Rene Froger zong er al over. Een eigen huis, een plek onder de zon. Nu heb ik geen eigen huis want dat huur ik. En ik heb ook niet iemand die altijd van mij houden kon. Maar ik heb wel een plekje onder de zon; mijn tuin.
Toen ik in Gorinchem woonde in een klein flatje had ik geen beschikking over een tuin. Enkel een klein en vaak duister balkonnetje met uitzicht over een ingebouwd grasveldje. Dit was natuurlijk alles behalve een plekje onder de zon. Eerder een plek waar de zon niet kwam. Het was vaak lawaaiig en het was te klein om uitgebreid op te zitten.
Het mag duidelijk zijn dat ik dolgraag een plekje onder de zon wilde. Ik wilde een tuin. Een tuin waarin ik lekker kon zitten wanneer de zon scheen, waar ik de was kon ophangen en in alle rust kon genieten. Dat wilde ik. Dus zodra de kans zich voordeed schreef ik mij in op een huis met een tuin. En die kreeg ik ook.
Ik kwam er helaas achter dat een tuin niet enkel vreugde en plezier brengt maar ook werk. Waar Nederlanders een voortdurende strijd voeren tegen het water heb ik mijn persoonlijke vendetta met onkruid in de voortuin. De betegelde achtertuin lijkt een fijne plek, maar tussen de stenen groeit er een constante stroom van mos en onkruid. Het is hard werken.
Gelukkig helpt de moderne techniek mij een handje in de vorm van onkruidverdelgers. Het mierennest onder mijn voortuin hou ik buiten met een biologisch middeltje. Maar ik moet waakzaam zijn. Want even verslappen betekent een invasie van ongewenst groen of erger een bezetting door mieren.
Toch lijk ik het nu onder controle te hebben. Na een paar weken geleden rondgespoten te hebben met onkruidmiddel is die strijd voorlopig in mijn voordeel beslist. En de linie met biologisch mierenmiddel houdt stand. Zelfs door een paar dingetjes te verplaatsen in de achtertuin is het een stuk opgeruimder dan eerst.
En er gloort nog meer hoop aan de horizon. Door het naderende vertrek van mijn buurvrouw lijkt het niet meer dan logisch dat de overhangende planten en de groeiende boom snel een einde zullen vinden (zelfs als ik er zelf een einde aan moet maken) waardoor mijn tuin binnenkort het lustoord kan zijn waarop ik hoopte.
Afgelopen weekeinde nam ik daarop alvast een voorschot. Mijn buuv was niet thuis, de zon scheen heerlijk en mijn ligbed lonkte. Het was dus shirt uit en de zon in. Mijn plek onder de zon eindelijk opgeëist. Geen krijsende buurvrouw, geen angst om in een storm van haar verzeild te raken. Enkel rust en in de zon bakken.
Ik was zo rustig dat ik uiteindelijk in slaap ben gevallen en rood als een kreeft wakker werd. Mijn plek onder de zon is vredig, maar heeft nog wel zonnebrandolie nodig.