‘Dion, wist je dit?’ Gerrit wapperde met zijn krant, het Reformatorisch Dagblad. Of in elk geval een binnenkatern daarvan. Het is 20 juli van dit jaar namelijk 50 jaar geleden dat de eerste maanlanding was. Het moment waarop een man op bijna vierhonderdduizend kilometer van zijn huis uit de maanlander stapte en een enorme sprong maakte voor de mensheid. Het moment dat de mens definitief de aarde afgezworen leek te hebben en aantoonde in staat te zijn om voorbij de thuisplaneet te gaan.
Ja, ik wist het. Ondanks dat een hoop, en steeds meer, mensen ontkennen dat de maanlandingen ooit hebben plaatsgevonden is het een feit dat ze werkelijk zijn geweest. Ik kijk graag naar programma’s over de ruimte, waaronder ook de maanlandingen. Op Discovery World was vorig jaar een hele serie over het Amerikaanse Ruimtevaartprogramma tot aan de maanlandingen toe. Hoe veelomvattend de voorbereidingen waren, en hoe primitief die nu aandoen. Hoe onvoorbereid men toen was, en hoe simpel men dacht. Of hoe complex toen gedacht werd.
Alleen al de technologie die erbij kwam kijken. Nooit eerder was deze technologie gemaakt. Alles moest van de grond af worden bedacht en opgebouwd. Men kon niet zomaar een computer in de maanlander en raket plaatsen. De computer moest worden ontworpen, daarna moest die worden gebouwd en getest. En dat was ook niet simpel. Waar iedere zaktelefoon tegenwoordig elke taak kan uitvoeren, dankzij de microprocessor, moest de computer van de maanlander worden gebreid.
Ieder programma moest een eigen weg afleggen. Honderden meters kabel werden als trossen van de ene knop naar de andere gelegd. En zelfs dan had de computer nog maar de rekenkracht van een luciferdoosje. Alles moest worden geleerd en uitgeprobeerd. In eerste instantie was men van plan een raket te lanceren en die naar de maan te laten vliegen. Dat bleek te complex, te duur en eigenlijk onmogelijk. De angst was dat een grote, zware, raket in het maanoppervlakte weg zou zakken. Niemand wist waaruit die bestond, en ze gingen uit van een drijfzandachtige stofbende.
Daarom werd besloten voor een draagraket die een module en een lander af zou werpen. De module zou rond de maan cirkelen, wachtend op de terugkeer van de lander. De lander die zou, landen wat anders? Maar er moest worden getest of het mogelijk was om weer in dezelfde baan te komen om terug te keren. En ook weer te koppelen boven het maanoppervlak.
Dingen wie wij in films zien. In ruimteoorlogen, explosies en reizen met de snelheid van het licht. Ze lijken zo gemakkelijk in vergelijking met het echte werk. De maanlander was geen bepantserde raket met kanonnen. Maar een voertuig ter grootte van een goede caravan gemaakt van folie.
En vanuit dat ding stapte een mens op de maan. Een held die het aandurfde om door de ruimte te reizen. Een reis beginnende op een zwaar explosieve raket. Ik word al zenuwachtig als ik een vuurpijl in huis heb. Maar achter deze twee personen die de eer hadden om als eerste op de maan te zijn staat een heel team. Een team van naaisters van hun pakken, tot wetenschappers en ingenieurs.
En dat terwijl het niet meer was dan een wedstrijdje verplassen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. De grootmachten van die tijd. En dat is jammer, want toen eenmaal de persoon was bepaald die zijn straal het verst had gemikt besloten ze niet verder te gaan. Vijftig jaar geleden. Er zijn daarna nog wel missies geweest, maar ze staan in de schaduw van de eerste. En de derde, omdat daar een goede film van gemaakt is.
De mensheid staat nu al bijna vijftig jaar weer met beide benen op de grond, en heeft geen stap terug of verder meer gezet. Toch blijven de maanlandingen een monument van de menselijke durf en inzet. Om te gaan waar we niet zouden kunnen of mogen komen. Want het Reformatorisch Dagblad plaatste kanttekeningen uit de tijd van de landingen bij het artikel. Hoe mensen en predikanten zich afvroegen of dit niet tegen de wil van God was.
Het klinkt als dezelfde kritiek die klonk toen het vliegtuig werd uitgevonden. Toen vaccinaties in staat bleken kindersterfte terug te dringen. Maar ook de kritiek die was op de eerste treinen. Hoe mensen ziek zouden worden als ze boven de vijftig kilometer per uur zouden gaan reizen. Hoe dan ook. Als het niet de bedoeling van God was om de aarde te verlaten en de hemel te bestormen heeft hij zes keer een oogje toegeknepen. En ik hoop dat ik in mijn leven nog mag meemaken dat de eerste mens op Mars land.