Wat doe je als je in Den Haag bent? Het is de facto de hoofdstad van Nederland. Amsterdam is natuurlijk de hoofdstad in naam. Maar meer ook niet. Den Haag is de plek waar de besluiten worden genomen. De hofstad. De plaats waar het parlement en de regering zetelen. Waar de SER zich heeft gevestigd en waar een afgebladderd rood Peugeootje zich op een zaterdag meldde bij het SER kantoor in de hoop daar te kunnen parkeren.
Wanneer je het werkpaleis van de koning bezocht hebt ga je uiteraard naar het volkspaleis. Het binnenhof. Ik heb mij ooit laten aanpraten dat dit het oudste, originele, nog in werking zijnde regeringscentrum ter wereld is. Ik heb ook nooit het tegendeel gehoord, dus neem het maar voor waar aan. En het is inderdaad middeleeuws. In de zestiende eeuw al kwamen hier de Staten samen om te vergaderen over het wel en wee van de Nederlandse Republiek.
Wie het van buiten bekijkt, en vooral van de Hofvijver, ziet een soort verzameling niet bij elkaar passende gevels. En dat is eigenlijk wat Nederland ook is. Het heeft zo veel gezichten, zo veel niet bij elkaar passende gevels. Maar toch verenigd rond één doel. Rond één plek. Als plattelandsjongen moest ik goed opletten niet onder een tram te komen, of een auto en ik betrad het Binnenhof zelf om met een mix van trots en ontzag te staren naar het gebouw van de Ridderzaal. Die plek ken ik van de TV!
Op het plein was een historische show bezig. Een korte blik in een folder leerde mij dat dit ging over de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Aangezien ik een paar weken geleden met de Slag om Altena nog geconfronteerd was met dit historisch gegeven besloot ik niet te blijven. Bovendien hadden het bezoek aan het paleis en de wandeling mij dorstig en hongerig gemaakt. Als een professioneel toerist, die bovendien een fetisj heeft met zijn portemonnee, liep ik het binnenhof over om te kijken of er voor het gebouw van de Tweede Kamer een terrasje vrij was en bekeek ik met een kritisch gezicht de menukaarten op de borden.
Ik hoopte dat het gebrek aan het zien van de koning goedgemaakt kon worden door een politicus in het wild tegen te komen. Misschien eentje die te vroeg teruggekomen was van zijn of haar reces en besloot om rond twee uur in de middag een broodje te gaan eten. Misschien kon ik bij hem, of haar, mijn hart luchten en zeggen wat ik dacht over de huidige staat van het land. Niet dat hij zou luisteren natuurlijk, maar het was leuk om te bedenken.
Maar natuurlijk waren er geen politici in het wild te bespeuren. Waar ik wel tegenaan liep was een demonstratie. Mijn plattelandsgeest was niet helemaal bekend met dit fenomeen. Wederom kende ik dit alleen maar van de televisie. En dan alleen maar als het een beetje massaal was. De duizenden leraren op het Malieveld, of de historische protesten tegen kruisraketten in Nederland. Nooit had ik dit van dichtbij meegemaakt. En nu zat ik op een terras tegenover zo’n demonstratie.
Het had niet veel om het lijf, eigenlijk. Er waren een paar Soviet-foto’s opgehangen van een Koerd met een enorme Stalinsnor en er werd gezwaaid met vlaggen. Blijkbaar was deze Koerd door Turkije gevangen genomen in Syrië. Ik maakte een foto als herinnering en besloot mij te richten op de menukaart. Maar ik had nauwelijks gekozen voor een ouderwetse uitsmijter toen de voorstelling begon.
Ik hoorde een megafoon piepen en een meisje, of vrouw, met een licht accent begon te schreeuwen wat er op de spandoeken stond. Blijkbaar was Erdogan zelf verantwoordelijk voor het vastzetten van Stalinsnor en werd er oorlog gevoerd in Syrië. Dat laatste was oud nieuws, natuurlijk en de rest kon niet echt op mijn interesse rekenen. Er zitten duizenden mensen over de hele wereld onterecht vast.
Maar ik kreeg wel andere vragen in mijn hoofd. Waarom ga je in Den Haag demonstreren. Een ruime drieduizend kilometer van Ankara af? Ik snap dat je niet mag demonstreren in Ankara, maar waarom op een plek die zich nauwelijks bekommert om Stalinsnor? Uit haar uitroepen kon ik opmaken dat Europa op de een of andere manier verantwoordelijk was en, of, wegkeek. Maar ga dan demonstreren in Brussel of Straatsburg, het bestuurlijk hart van Europa!
Na een toespraak waarin werd opgeroepen voor een onafhankelijk Koerdistan (tweeduizend kilometer voorbij Ankara, dus ook geen punt voor Den Haag) werd ik getrakteerd op Koerdische muziek en kreeg ik mijn uitsmijter. Vier dode wespen en zes keer dezelfde toespraak later besefte ik dat Stalinsnor vandaag nog niet vrij zou komen en besloot ik weer huiswaarts te keren. Ik vond het voor mij, en ook een beetje voor Stalinsnor, jammer dat ik geen politicus gezien had. Aan de andere kant, zou die wat gedaan hebben?