Dit is een vervolg op het verhaal van vorige week. Wie dus in detail wil weten wat er gebeurd zal eerst dat deel moeten lezen. Voor wie dat gedaan heeft, of dat niet wil, is hier het volgede deel in de saga van mij en mijn buurvrouw.
Tot dusver was ik al een aantal keren gewaarschuwd voor de buurvrouw waar ik naast kwam te wonen. Ik moet bekennen dat ik deze waarschuwingen niet serieus nam. Mijn hoofdgedachte was dat ik in een veel te nette en overstresste buurt kwam, waar iedereen iets te zeiken moest hebben en mijn arme buurvrouw het slachtoffer was geworden van een hetze. In mijn fantasie was ik de eerste nette bewoner in de wijk die alles met een kritisch maar eerlijk oog zou bekijken. Als een soort held met een heldere blik zou ik concluderen dat al dit gekonkel puur was voortgekomen uit de xenofobie van de buurt en ik mijn buurvrouw zou verdedigen, zelfs als dat betekende dat ik eraan ten onder zou gaan.
Ik nam dus de waarschuwing van mijn moeder ter harte. “Als jij er maar niks mee begint!” en begon aan het leven in mijn nieuwe huisje, terug aan de overkant, de juiste kant van de rivier en weer terug in een echt dorp. Met alleen maar kalme en dorpse mensen om mij heen. Mensen die “hallo” zeiden wanneer je ze tegenkwam op straat. Dat was in Gorinchem wel anders geweest. Als je daar al een begroeting kreeg dan was het meestal “salaam” maar ik werd daar bijna nooit begroet. Hier de hele tijd!
Over de buurvrouw was er ook weinig te berichten. De eerste weken was ze namelijk nog op vakantie. En in de weken dat ze terug was hadden we geen tot weinig contact. Ik kan mij ook niet herinneren of we elkaar voorgesteld hebben. Het eerste contact wat ik mij wel kan herinneren was met haar kinderen. Ik was namelijk voor in de tuin bezig toen die zich bij mij aandienden. Een kindervriend als ik ben heb ik ze een rondleiding door mijn huis gegeven en vooral in mijn apparatuur waren ze heel geïnteresseerd. Toentertijd nog een playstation 3. Mijn overbuurman riep mij snel bij hem en waarschuwde mij hen in de gaten te houden vanwege grijpgrage vingertjes.
Daarna liep het redelijk normaal, ik heb zelfs nog een keertje ijsjes in de vriezer gehad omdat zij daar geen ruimte meer voor had. Voor de rest hadden we weinig contact. Natuurlijk waren er strubbelingen, dat de muziek iets harder stond en dat ze af en toe ruzie had. Maar dat zijn dingen die te vergeven zijn, het kan natuurlijk niet altijd rustig zijn, en zoals gezegd zijn kinderen wel vaker luidruchtig en kan ik hen dat ook wel vergeven.
Ik was zo blij met mijn tuin dat ik een jaar later besloot een barbecue te geven voor mijn collega’s. Ik ben van het type dat liever feestjes geeft dan ze bezoekt. Het regelen van alles om het feest heen is voor mij altijd gezelliger dan het daadwerkelijke feestje. Dus de tuin in orde gemaakt, vlees in huis gehaald een zeiltje gespannen en een forse barbecue in stelling gebracht. Een luide box op een strategische plek neergezet, klaar voor het feestje.
Het was een heel gezellig feestje. En passant heb ik in mijn enthousiasme de schutting in de brand gestoken. De enige echte drankmisbruik van de avond kwam dan ook voort uit het feit dat de schutting en partytent gedoofd moesten worden met Heineken. En dan waren er de discussies. Het bedrijf zat net in een transitieperiode en onze afdeling zou een nieuwe chef krijgen. Er was echter nog niets bekend over de nieuwe chef en het was de vraag of deze wel in het team zou passen. De discussie verliep volgens een vast stramien om daarna weer vast te lopen en opnieuw te beginnen. En omdat de drank rijkelijk vloeide werd het nogal eens luidruchtig.
De volgende dag was ik bezig met het opruimen van de achtergelaten chaos. Ik heb nette collega’s en een hoop was al opgeruimd. Het was dus enkel het laatste bijwerken toen de slaapkamerraam van de buurvrouw open ging. “Leuke discussies gisteravond.” wist ze te melden. Ik kon het natuurlijk niet anders dan met haar eens zijn.
Een paar weken later is het weer zaterdagavond en gaat de bel. Ik vraag mij af wie mij rond tien uur nog moet hebben en ga dus de deur openen. De buurvrouw. Dronken. “Heej, buurman… ik wil een discussie met je voeren!”