Ik probeer tegenwoordig om geen mening te vormen over nieuws wat mij niet direct aangaat. Je kunt kwaad worden over sommige dingen, je kunt teleurgesteld zijn of zelfs verrast. Maar eigenlijk maakt jouw mening voor het grote geheel niet uit. Deze strategie heb ik gekozen nadat ik te horen had gekregen dat mensen, en vooral Nederlanders, overal een mening over moeten hebben. En die mening ook moeten uitspreken.
Neem bijvoorbeeld president Trump. Ben ik blij met hem? Nee. Maar ik ga mij er ook niet druk over maken. Trump is verkozen volgens de wetten die gelden in de Verenigde Staten. En wanneer hij weer een grote mond opzet rol ik met mijn ogen en pak de popcorn om te kijken hoe de rest van de wereld erop reageert. Het is gruwelijk grappig om te zien hoe anderen wel een zoutje op elk slakje leggen wat uit zijn mond komt. Maar voor de rest is deze man natuurlijk een ramp voor wie zich mens noemt. Iemand die zo vaak gescheiden is en zelfs als hij getrouwd is zich laat onderplassen door prostituees kun je moeilijk zuivere koffie noemen. Dit hoeft natuurlijk niet af te doen aan zijn leiderschap. En daar heb ik het dus ook niet over, want dat heeft, als het goed is, weinig invloed op ons. En als ik daarop kritiek heb dan verander ik er niets aan.
Een ander nieuwsfeitje, meer actueel, is natuurlijk J. B. De opgepakte verdachte in de zaak Verstappen. Ik vind het mooi dat er eindelijk schot in de zaak zit, en ik maak er ook dankbaar gebruik van zoals mijn column van vorige week betuigd. Maar voor de rest heb ik geen verwachting over zijn straf of over de beslissing van de rechter. Volgens mensen die ook pretenderen een bondscoach te zijn van het Nederlands Elftal is zijn straf nu al te laag. Nog voor hij een rechter heeft gezien.
Maar dat weten we nog niet. Hij is voorlopig niet meer dan een verdachte in de zaak. Hij is daarmee nog geen moordenaar. En zelfs als hij dat wel blijkt te zijn hebben wij het te nemen zoals de rechter besluit. Want één ding is zeker:
De wet en het recht zijn geen vrienden van elkaar.
En dat vind ik niet zozeer een mening, dat is een feit. En dan bedoel ik recht als in “gerechtigheid”. De wet schrijft namelijk de regels voor die wij in het westen hebben gemaakt. De regels waarvan jij zou willen dat die ook voor jou gelden als je ooit in het beklaagdenbankje terecht zou komen. Natuurlijk vind ik dat iemand die dronken over de weg raast en daarbij een kind om het leven brengt aan de hoogste boom gehangen moet worden. Maar degene die nog nooit te hard heeft gereden of lichtelijk tipsy achter het stuur heeft plaatsgenomen moet nog geboren worden.
Natuurlijk ben ik ervoor dat van een winkeldief de handen moeten worden afgehakt. Maar wat als het een moeder betreft die geen geld heeft om haar kinderen eten te geven? Moeten we dat dan nog steeds toe laten? Natuurlijk moet ze ervoor betalen, dat is een feit. Maar zij, en haar kinderen, zijn wellicht beter af als ze worden geholpen. Als we achter de reden komen waarom ze aan het stelen is gegaan kan dat worden opgelost. Was het geldgebrek? Heeft ze kleptomanie? Of duurde de maand net iets te lang? Moeten we dan nog steeds haar handen afhakken zodat ze helemaal niet voor haar kinderen kan zorgen? En de kinderen in een pleeggezin zetten waar de kans groot is dat ze worden misbruikt, en een verhoogde kans hebben op een hele rits aan psychische problemen?
Maar één van de nieuwsfeitjes van de afgelopen weken waar ik mijzelf echt over opwind, en wat mij angst aanjaagt, gaat over de kinderen Howick en Lily. En dan niet zozeer over de uitspraak van het hof dat ze het land uit moeten. Zoals gezegd: de wet en het recht zijn geen vrienden. Misschien hebben ze ergens het recht om hier te blijven, maar volgens de wet, die iedereen in Nederland dient te beschermen, moeten ze eruit. En dat is tegelijkertijd de bewoording die mij zo steekt.
We hebben het hier over mensen. We hebben het hier over kinderen. Er zijn inderdaad fouten en misrekeningen gemaakt in het verleden. Niet in de minste plaats door hun moeder en de Nederlandse staat. Maar wat we nu horen is het oordeel wat je normaal bij dieren in een asiel hoort. De koude werkelijkheid van de wet. En de situatie waar het jonge tweetal nu in zit is mijn grootste angst. Na spinnen, spoken, vampiers en zonder geld komen zitten in een parkeergarage. Die angst is dat zowel het wet als het recht je vriend niet meer zijn. Dat een agent die je tegenkomt op straat jou niet meer beschermt maar meeneemt en uitzet. En dat is mijn mening.