Een paar weken geleden schreef ik over mijn eigen verjaardag. Ik klop mezelf niet graag op de borst, maar ik vind persoonlijk dat mijn verjaardag altijd het startschot is voor de najaarsverjaardagen aan de moederskant van mijn familie. De vierde oktober is namelijk mijn oma jarig, de dag daarop, de vijfde oktober, mijn broertjes. Verder in oktober volgt mijn nichtje, en een achterneefje. Om de een of andere reden associeer ik de zomer niet echt met verjaardagen.
Ik weet niet of zij allemaal zo “blij” zijn met hun verjaardag als ik ben. Nu is het gras altijd groener aan de overkant en heb ik dus ook het idee dat de rest een beter leven heeft dan ik heb. Maar het kan natuurlijk liggen aan de manier waarop ik ernaar kijk. Mijn verjaardag is in elk geval druk maar ook rustig verlopen. Niet veel bezoek, dus rustig, maar dat bezoek kwam wel in huis, en dat moest dan ook spic en span zijn.
En dan heb ik het nog niet gehad over de versnaperingen. Naar de HEMA voor gebak, naar de Appie voor drinken. Nog een keer naar de Appie voor knabbeltjes. Nee zelfs een rustige verjaardag is hard werken. Het voordeel is weer wel dat alle overgebleven gebakjes voor mij waren. En ik heb een paar leuke cadeautjes gekregen die een hoop zeggen over mij, en hoe de mensen over mij denken.
Ik stink, blijkbaar, want ik heb meerdere luchtjes gekregen. Ik kan niet koken, want ter vervanging van mijn oude magnetron (RIP) kreeg ik een andere. En mijn moeder stelt geen prijs op mijn bezoek op vrijdag, want ik kreeg ook een andere wasmachine ter vervanging van mijn kapotte. De hele reden dat ik bij mijn moeder op bezoek ging was namelijk om de was langs te brengen. Aan de andere kant; samen met mijn gerepareerde auto ben ik nu weer lekker onafhankelijk.
Maar mijn broertjes waren dus de afgelopen week jarig. Thygo en Thom. De een heeft een gezin, de ander woont op het verre Curaçao. De een zie ik regelmatig, de ander ga ik over een paar weken bezoeken. Ze zijn twee jaar, en elf dagen jonger dan ik ben. Een trekje van tweelingen om op dezelfde dag jarig te zijn. Vroeger had ik altijd moeite met hun verjaardagen; ik was zelf net jarig geweest en stond ook graag in het middelpunt van de belangstelling.
Nu is dat een stuk minder. Een ander die voor taart wil zorgen is ook heel fijn, en het geven van cadeautjes is ook leuk. Het betalen van die presentjes iets minder, maar je moet er natuurlijk wat voor over hebben. Sowieso geef ik altijd een leuke kaart. Eentje met zo veel mogelijk functies; licht, geluid, beweging. Alles mag, en ja, ook die kaarten zijn niet goedkoop.
De dag voor mijn broertjes jarig zijn is mijn oude oma jarig. Ze mag dit jaar alweer achtenzeventig (78) kaarsjes uitblazen. Vorig jaar heb ik haar een kaart gegeven met verspringende cijfers, ik grapte toen dat ik dan nooit meer een kaart hoefde te kopen, tenzij ze de honderd haalde. En zoals het er nu uitziet gaat ze dat doen ook; ze is nog zo fit als een hoentje en goed bij de tijd.
Met haar elektrische fiets zoeft ze heel wat af en bij het wandelen loopt ze mij er nog uit. De enige manier waarop ik haar wist tegen te houden om op Terschelling veel te wandelen was door net te doen of we verdwaald waren. Nadat we tussen moerassen en velden waren doorgestampt besloot ze dat het beter was de fiets te pakken en lekker op de paden te blijven.
Alle drie zijn mij even lief. Mijn oude oma, en mijn broertjes. En misschien moet ik wat vaker zeggen dat ik echt om ze geef en op mijn eigen manier veel van ze hou. Voor de jaren uitgeteld zijn.