Het is weer december, en dat betekent dat we in de aanloop naar de laatste dagen van het jaar de balans weer gaan opmaken. En de balans opmaken doen we door middel van lijstjes en verkiezingen. Als het niet in een lijstje is samengevat dan heeft het niet plaatsgevonden, en dan is er ook niet democratisch over gestemd en besloten.
De toplijsten vliegen je om de oren. We hebben de prijs voor de slechtste reclame, in de vorm van een loden leeuw. Daar heb ik zelf nog een mening over, maar dat later. Want deze week ging het over de verkiezing van het meest irritante woord van het jaar. Dat zijn over het algemeen woorden die nog niet zo lang in het taalpakket zitten of het afgelopen jaar aan een opmars zijn begonnen. Dit laatste meestal onder invloed van de media die een woord omarmd heeft om het makkelijker te maken.
Deze woorden kunnen een hit worden, zoals swaffelaar ooit was, maar ze kunnen ook een ergernis oproepen. Het woord voor dit jaar is dus “genderneutraal”. Een woord welke de media graag gebruikt en waar ook steeds meer bedrijven een beroep op doen. Met een overweldigende meerderheid van maar liefst 48 procent werd dit woord verkozen tot het irritantste woord van 2017.
Ik kan het wel begrijpen. Genderneutraal roept verschillende dingen op, een ervan is natuurlijk de ergernis dat dit een betrekking is van het Engelse “gender” en het Nederlandse “neutraal” in plaats van ongeslachtelijk roepen we genderneutraal. Niet mannelijk, niet vrouwelijk. Ten tweede is het ook de angst die het woord oproept. Vroeger was namelijk alles nog simpel onderverdeeld in mannelijk en vrouwelijk. Maar nu moet dat ineens anders, geen “dames en heren” maar: “beste mensen” dwars door de bestaande regels heen. De angst dat alles verandert is wat dit woord zo eng maakt.
Zelf ben ik daar niet zo van. Van mij mag genderneutraal overal, genderneutrale pashokjes, genderneutrale kleding; iedereen in dezelfde Soviet-overall en genderneutrale wc’s. Het lijkt mij geweldig om met mijn Kim-Jong-Klei de nogal onrustig plassende vrouw in het hokje verderop schrik aan te jagen!
Ik heb ook een stem uitgebracht, maar dat van mij was “shinen”. Dat is niet eens een Nederlands woord, het is Engels. En ik ben niet tegen de vermenging van de Nederlandse en Engelse taal, maar shinen bezorgt mij weer de kriebels. Het klinkt alsof je op vakantie bent geweest naar Tsjernobyl of Fukushima en al shinend terugkomt. Niet echt positief dus. Papadag is te veel ingeburgerd, het heeft eenzelfde lading als genderneutraal, maar is niet ergerlijk genoeg, in mijn ogen.
“Soort van” stond er ook tussen. Inderdaad is het een hinderlijke uitspraak en heeft voor mij dezelfde lading als het veelgebruikte: zeg maar. Maar ik vind het persoonlijk soort van zeg maar niet irritant genoeg om het te verkiezen. Maar de laatste is een vreemde eend in de bijt, niet alleen is het langer dan de voorgaande woorden. Het is een hele zin! “In je kracht staan”. Toen ik deze uitspraak op het lijstje zag staan moest ik even achter mijn oren krabben.
Ik had namelijk nooit gehoord van “in je kracht staan”. Ik begon te vrezen dat het verkeerd uit het Engels was vertaald. Zeg maar soort van een foutje. Ik koos deze dan ook niet omdat ik het niet kende. Later kwam ik daarop terug en besloot ik het te goegelen. En ik begon meteen soort van genderneutraal te shinen alsof het een papadag was. Na een hele rits zelfhulpboeken kwam ik goeroes en personal trainers tegen die dit blijkbaar te pas en te onpas gebruiken.
In je kracht staan bleek het nieuwe tjakka te wezen. Het eerste artikel was meteen getiteld: In je kracht staan: wat is het, en hoe kom je erin? Ik begon meteen te zoeken naar een mogelijkheid er weer uit te komen! Helaas had ik mijn stem al verspeeld aan shinen, anders had ik deze gekozen.
Gelukkig zijn deze woorden en zinnen slechts korte tijd in de taal terug te vinden. Er zijn woorden, die zijn blijven hangen en waar ik een grotere hekel aan heb. Zoals “kids”. En dan niet in de vorm van een reclame of uitroep. Maar daadwerkelijk als soort van vervanging voor kinderen, zeg maar. Vragen hoe het met de kids gaat. Au! Maar ook normale woorden kunnen mij al jeukend laten shinen. Relatief, en naar omstandigheden. Allebei betekenen ze hetzelfde, maar ze zeggen niets!
Als er op het nieuws komt dat er iets relatief goed gaat, dan heeft dat in mijn ogen geen boodschap! Als je van een wolkenkrabber af valt, door welke reden of omstandigheid dan ook, en je ligt driehonderd meter lager nog na te kreunen terwijl al je botten gebroken zijn gaat het in mijn ogen nog relatief goed met je. Naar omstandigheden zou het slechter kunnen gaan, je had dood kunnen wezen! Als iemand dan zou vragen hoe het met je gaat dan kan je zeggen: relatief goed. Maar het zegt niets over hoe het met je gaat!
Aan de boodschap dat het relatief koud is buiten heb je niets. Relatief in de zin van? In relatie tot binnen? Tot de normale temperatuur? Maar wat is die normale temperatuur dan? Of is koud in vergelijking met de zomer? Nogal wiedes, want het is winter!
Irritatie, heerlijk. De verkiezing voor slechtste slogan is alweer van start gegaan en ik kan niet wachten rest van de lijstjes aan het einde van het jaar!