De praatpaal verdwijnt. Het was de afgelopen week groot in het nieuws. Een aantal gaan er in de verkoop, een aantal gaan er naar een museum en weer een aantal worden gewoonweg vernietigd. Een icoon van de Nederlandse snelweg, meestal geplaatst naast een vangrail, waar een netgepast trapje overheen was gemaakt om het makkelijk te houden. De gele blikvanger die je toch zo gemakkelijk over het hoofd zag is dadelijk niet meer. Sommige mensen zijn zo verzot op dit stukje, bijna-historie dat ze deze zelfs proberen te stelen voor ze weg zijn.
Zelf heb ik, gelukkig, nooit gebruik hoeven maken van de praatpaal. Ik had een mobiele telefoon voor ik een auto had en zelfs daarmee heb ik nooit de wegenwacht hoeven bellen. (even afkloppen) Wel weet ik nog dat ik vroeger op mijn route naar school altijd langs een praatpaal reed. Hij stond verscholen in de bosjes naast de snelweg, waar ook het fietspad was. En het trok eigenlijk nooit mijn aandacht, tot een paar vriendjes waarmee ik opfietste besloten een geintje uit te halen. Ze wilden een ongeluk melden, met de praatpaal, en de telefoniste aan de andere kant van de lijn lekker gek maken.
Braverik als ik was ben ik snel doorgefietst. Elk moment verwachtte ik te worden aangehouden door een gele ANWB-auto die mij ervan zou beschuldigen deze misselijke daad te hebben uitgevoerd. Ik stelde mij voor hoe talloze echte ongelukken op de weg ongemerkt voorbij zouden gaan en een miljardenschade zouden veroorzaken omdat een paar knulletjes zo nodig een vals ongeluk moesten melden. En dat terwijl ik er niet eens daadwerkelijk bij was; ik was enkel bij de planning geweest. Toch zag ik mij diezelfde nacht nog doorbrengen op het politiebureau en de volgende weekeinden schoffelen onder leiding van bureau HALT.
Gelukkig is er niets gebeurt. Ik kwam gewoon thuis, en ik hoorde het verslag de volgende dag. Nadat de jongens de melding hadden gedaan zijn ze ook snel doorgereden, en ze vonden het erg stoer van zichzelf. Maar de praatpaal is niet het enige wat gaat verdwijnen. Van de week is ook het doodvonnis over de sigarettenautomaat uitgesproken.
Ik rook niet, maar ik heb wel herinneringen aan deze kasten. Ik let er tegenwoordig niet meer zo veel op, maar ik wist dat er eentje stond bij de snackbar waar ik vroeger wel eens kwam, en bij de Chinees. Als kind, toen mobiele telefoons nog niet bestonden, werd mijn aandacht automatisch getrokken naar deze kasten. Ze zaten namelijk vol met kleurige knopjes. Als je op een knopje drukte gebeurde er altijd wel wat. Er begon een pijltje boven te branden of het knopje zelf gaf licht. En boven in een schermpje kwam de prijs te staan. En wanneer je er een pakje sigaretten of shag uit haalde gebeurde er iets wat ik nooit begrepen heb. Op het pakje zelf zat wisselgeld! Een paar cent, of een dubbeltje. Vraag dan meteen de juiste prijs!
Deze twee dingen vallen voor mij in de categorie: “dat krijg ik niet uitgelegd.” Ik krijg niet uitgelegd aan mijn kinderen, of kleinkinderen en waarschijnlijk zelfs Fedde, dat we vroeger een netwerk van gele palen langs de weg hadden staan. En dat wanneer je pech had je daarin kon vragen om hulp. Ze zullen niet snappen waarom dat was, en waarom mensen niet gewoon de telefoon gebruikten. Of een app! Net als een automaat waar je rookwaar uit kon halen. Maar ik denk dat ik ze eerst moet uitleggen wat rookwaar is.
Tijdens mijn leven en jeugd zijn er al een hoop dingen verdwenen waarvan ik niet eens altijd snap wat de bedoeling was. neem draaischijven van een telefoon, ik ken ze van films en ik meen mij te herinneren dat mijn oma er vroeger een had. Maar hoe het werkt? Ik zou het niet weten, en er bestonden ook gewoon telefoons met knopjes, dus waarom je een schijf gebruikte is buiten mij. Of bakbeesten van televisies. Een scherm dat aan de achterkant even lang was als aan de voorkant breed. Ik weet het nog wel, maar als ik naar de dikte van mijn eigen plasmascherm kijk kan ik het mij niet voorstellen dat mensen dat ooit accepteerden.
En er is nog meer verdwenen deze week. Ik had hier oorspronkelijk een happy end staan. Maar ik denk ook niet dat ik aan iemand kan uitleggen dat er ooit een klein jongetje is geweest. Doodziek als hij was ging hij naar het Glazen Huis van 3FM en begon een even simpele als geniale actie; nagels lakken. Hoewel hij het zwaard van Damocles, in de vorm van hersenstamkanker, boven zich had hangen zette hij zich in voor kinderen die het nóg slechter hadden dan hij. Die een leven vol ellende voor zich hadden, daar waar zijn eigen leven binnenkort zou eindigen.
Vóór de actie van Tijn hield ik de social media in de gaten over 3FM. Zelf heb ik nooit iets met de actie gehad, maar ik las graag de reacties van anderen. En de algehele teneur was er eentje van cynisme.Waarom geld geven aan een goed doel als dat niet eens in eigen land is? Waarom meedoen aan zoiets als er in Nederland ook armoede is en voedselbanken zijn? De reacties draaiden om na “Tijn” ineens zat iedereen met gelakte nagels en hij kan zich erop beroemen dat hij eigenhandig Serious Request 2016 heeft gered.
Nu is ook hij er niet meer. Een dag nadat hij 1 miljoen euro had ingezameld voor kinderen met dezelfde ziekte is hij heengegaan. Hij is, net als bovenstaande dingen, onderdeel geworden van de geschiedenis. Maar ik denk dat dit één van de dingen is die je uit móet blijven leggen. Uitleggen dat een land van cynisme omkeerde door het grenzenloos denken van één klein doodziek kind. Dat als je droom en je hart groot genoeg zijn, en je wordt geconfronteerd met het onaanvaardbare je nog altijd kan doen wat anderen verzaken.
Rust in vrede, Tijn.