Een van de programma’s waar ik graag naar kijk is FoodFactory op Discovery Science. Dit programma geeft een kijkje achter de schermen van Amerikaanse en Canadese voedselfabrieken. Dit kunnen snoepjes zijn, maar ook broden en chocolaatjes. Het is in elk geval geen programma om te kijken wanneer je honger hebt en niets te snaaien hebt in huis. Daarmee valt het in de categorie “Heel Holland Bakt”. Ook een programma welke niet te kijken is zonder te watertanden. Dat is ook de grootste reden dat ik niet kijk. Ik heb ooit één aflevering gevolgd en heb daarna mijn keuken overhoop gehaald op jacht naar koekjes, slagroom en alles wat ik niet in huis had.
Bij FoodFactory is dat effect minder. De klinische kant van de voedselproductie zorgt ervoor dat het lang niet zo smakelijk aandoet. Als je weet dat je ligakoek met de snelheid van het geluid door een machine wordt geloodst die in een oogwenk dat lekkere beetje gestolde melk erop spuit haalt het de smaak wel weg.
Desondanks zijn er dingen waar je niet op kan wachten om het zelf te doen. Een van die dingen zag ik een paar weken geleden. Hoe grote lappen malse biefstuk in een ondiep marinadebad van barbecuesaus werden gedompeld en daar een minuut of wat bleven liggen. Uiteindelijk kregen de biefstukken nog een korte massage voor ze te drogen werden gehangen en uiteindelijk gerookt. Het eindproduct, gerookte en houdbare stukjes vlees, was lang niet zo lekker als het begin. De lappen vlees en marinade deden mij namelijk denken aan barbecueën!
En dan de heerlijke warme zomeravonden. Wanneer het nog lang licht is buiten. Dat het een traktatie is om een drankje te pakken, plaats te nemen op een tuinstoel en het vlees te garen boven hete kolen. Vroeger was ik een wintermens die daar niet aan moest denken. Maar tegenwoordig kan ik niet wachten tot het zo ver is. En afgelopen week kregen we een traktatie van moeder natuur. Eind februari, normaal de koudste maand van het jaar. Nu was het lentewarm. Truien uit, armen bloot en bakken in de zon.
Helaas was het enkel de temperatuur en deed de zon niet mee. Die ging namelijk nog vroeg onder en de avonden waren nog steeds koud. Zo koud zelfs dat ik een aantal keren mijn voorruit schoon heb moeten krabben. Maar tot dat moment was het genieten geblazen. Toch stak het mij een beetje. Ik verwelkomde het weer, de zon en het gebrek aan een jas of trui. Maar toch voelde het als verraad.
Want het was namelijk wel februari. Waar waren de sneeuwbuien? Waar was de gladheid? Ik ben geen ontkenner van de klimaatverandering. Ik weet dat het klimaat verandert, en dat de mens daar zijn steentje aan bijdraagt. En dat dit in de toekomst vaker voor gaat komen als we niet iets doen. En dat er onwil is op sociaal en politiek vlak om werkelijk stappen te zetten. En misschien is het stiekem wel omdat we dit willen. Want het hele jaar door lekker weer is natuurlijk prachtig.
Maar het is jammer van de sneeuw. Zal het over honderd jaar een fabeltje zijn dat er ooit sneeuw viel in Nederland? Net als de heksenvervolgingen uit het verleden. Nu vinden we het dom bijgeloof, maar vroeger werd er heilig in geloofd en werden vrouwen en meisjes omgebracht omdat ze werden verdacht heks te zijn.
Dat de heksenvervolgingen gestopt zijn is natuurlijk goed. Dat de sneeuw weg gaat is jammer. Maar het meest jammer vond ik toch wel de korte avond. De barbecue blijft voorlopig maar in de schuur tot het werkelijk lang genoeg warm is om gemarineerde en gemasseerde biefstukken te verkolen.