Mijn dromen spelen zich vaak af over dingen waar ik mij mee bezig houd. Zo droom ik regelmatig over het werk, en ik probeer dan ook al een tijdje die dromen mee te laten tellen als werkuren of overuren. In een nacht, vorige week, had ik een droom. Ik was in het gebouw van de studio van Oké FM. Traditiegetrouw nam ik de verkeerde afslag naar de studio en kwam uit bij de toiletten. Toen ik omdraaide om de juiste kant op te lopen botste ik tegen de voorzitter van A-FM op. Hij liep net de trap op en was was woedend dat hij daar moest zijn. Hij zei geen woord, maar alles aan hem sprak dat hij overal liever wilde zijn dan daar.
Nu droom ik dus ook over de radio. Voor wie dit voor het eerst hoort; ik doe elke woensdagavond in het programma van Henri en Cor (Oké Magazine) een column. Ik doe dit met veel plezier. Niet alleen is het fijn om te weten dat je aandacht krijgt. Maar vooral om me weer te verdiepen in de problematiek van de politiek. Of het gebrek aan die problematiek en dan een kloppende, of eigen, mening daarover te vormen.
Deze bezigheden miste ik toen de krant stopte en ik ben blij ze nu weer op te pakken. Mijn taak als columnist zie ik als een verhalenverteller. Het gaat niet zozeer om mijn mening. Maar wel hoe ik het vertel. Hoe ik kwesties van een alternatieve kant kan belichten. Of juist het probleem kan onthullen zonder dat iemand daar naar gekeken heeft. Een nieuwe inbreng.
Zo heb ik mijn column altijd gezien. Als een relativerend verhaal. Ook toen ik het nog voor het Nieuwsblad deed. Nu is het voor de radio meer ad-hoc. Ik kan een paar uur voor de uitzending nog besluiten om de column te herschrijven, bij de krant lag dat anders waardoor ik enkel een column kon schrijven over zaken tot een dag eerder. Een verslag over de nieuwe burgemeester was niet mogelijk geweest omdat de krant naar de drukker moest en ik, als columnist, niet kon vragen om uitstel.
Mijn Facebook herinnerde mij een paar weken geleden aan die krantenperiode waarin ik op zoek was naar steekhoudend nieuws. Om preciezer te zijn; de campagnetijd voor de gemeenteraadsverkiezingen. Toen zat ik als bezoek bij A-FM in de Golfkreek te Almkerk. Elke week was er daar een uitzending van Altena Alternatief onder presentatie van Piet Hartman en de eerste uitzending riep hij mensen op langs te komen. Dat liet ik mij geen tweede keer zeggen en ik denk dat het team dat de uitzending verzorgde oprecht verbaasd was dat er iemand speciaal voor de uitzending kwam.
Ik ging er dus bij zitten om de verkiezingen te volgen, want elke week had Piet een andere partij op bezoek en deed een interview. Uiteraard had ik deze thuis kunnen beluisteren, maar ik wilde de politici in de ogen kijken. Een een radio-uitzending meemaken is natuurlijk geweldig interessant.
Toen ik de foto en herinnering van Facebook kreeg voelde ik mij bezwaard en heb ik die niet gedeeld. Want ik ben nu, letterlijk, werkzaam voor de concurrent. En heb mij uitgesproken tégen A-FM. Iets wat ik nog steeds met veel pijn doe, maar ik moet mijn column verdedigen. Iets waar ik in de krant de ruimte niet voor of van kreeg omdat ze adverteerders niet af wilden schrikken. En ik probeer mijn radiocolumn te doen op mijn eigen, relativerende manier waarbij ik A-FM hopelijk wel de credits geef die ze verdient.
Hoe persoonlijk sommige mensen de strijd tussen de twee radiostations opvatten kwam ik achter toen ik met A-FM in gesprek was op de open dag van het gemeentehuis. Ik kreeg te horen dat zij dreigmails ontvingen met doodsbedreigingen omdat zij lijnrecht tegenover Oké FM staan. Dit kan natuurlijk ook niet de bedoeling zijn! Passie kan mensen tot dwaasheid dwingen. Maar anderen doodwensen omdat zij hun passie uit willen voeren is natuurlijk not-done.
Nu is het boek opnieuw, een beetje, geopend omdat het Commissariaat voor de Media vraagtekens zet bij de onderbouwing van de keuze voor A-FM. Misschien dat zij een beetje hebben geproefd van de sfeer die er onder het debat schuilgaat, of een vaag idee hebben. Mijn persoonlijke mening is in elk geval dat de hele radiosoap een zootje is dat nauwelijks uit te leggen is aan de gewone man op de straat. Zo vroeg een collega van de week aan mij of ik meer wist van de veiligheidsmarkt die was gehouden in Sleeuwijk. Dit omdat zijn moeder was geïnterviewd door een lokale omroep. ‘Daar ben jij toch van?’
Ik moest hem teleurstellen. Nee, ik zit niet bij de zender die daar aanwezig was.
‘Maar het zijn lokale omroepen!’ Wierp hij tegen en hij probeerde een verklaring te vinden voor twee omroepen. ‘Dus de één is NOS en de ander RTL?’
Ik vond het leuk gevonden. Maar dit is natuurlijk niet zo. Beide zenders snakken naar overheidsgeld. Dus ze zijn beiden eigenlijk de NOS.
‘Dat is niet logisch.’ Was zijn laatste opmerking erover. Nu is dit zijn gebruikelijke uitspraak wanneer hij iets niet begrijpt, of wil begrijpen. Maar nu was ik het roerend met hem eens. Net als in dit rammelend verhaal is de logica in de hele radiosoap ver te zoeken.