het plein te ontdooien. Balkenende wachtte echter niet af en verdween in zijn auto.
Ik herkende Balkenende in elk geval terwijl Hanneke nog altijd op zoek was naar de naam van haar vers-ontdekte BN-er. Pas toen we ruim uit de buurt waren zei ik zijn naam. Ron Boszhard.