Het is meer dan vier jaar geleden dat ik op jacht ging naar een nieuwe telefoon. Mijn abonnement liep af, en een veelgebruiker als ik heeft na twee jaar wel behoefte aan iets nieuws. De accu begint kuren te vertonen. De snelheid gaat zienderogen achteruit, en bovendien is een telefoon na twee jaar niet nieuw meer. De rest van de wereld gaat door waar de jouwe stil bleef staan.
Het probleem was dat ik absoluut niet wist wat voor een telefoon ik wilde. Een andere. Dat was het enige. Dus liep ik door de winkel van mijn provider tot ik in contact kwam met een nogal forse telefoon, voor die tijd dan. Na even ermee spelen, testen, kijken, voelen was ik verliefd. En even later stond ik te onderhandelen met de vrouw achter de kassa om een Huawei. Dat onderhandelen is altijd koehandel. Zij vult alle opties in van het abonnement en dan begint het uitkleden van die opties. Tot een gewenst maandbedrag is bereikt.
Toen dat bedrag naar mijn zin was kwam de … kant van het verhaal. Mijn gegevens moesten worden gecontroleerd, ik moest ja en amen zeggen dat de BKR wist dat ik een telefoon had op huurkoopbasis en ik moest mijn rijbewijs, dan wel paspoort dan wel ID-kaart laten inscannen. Vroeger werd die ceremonieloos op het kopieerapparaat geworpen. Tegenwoordig gaat er een vel overheen die sommige gegevens weg laat. Zodat de T-Mobile wel voldoende gegevens heeft zonder jouw privacy te schaden.
Terwijl de beste dame dat uitlegde onderbrak ik haar. “Ik heb geen privacy, ik heb Facebook.” Niet dat ik mijn privacy niet waardeer. Maar moeilijk doen over privacy aan de ene kant, terwijl ik die aan de andere kant prijsgeef vind ik hypocriet. Naast Facebook houdt ook Google mijn diepste geheimen vast. Is het toevallig dat Google af en toe dingen weet voor ik het weet? Dat het al een suggestie geeft voor een vraag terwijl ik die nog moet invullen? Nee, natuurlijk niet. Ik heb Google jarenlang informatie gevoerd, en wanneer ik iets wil weten boert die het op in de richting die hij van mij kent. De zogenaamde informatiebubbel want het geeft mij niet alleen de vragen die ik wil stellen, maar ook de antwoorden die ik verwacht. Of die antwoorden nu kloppen, of niet.
Ik vind nu dat ik een lans moet breken voor Huawei. Sinds mijn eerste telefoon van dit Chinese merk ben ik trouw en kijk dan ook meewarig, en zelfs met afkeer, naar de maatregelen die nu worden genomen tegen “mijn” telefoonmerk. Huawei lijkt de inzet te zijn van niet alleen de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China. Maar ook van een informatieoorlog. De VS stelt dat Huawei een verlengstuk is van de Chinese regering en dus spionagesoftware bevat. Onder druk van de regering trekt Google bepaalde bestanddelen van hun besturingssysteem Android in. De markt in de VS wordt gesloten voor Huawei en de president stelt dat als een bondgenoot van de VS nog technologie gebruikt van Huawei het moeilijk wordt om nog met ze samen te werken.
Eigenlijk is het een grove schande dat de consument als pion wordt ingezet. Dat landen hun netwerken tegen het licht moeten houden om spionage te voorkomen is een wijs idee. Maar daar hoeft de consument niet de dupe van te worden. Al helemaal niet om het onzinverhaal van spionage. Natuurlijk wordt ik in de gaten gehouden. Ik heb al gezegd dat Google praktisch alles van mij weet. Dat Facebook een hoop van mij weet. Edward Snowden heeft onthuld dat alle besturingssystemen achterdeurtjes bevatten voor de Amerikaanse Inlichtingendiensten. Volgens mij is de agressie jegens Huawei niets meer dan jaloezie. Als China mij inderdaad in de gaten wil houden via mijn telefoon dan is dat gewoon de zoveelste partij die in mijn porno aan het graven is. En dat is iets waar “de bewakers van de vrije wereld” graag een monopolie op hebben.