Ehm… tja. Dit is niet het stukje wat ik wilde plaatsen. Oorspronkelijk had hier een optimistisch stukje moeten staan met een terugblik, een update en met de verwachtingen voor de toekomst. Hoge verwachtingen voor de toekomst zelfs omdat een periode van verschrikking eindelijk ten einde was gekomen. Helaas is het niet zo ver en moet ik het stukje (wat ik nog niet had geschreven omdat ik het definitieve nieuws af wilde wachten) moet aanpassen.
Het begon afgelopen maandag waar ik de spanning, en toon alvast zette met een nogal mysterieus berichtje waar ik het onderwerp van in het midden liet. Er kwamen reacties op en een enkeling heeft mij benaderd met de vraag waar het eigenlijk precies over ging. Ik had dat meteen later op de dag willen laten weten, maar na een hele week wachten is er nog geen update. Dus ik bericht er hier maar over. Het wordt een verhaal van twee delen dus volgende week is het vervolg!
Als ik het heb over een periode van verschrikking denken bij mij de mensen meestal meteen aan één ding: de buurvrouw! En inderdaad is dat een periode van verschrikking. Ik zal even de geschiedenis behandelen. Ik woonde eerst in Gorinchem, om precies te zijn in de woonkazerne Kremlin II. Ik was daar alles behalve op mijn gemak. Ik was eenentwintig en ging op mijzelf wonen in een klein appartementje. De buurt was niet fijn te noemen. De politie kwam bijna elk kwartier door de straat en er was elke avond geluidsoverlast van mensen die buiten in het gras aan het voetballen waren. Datzelfde grasveld was trouwens ook een openbare afvalbak. Ondanks het verbod niks over de reling van het balkon te gooien.
Verder heb ik een keer mijn slaapkamerraam open laten staan en een paar uur later was de ruimte rond het raam veranderd in dezelfde afvalbak als het buiten was. Ik miste de rust, ik miste een tuin en het gevoel dat ik de deur open kon doen zonder dat ik geconfronteerd werd met de politie die specifiek in de buurt moest zijn. Ik was dan dus ook dolblij toen ik een huis aangeboden kreeg in Werkendam. Nou… dolblij is een groot woord, als iemand die is opgegroeid in de dorpen rond Werkendam heb ik een gezonde hekel gekregen aan die plek. Maar het was een stap vooruit, of terug. Ik ging weer aan de juiste kant van de rivier wonen, ik kreeg weer een tuin, ik kwam in een normaal huis te wonen.
Het was een lief huisje met een bijkeuken, een schuur, en nog twee aangebouwde krotten die door konden gaan voor schuren. Ik kon helaas niet aanwezig zijn bij de bezichtiging en had mijn oma en moeder naar voren geschoven om deze belangrijke bezigheid namens mij uit te voeren. Vooral mijn moeder was enthousiast en zei dat ze het huisje zelf ook wel zou willen hebben. Met andere woorden: ik neem ‘m! Een paar dagen later zat ik dus in het kantoor van de woningbouw om te tekenen. Vlak nadat ik mijn handtekening had gezet gaf de vrouw waarbij ik aan het bureau zat een sinistere waarschuwing. “Zodra u iets hoort of overlast heeft van de buren naast u, moet u bellen.” Uiteraard vroeg ik waarom en ik kreeg als antwoord dat ze net een kind had gekregen.
Dat is niet het einde van de wereld. Toch? Kinderen maken nu eenmaal lawaai, daar zijn het kinderen voor. Ik wuifde haar opmerking dus weg en besloot dat het allemaal wel los zou lopen.
Een paar weken later ging het werk van start. Het was de bedoeling om in een week over te gaan en zodoende was het elke dag van vroeg in de ochtend tot in de avond werken. De vorige bewoonster had haar huur niet betaald en was uitgezet. Vandaar dat het hele huis gestript was. Overal moesten opnieuw lampen worden opgehangen, vloeren moesten worden gelegd en ik had uiteraard mijn eigen idee van smaak en wilde verven of behangen.
Zaterdag ben ik overgegaan, het was in een paar ritten met de bedrijfsbus geregeld. Ik at die avond bij mijn moeder die mij daarna naar huis bracht. In het duister zagen we een paar mensen op de stoep aan de overkant van de straat staan, met elkaar in gesprek. Mijn moeder kon het niet laten mij voor gek te zetten: “Jullie letten wel op hem, hé?’ Het antwoord is, achteraf gezien, veelzeggend. “Jawel hoor. Hij moet alleen oppassen voor zijn buurvrouw…”
Wordt vervolgd.