Edwin Evers is ermee gestopt. Normaal heb ik niets met hem, of met radio 538, de zender waar hij op uitzond. Maar ik heb wel jaren naar Peter Heerschop geluisterd. Die sloot standaard de week af met zijn column “Lieve Marianne”. De afgelopen jaren was het op het werk standaard dat er rond half tien werd overgeschakeld op 538. Meestal met de woorden: “Peter!” Even de week doornemen. Luisteren waar hij het over zou hebben. Ondanks dat Peter Heerschop in zijn latere jaren minder scherp werd was hij nog altijd een vast onderdeel. En waar hij aan scherpte verloor won hij aan emotie. Hij wist altijd de juiste toon te raken over emotionele gebeurtenissen die heel Nederland in het hart troffen.
Bij zijn laatste column werd ik ook een beetje emotioneel. Net als de hele 538 studio van Edwin Evers. En misschien was dat ook omdat ik met hem mee kon voelen. Ik plaatste mij graag op een podium met Peter Heerschop. Ik zag hem als een gelijke. Hij was columnist voor een nationaal radioprogramma, en ik columnist voor een lokaal sufferdje. Maar wij waren columnisten gelijk. Wij moesten het nieuws in de gaten houden, scherp zijn waar nodig en troostend als dat werd gevraagd. En nu zijn wij allebei columnist af.
Half november kreeg ik een mailtje van de redactie. Daarin werd gezegd dat de uitgever had besloten om Nieuwsblad Altena te stoppen. Het was een domper en ik had het er serieus moeilijk mee. In gedachten had ik namelijk het idee dat ik dit voor vele jaren nog zou doen. Dat ik over tien jaar een gevestigde naam zou zijn. Ik wist dat dit een beetje dromen was, maar ik dacht er werkelijk zo over. Ik zou mij niet meteen de nieuwe Ad Mol of Ton Kuppens noemen, maar ik had graag in hun schaduwen gestaan. En nu, na anderhalf jaar, kwam er een einde aan. En dat vind ik jammer.
Ik heb het nooit gedaan voor het geld, maar wel een beetje voor bekendheid. Maar vooral voor mijn eigen ego. Schrijven is leuk, het is mijn passie. Maar het is nog veel leuker om te zien dat je woorden ergens geprint worden. Dat je weet dat je wordt gelezen. Het is ook leuk om te worden herkend, om te worden aangeschreven, om op de radio te komen. De afgelopen anderhalf jaar leidde ik een dubbelleven. In de een was ik een normale magazijnmedewerker die elke week iets op zijn Facebook plaatste. In de andere leefde ik in een achtbaan. In een soort droom. Ik spuide kritiek op politici. Vocht als Don Quichot tegen de windmolens van de Tuintegeltaks. Probeerde ik een lans te breken voor de MC Donalds’ in Altena. Als columnist zat ik elke week bij de radioshow van Piet Hartman om de politici in de ogen te kunnen kijken.
Zeventig columns heb ik geschreven. Ik heb een netgepast lijstje met de namen van elke column. De naam die ik gebruikte als ik eraan begon, en de naam die uiteindelijk in de krant werd gebruikt. Vaak kwamen die niet overeen omdat ik midden in de column van betekenis en bedoeling veranderde. Of omdat ik gewoon een ander onderwerp koos. Sommige zijn ook niet geplaatst omdat er iets tussendoor kwam. Een gebeurtenis die ik niet kon negeren. Een dijkdoorbraak noemde ik zoiets.
En nu is dat voorbij. 2018 heet zich uiteindelijk als een macaber jaar getoond. Vergelijkbaar met 2016. Een hoop sterren en bekenden die gestorven zijn. Waaronder ook bekenden van mij. Het is geen slecht jaar geweest. Mijn dertigste levensjaar blijkt uiteindelijk niet heel veel meer om het lijf te hebben dan mijn negenentwintigste. Ik ben, relatief, gezond. Maar toch kan ik helaas niet spreken van een topjaar. Er waren pieken en dalen.
Maar natuurlijk ga ik niet bij de pakken neer zitten. Ik ga gewoon door, hier op facebook en op mijn webpagina. Ik ga gewoon nog politici op de hak nemen. Ik heb Roland van Vugt van het CDA-Altena een kroonprins genoemd, een titel die hij waar maakte. Kijken of ik hem nog een schlemiel kan gaan noemen. En er gebeurd nog meer interessants. Ik zie het verdwijnen van mijn column, en van het jaar 2018 niet als een afsluiting. Maar als een nieuw begin.
Iedereen een goede jaarwisseling, en tot volgend jaar!