Even een mea culpa. De titel van dit zaterdagstukje is al jaren verkeerd. Het is ooit begonnen met Radiostem, en dit is al het derde deel in deze reeks. Maar de titel had eigenlijk “radiohoofd” moeten wezen. Volgens een presentator van een landelijke zender (ik weet niet meer wie) is een radiohoofd iemand met een fijn stemgeluid, maar een kop die je niet op tv wil zien. Dus ik had mij een radiohoofd aangemeten, maar het werd een radiostem. Oeps.
Maar goed. Na een paar keer een prijsvraag gewonnen te hebben, en een interview gegeven te hebben ben ik nu vaker op de radio dan ooit. Een paar weken geleden werd ik gebeld door Henri Verhagen van OKE-FM of ik een column wilde schrijven, en voorlezen, voor zijn radioshow. Mediageil als ik ben zei ik niet direct ja en besloot er een nachtje over te gaan slapen. Met als gevolg dat ik meteen een nachtmerrie had dat ik mijn tekst niet had geschreven en in de laatste tien minuten iets eruit moest persen. Maar doembeelden zijn geen reden om nee te zeggen natuurlijk.
Nu bevindt radio in Altena zich in een interessante tijd. Zoals mijn (radio)column van afgelopen woensdag al zei; er zijn twee zenders, en er mag er maar één over blijven. En ik zit in een dilemma. Ik ben een fan van A-FM, ik luister er elke zaterdag naar. Ook nu ik dit stukje op Facebook en de site plaats staat die zender aan op mijn wekkerradio, en zo merk ik het meteen wanneer er een verandering is in presentatie. Maar ik ben nu, min of meer, werkzaam voor OKE-FM. De concurrentie. En dat is letterlijk concurrentie, geen concullega.
Ondanks mijn eigen bezwaren ertegen heb ik daarom besloten om het afgelopen woensdag in mijn column te praten over de redenen waarom OKE-FM blijven moet. En dat was lastig genoeg omdat ik niet geheel bekend ben met de materie achter de zenders. Bovendien moest ik op zoek naar redenen waarom OKE moest blijven. En welke reden je ook aandraagt, eender welke zender, ze lijken altijd triviaal. Tijdens het brainstormen kwam ik wel achter een trend. En die trend is dat de voormalige gemeente Aalburg erg veel heeft verloren door zich aan te sluiten bij Altena. Een gemeente waar ze eigenlijk al niet bij wilden horen.
Let’s face it: de enige keer dat die omgeving in het nieuws is en in de belangstelling staat is wanneer er weer een autobrand in Veen wordt gesignaleerd. En zelfs die brandjes worden door de gemeenteraad niet serieus genomen. Er zitten geen wethouders uit Aalburg in het B&W en ik had, tot OKE-FM, niet echt het idee dat dat gedeelte van Altena er ook nog was. Maar nu wel. En ik besloot dit te kapen als reden om de zender in de lucht te houden. Sterk? Nee.
De radiocolumn van woensdag was geen aanklacht tegen een of beide zenders. Zoals ik toen al zei: ik draag ze een warm hart toe. De medewerkers van A-FM zijn altijd vriendelijk geweest wanneer ik langs kwam op het golfpark in Almkerk en als toeschouwer bij de uitzending was. Ze hadden zelfs een perstafel klaargezet bij het grote debat! En OKE geeft mij nu weer de kans om een column te schrijven en gehoord en gelezen te worden. Ik dien ook geen klacht in tegen het mislukken van de fusie tussen beide zenders. Het meest ironische is dat ik bij mensen van beide zenders heb geïnformeerd waarom een fusie niet lukte. En beide zenders geven dezelfde redenen daarvoor. De waarheid daarachter zal dus in het midden liggen.
En ik begrijp ook de onmacht dat de politiek plaagt. De keuze voor één zender is meteen een afwijzing van de andere zender. Zo voelt het ook voor mij. Er is geen gulden middenweg, ondanks de partijen die dat willen en nog éénmaal hopen dat het om tafel krijgen van beide zenders iets op kan leveren. Maar toch neem ik het vooral de politiek kwalijk dat ze dit zo ver hebben laten komen. Deze beslissing had eigenlijk al vóór de fusie rond moeten zijn. Of zo snel mogelijk daarna. Het is nu maandenlang aangemodderd en gaat, in mijn ogen vooral over het onderbuikgevoel. De gemeenteraad, die een advies uit moet brengen aan het Commissariaat voor de Media, had allang een keuze moeten maken.
Hoe moeilijk is het om een lijst met voorwaarden te hebben en dan gewoon een beslissing te nemen. Wat is belangrijk aan een lokale zender? Bereik? Het aantal luisteraars, en wie luistert? Dat is natuurlijk iets om in overweging te nemen. Kwaliteit? Als kwaliteit meetbaar was dan had het woord niet meer bestaan. Maar eerlijk gezegd weet ik wel wie ik kwalitatief beter vind. De muziek? Dat is een kwestie van smaak, en over smaak moet je natuurlijk blijven twisten. De invloeden van buitenaf, of naar buiten toe? De kosten?
Als het hier vanaf had gehangen dan hadden ze bij de tweede raadsvergadering al de kogel door de kerk kunnen hebben. Als ik iets ga kopen, een nieuwe computer bijvoorbeeld, dan kijk ik naar de cijfers. Dan kijk ik naar wat ik wil en ga voor het beste. Wat dat ook mag zijn. Die keuze maak ik op dat moment. Niet maanden later, want ik weet wat ik wil hebben. Maar zelfs met de deadline in zicht lijkt de politiek niet te weten wat ze willen hebben en welke keuze ze moeten maken.
Dinsdag wordt er een beslissing genomen over de zender. Welke zender krijgt steun? Ik weet het zelf ook niet. Het liefste word ik volgend jaar op deze zaterdag wakker, zet ik A-FM weer op en schrijf mijn column voor OKE-FM. Nu is dat een droom, dus rest mij maar één ding: ik wil niet wéér een column kwijtraken. Dus ik ben met pijn in mijn hart voor OKE-FM. Hoe jammer ik het ook vind. Want eigenlijk komt alles bij elkaar in het volgende statement. De DJ’s, medewerkers en wie er ook met de zenders te maken heeft willen één ding. En dat is radio of tv maken. En de luisteraars willen gewoon naar hun favoriete zender kunnen luisteren. En het is jammer dat dat nu verstoord wordt door een politieke thriller.