Van de week mochten we weer stemmen. Bij mij in de gemeente helaas niet voor de gemeenteraad, maar wel voor het referendum. Vandaar dat ik, net als vorig jaar, mijzelf terugvond bij het gemeentehuis. Sinds ik weer in Werkendam woon stem ik altijd daar. Ik weet dat bij mij aan het einde van de straat een stembureau zit, maar in het gemeentehuis voelt toch een tikje meer officieel aan.
Sinds mijn achttiende heb ik gestemd wanneer ik kon. Al voor mijn achttiende was ik mij politiek bewust en had ik er ook interesse in. Dit werd vooral aangewakkerd door mijn lerares economie. Ik wist al op welke partij ik zou gaan stemmen zodra ik achttien was. En een paar maanden na mijn achttiende verjaardag ik met mijn stempas in de hand naar de verkiezingen ging voor de tweede kamer van 2006.
Dat was toen nog in het dorpshuis in Nieuwendijk, en nog met de stemcomputer. Ik voerde de keuze in op de computer. De keuze die ik al vanaf mijn zestiende had gepland. De PVDA. Achteraf gezien weet ik niet wat er in mij gevaren was. Ik denk dat ik mij in had laten pakken door Wouter Bos. Hoe hij daar toch een beetje rebels stond, toch plannen en uitspraken had die mij wel goed aandeden. Vandaar dat hij mijn stem kreeg.
Maar de uitspraak is dat wie jong is links stemt, en wie oud is rechts stemt. En zo is mijn stem door de jaren opgeschoven van PVDA naar D66 en uiteindelijk CDA bij de vorige kamerverkiezingen. En eigenlijk had ik van elke stem achteraf spijt. Dat is natuurlijk onderdeel van het politieke spel. In een reactie op een artikel in de Telegraaf las ik ooit eens iemand die stelde dat hij “het vertrouwen in de politiek” verloren had.
Dat is natuurlijk grappig. Je moet niet vertrouwen op de politiek. Je mag hopen dat de politiek doet wat je wil, maar over het algemeen is het waar dat ze mooie praatjes hebben rond de verkiezingen en dat ze zich daarna weer opsluiten in hun ivoren torens. Vertrouwen hebben in iets wispelturigs als een politicus is als vertrouwen op het weer. Maar een politicus is niet gewapend met buienradar. Je moet ze meestal op de blauwe ogen vertrouwen.
En dat deed ik ook met Wouter. Ik had geen goesting of boodschap aan Balkellende, of aan welke andere politicus. En toen Wouter het kabinet later opblies vanwege Uruzgan nam ik het hem dan ook kwalijk. Maar zo werkt politiek nu eenmaal. Vandaar dat mijn stem is opgeschoven. Momenteel bevind ik mij dus in het politieke midden aan de rechterkant, en ik hoop niet dat ik verder opschuif.
Maar als je de achttienjarige ik had verteld dat ik ooit CDA zou stemmen had ik je hard uitgelachen. Het is dus lastig te bepalen waar ik over een paar jaar sta. FVD, PVV? Dat hangt er maar net van af. 21 November mogen wij stemmen voor de gemeenteraad, en ik heb al een klein idee welke partij dat gaat worden. Spannend.