De eerste keer dat ik met het vliegtuig ging weet ik niet meer zo goed. Het zal op een vakantie richting het zuiden van Europa geweest zijn, de zon tegemoet. En waarschijnlijk was het met Martinair. Als klein jongetje vond ik het nogal wat, vliegen. Ik had altijd een vreemd idee over de manier waarop vliegtuigen werkten. In mijn beleving was er namelijk een soort katapult waarmee ze werden gelanceerd en dat de baan een beetje in de richting van de bestemming moest staan om er zeker van te zijn dat ze goed aankwamen.
Wist ik veel! Ik had nog nooit gevlogen en behalve Budgie de kleine helikopter was ik weinig in aanraking gekomen met dingen die konden vliegen. Zodoende maakte ik mij wel een beetje zorgen over wat ik zou aantreffen en wat we moesten doen. Om mijn zenuwen een beetje in bedwang te houden besloot ik te doen wat ik nog nooit gedaan had: mijn gezicht wassen.
En dan niet zoals kinderen doen met een washandje, maar zoals volwassenen altijd in films en series deden. De kraan aan, de handen in een kommetje laten vollopen met water en dan tegen het gezicht aan laten spatten. Jeetje wat was dat nat! Ik maakte mij weer, zo goed als het ging, droog en ging weer terug naar de woonkamer waar de familie zat te wachten tot het moment dat we naar Schiphol konden.
Tot mijn vader zijn blik even los trok van teletext, waar de vertrektijden van de vliegtuigen werden getoond, en mijn natte gezicht zag. ‘Je hebt angstzweet.’ Zei hij. Ik ontkende heftig, maar dit haalde niets uit. Hij bleef volhouden dat ik bang was, en ik kon niet uitleggen wat ik had gedaan om mijn gezicht zo nat te krijgen. Een paar uur later zat ik in het vliegtuig, en het was machtig! Ik wist niet hoe het werkte, maar het brullen van de motoren, het feit dat je stoel “hoepla” achterover kon en het eten aan boord maakte het tot een geweldige belevenis.
Om de een of andere reden heb ik vliegtuigeten altijd lekker gevonden. Het is dan ook een gemis dat het tegenwoordig niet meer zomaar wordt geserveerd en dat je ervoor moet betalen. En dan is het voer die niet veel beter is dan een slechtere bedrijfskantine. Broodjes, instant soep of knabbeltjes. Dit is een verstoring van de herinnering die ik heb aan vliegen. Vroeger was de hele belevenis nog iets. Maar toen ik, een paar jaar geleden, voor het laatst ging vliegen was de service niet beter dan die in een trein. En de vertraging was vergelijkbaar met die van de NS.
Maar het vliegen zelf blijft natuurlijk wel mooi. Hoe een grote glanzende vogel, door mensenhanden gemaakt, snelheid maakt en het luchtruim kiest om gecontroleerd weer te landen op een heel andere plek. Het vernuft en de finesse waarmee het normaalgesproken loopt is eigenlijk met geen pen te beschijven. En angst, angst heb ik nooit last van gehad. Zelfs mijn hoogtevrees speelt niet op wanneer ik uit het raampje kijk op duizenden meters hoogte en de wereld onder mij door zie trekken.
Maar angstzweet heb ik tegenwoordig wel. En dan al weken vooraf. De plannen die ik moet maken neemt mijn hele ritme in beslag. Mijn hele denken en planning; is mijn koffer wel groot genoeg? Hoe moet ik die inrichten dat ik de ruimte maximaal benut? Hoe laat gaan we? Hoe laat moet ik hier weg? Wat moet ik allemaal meenemen? Wat zal ik allemaal meenemen? Hoe laat gaan we? Wat moet er nog geregeld worden? Is er nog iets wat ik moet doen? Hoe laat gaan we!
En bovendien mijn paspoort niet vergeten. Waar ik vroeger nog kon doen of de natheid op mijn gezicht water was zo is het tegenwoordig echte stress. Pure angst iets over het hoofd te zien. Vakantie en vliegen is fijn, maar ik heb het wel nodig na de stress van het geregel.
Iedereen een fijne week, ik ga dat ook hebben!