Het was weer een weekje wel met het weer. Het ene moment kon de zon schijnen en zat je in verzengende hitte. Het volgende moment was het benauwd en zweette je bij iedere stap. Fijn is anders. Ik kon elke dag niet wachten om naar huis te gaan, mijn broek van mijn natte lijf te stropen, mijn sokken uit te pulken en lekker in korte broek in de schaduw te gaan zitten. Buiten was het in elk geval niet te doen. En niet alleen vanwege de zon, de weergoden speelden ook een gemeen spelletje door meer dan eens een enorme plensbui over het land heen te werpen.
En dat was niet alleen regen. Er waren ook plekken waar flink wat hagel neerkwam en voor butsen zorgde. De regen zwol af en toe zo aan dat kelders en viaducten blank kwamen te staan. Vermakelijke journaalbeelden waar een vrouw midden in een tunnel op het dak van haar auto was geklommen om het droog te houden en met een ladder gered moest worden. Die regen in de warmte resulteerde na afloop weer in meer benauwdheid en zelfs mist.
Om een beetje koelte te vangen hield ik dus in de nacht de ramen maar open. Met als gevolg dat ik midden in de nacht wakker werd en onder een dikkere deken moest kruipen omdat het iets te fris ging worden, en in de ochtend onder de muggenbulten zat en zodoende overal moest krabben. Ik weet dat ik een paar weken geleden smeekte om goed weer en lange zomeravonden, maar daar had ik mij niet dit weer bij voorgesteld. En net als dat je denkend aan de schoonheid van sneeuw de kou vergeet vergeet je inderdaade de benauwdheid in de zomer, en vooral aan het einde van de lente. Zoals nu.
Er zijn twee uitzonderingen die dit weer draaglijk maken; donder en bliksem. Vroeger was ik, zoals elk kind, bang voor onweer. Niet te beteugelen natuurkrachten die als kanonslagen klinken. En is het niet zo dat in bijna elke spookfilm donder en in elk geval bliksem een onderdeel zijn van het ensemble? Zie je niet in de korte flits in het duister vreemde figuren die dichterbij lijken te komen? En was het niet gegrom van bloeddorstige beesten verborgen in het rollen van de donder? Natuurlijk ben ik daar overheen gegroeid, zodanig dat ik mij er niets van aan kan trekken als het onweert, of dat ik zelfs ga kijken of ik een extra mooie gevorkte lijn de grond in kan zien schieten.
Maar alle codes, oranje of geel, ten spijt moet ik zeggen dat het weer de afgelopen week niet bepaald uitnodigde tot een code in die categorie. Het plensde inderdaad, even, en er was onweer, even. Maar het waren niet de beelden van het noodweer wat werd voorgehouden. Om de een of andere reden lijk ik dat altijd mis te lopen. Jaren geleden was het ook een regenzomer waar de straten blank kwamen te staan, draaiboeken uit de kast werden gehaald en overal in het land mensen met bootjes de straat op gingen. En ik zag het alleen maar op tv. Terwijl het al in Dordrecht spaak liep was het in Altena nog gewoon heerlijk weer om in de zon te bakken en bij te bruinen.
Maar misschien dat de klap nog komt. De zomer is nog lang niet echt begonnen. Ik heb in elk geval een bootje met motor, ik hoef m maar op te blazen, de lekken dicht te stoppen en ik kan gewoon naar de Albert Heijn wanneer het water te hoog staat voor een auto. Laat maar komen dat noodweer!