Ik kreeg de afgelopen week het gevoel dat ik heel oud aan het worden ben. Dat begon eigenlijk met het nieuwsbericht, en de waarschuwing, van de Hema dat hun geodriehoeken niet goed kunnen zijn omdat deze een paar streepjes te veel hebben. Dat kwam hard binnen bij mij, want een geodriehoek is iets uit mijn schooltijd dat ik bijna vergeten was. Ik weet nog wel van de ongelooflijk gecompliceerde rekenmachine waar het mogelijk was om de berekeningen voluit te schrijven. En om met een beetje fantasie vieze teksten te maken. Deze heb ik zelfs nog ergens liggen. Ik weet ook nog de veel te zware schooltas, en met een beetje geluk zou ik mijn laatste kluisje nog open kunnen krijgen. Niet omdat ik de code nog weet, niemand wist die, maar de bewegingen waren toen in mijn hoofd geprent.
Maar de geodriehoek was een vreemde eend in de bijt. Het was doorzichtig en had aan alle kanten streepjes, cijfertjes rondjes en nog meer streepjes. De meeste daarvan gebruikte je toch niet. Na enige uitleg was het mogelijk om de aantal graden van een hoek te berekenen en vanaf daar heb ik het nooit echt gevolgd. Wiskunde was sowieso, samen met Frans en Duits, een vak dat ik liet vallen zodra ik de kans had. Ik haalde nooit zulke dramatische cijfers als bij de taalvakken voor wiskunde, maar het waren zeer zeker geen hoogvliegers. Het grote probleem, bij mij, zat in het toekennen van de waarde. Hier ben ik later pas achter gekomen. Op de een of andere manier heeft geen enkele leraar mij ooit uit kunnen leggen hoe ik een tabel juist moest invullen, omdat ik zelf ook geen enkele weet had van het opzetten van een tabel.
In elk geval was de waarschuwing voor de geodriehoek dringend omdat het weer examentijd is. Laatstejaars mogen gaan zwoegen en zweten in gymzalen doorheen het hele land. De allesbepalende examenvragen met een vermoeid oog aanschouwen en hopen dat het antwoord goed, of goed genoeg is, om hen het gedroomde eindresultaat te geven. De climax van weken zwoegen! Wanneer ik terugdenk aan mijn examen komt dat niet zo bij mij op. Ik heb nooit gezwoegd. Niet dat ik geen poging ervoor ondernomen had. Ik had daadwerkelijk aantekeningen verzameld, ik had ook de belangrijkste stof in mijn agenda staan. Ik was zelfs naar mijn oma toe gegaan om in alle rust te kunnen leren.
Maar na een half uur de geschiedenisstof doornemen vond ik het welletjes en ben ik gaan luieren. Geen gestamp met woordjes, geen doornemen van lijsten met feitjes. Vandaar dat ik een week later mijn eerste examen deed in een koude gymzaal en het er eigenlijk nog best goed vanaf bracht. Ik wist in elk geval antwoord te geven op de vragen. En dat alle dagen. Mijn grootste struikelblok was scheikunde. Ik had het vak genomen omdat het de minste leek van de kwaden, maar was er geen ster in. In mijn hoofd was het een beetje de gekke wetenschapper spelen en stoffen bij elkaar gieten tot het boem zou doen. Maar het bestond vooral uit het uit je hoofd leren van het periodieke stelsel en hoe basen en zuren op elkaar zouden reageren.
Dodelijk saai, en ongelooflijk moeilijk. Vooral als je jezelf hebt voorgenomen je examens door te komen zonder je boeken open te slaan. Maar ondanks dat voornemen is alles goed terecht gekomen. Weken later zat ik te zweten naast de telefoon. Wanneer je gebeld werd betekende het dat je gezakt was, maar bij geen nieuws werd je in de middag op school verwacht. Ik kreeg geen telefoontje en ging die middag dus naar school voor de uiteindelijke uitslag. Op alle vakken was ik geslaagd, zelfs voor scheikunde, waarvan de leraar mij later toevertrouwde dat dat met de hakken over de sloot was. Van mijn Engelse leraar kreeg ik een compliment voor mijn goede cijfer, welke samen met geschiedenis de hoogste van mijn lijst was.
Dat is nu twaalf jaar geleden. Mijn geodriehoek is weg, mijn kennis is weggesijpeld en nu zitten er kinderen in de schoolbankjes te zweten waarvan sommige nog in de luiers zaten toen ik mijn examen moest doen. En dan heb je, met recht, het gevoel dat je heel oud aan het worden bent.