Ik hoor de voetstappen en maak mij heel klein. Ademhalen durf ik niet, laat staan lachen praten of schuifelen. Het kan zijn dat dit zo voorbij is. Het kan ook zijn dat dit langer kan duren. Ik hou mijn lucht binnen en span mijn hele lijf. Ik ben mij merkwaardig bewust van mijn hartslag en spits mijn oren. Dan komt het gevreesde geluid: “TRING!”
De deurbel!
Dit overkomt mij vaker dan ik zou willen. Als ik aan het begin van de avond heb gegeten trek ik mij, voor het douchen, graag terug op het kleinste kamertje. Uiteraard heb ik mijn telefoon bij me en ik blijf na het lossen van de lading ook vaak zitten. Soms voor een paar minuten, soms langer. En dan komt het wel eens voor dat ik de voetstappen hoor naderen. Huis na huis gaan ze af tot ze bij mij zijn.
Wie ze zijn weet ik niet. Het kunnen collectanten zijn. Het kunnen ook huis aan huis verkopers zijn. Jehova’s Getuigen of zelfs Satanisten. Maar er staat iemand voor de deur die aanbelt en mij spreken wil. Wat te doen? Het probleem is namelijk dat mijn wc naast mijn voordeur zit. Dat betekent dat wie er voor de deur staat mij het kamertje ziet verlaten. Dat die een wc door hoort spoelen. Dat die eventueel de geur van rode rozen en vergeet me nietjes ruikt die ik heb geproduceerd.
En dan de logistieke nachtmerrie. Spreek ik de persoon eerst aan zodat die verder kan? Of ga ik eerst naar de keuken om mijn handen te wassen? Of spreek ik hem of haar eerst aan om te vragen wat hij wil, en als er dan collecte bij komt kijken was ik dán pas mijn handen? Of was ik mijn handen helemaal niet? In dat geval weet de persoon zeker dat hij of zij te maken heeft met een viezerik, want ze weten dat ik van de wc af kom!
Al die gedachten flitsen door mijn hoofd terwijl de seconden wegtikken. Ik durf geen vin te verroeren en maak mij soms wel eens zorgen dat ze gaan gluren door het toiletraampje. Dan zien ze mij met de broek op de enkels en telefoon in de hand zo stil mogelijk wezen. Ik bid dat er geen tweede keer gebeld wordt. Als dat gebeurt dan is het belangrijk en heb ik geen enkele keuze meer dan te roepen dat ik eraan kom.
Seconden worden minuten. Zijn ze weg? Kan ik opstaan? Een haan kraait altijd twee keer. Dus als het belangrijk is zal er nog wel eens gebeld worden. Intussen durf ik niks. Mag ik al opstaan en de wc doortrekken? Mag ik al naar buiten? Maar dan kijkt de persoon aan de andere kant van de deur mij natuurlijk met opgetrokken wenkbrauwen aan. Zo'n blik van; hé hé, ben je daar eindelijk! Of misschien wilde die net weggaan en draait die zich dan om.
Dan kom ik weer uit bij het eerste dilemma. Maar ook de verontschuldiging dat ze zo lang hebben moeten wachten. En wat als het een verkoper is met iets wat ik toch niet wil? Dan heeft hij niet alleen staan wachten, wordt blootgesteld aan mijn stank maar hij krijgt dan ook een "nee dank je" te horen. Dat is dubbel zonde van zijn tijd! Dan kan ik hem toch beter nog een paar seconden langer laten wachten dat hij daarna, onverrichter zaken,verder loopt? Dat is dan toch veel humaner dan dubbel zoveel tijd op te slokken?
Minuut na minuut trekt voorbij. De persoon aan de deur is nu vast weg. Mooi dan kan ik de wc doortrekken, mijn broek ophijsen en gaan staan, in een andere volgorde natuurlijk. Dan het volgende probleem; ik ga naar buiten. Maar wat als die persoon nog door de straat zwerft? Wat als die aan de overkant staat en naar binnen kijkt, dan ziet hij of zij mij lopen en komen ze terug. Of ze zijn hartstikke boos, want ze hebben net minuten gewacht en nu blijk ik gewoon thuis te zijn. In plaats van ze wegbonjouren heb ik ze genegeerd. Wraak!
Gelukkig is dat nog nooit gebeurd. Meestal blijf ik wel lang… "Tring"
…
Ssst.
Iedereen heel stil zijn nu.