Afgelopen dinsdag was het bevrijdingspodium in bistro de Vrouwenhemel. Een jaarlijkse, speciale editie van het dichterspodium met gedichten die gaan over vrijheid, de bevrijding en dingen die daarmee samengaan. Ik heb zelf ook een piepkleine bijdrage geleverd tussen alle prachtige gedichten door. Er waren mensen, zoals ik, die direct verhalen uit de oorlog op rijm hadden gezet. Heldendaden van verzetslieden. Of juist bevrijding van relaties, pijn of andere kwellingen en ongemakken aanhaalden.
Tijdens de pauze raakte ik in gesprek met twee dames over de oorlog en het verzet. En dan vooral de notie dat de generatie die de oorlog heeft meegemaakt, en actief is geweest in het verzet of iets verschrikkelijks heeft meegemaakt daar meestal over zwijgt. Het is natuurlijk niet kies om met je verschrikkingen te koop te lopen. Maar zelfs de kinderen van de oorlogsgeneratie weten vaak niet wat zich precies heeft afgespeeld.
Zo vertelde een van de dames dat haar moeder in een kamp had gezeten. De moeder van deze vrouw was werkzaam geweest bij de PTT in de telefooncentrale. Als daad van verzet bond ze, wanneer ze de bezetter aan de lijn kreeg die een bepaald nummer wilden bellen, deze verkeerd door. Of ze wist dat er een arrestatie dreigde en gaf zelf een seintje door. Dit kon natuurlijk nooit lang duren voor het werd opgemerkt. Zo werd ze opgepakt en naar kamp Ravensbrück gebracht.
Het is hier dat de moeder een serie psychische klachten ontwikkelde waar ze later nog last van zou hebben. Ze gaf het zelf ook toe dat ze bepaalde dingen niet kon plaatsen. Maar over de tijd in het kamp heeft ze nooit veel losgelaten. Haar dochter vertelde mij een enkel verhaal wat ze wel had gehoord. Haar moeder werd, samen met een paar andere vrouwen, gepakt toen ze in het kamp brood probeerden te stelen. Als vergelding werden ze op een regenachtige nacht vastgebonden, in de stromende regen onder een aflopend dak zonder dakgoot. Alsof de regen nog niet genoeg was werden ze ook nog eens overvallen door al het water wat op het dak viel. De hele koude nacht niet bewegen en werden besproeid door even ijskoud hemelwater. Druppel na druppel.
Ik stond met mijn mond vol tanden. Wat moet je zeggen als dit verteld wordt? Dit is een prachtig, maar gruwelijk verhaal. Het toont aan dat de mensen en beesten niet zo ver van elkaar vandaan liggen als we willen geloven. Het toont ook dat barbaarsheid iets is van lang geleden, maar ik sprak hier met iemand die maar één generatie na die daden ter wereld was gekomen. Maar het toont ook het geluk wat ik heb dat ik geen reactie kon geven, of dat ik niets uit wist te brengen.
Hoe dichtbij en tastbaar het hele gebeuren in het gesprek ook voelde. Zo ver weg leek het. In een hollywoodfilm komt het allemaal goed. Daar rukt de held zich los of houdt zich op de been door op wraak te zinnen. Maar volgens het verhaal van de vrouw zijn er een paar vrouwen die die regenachtige nacht niet hebben overleefd. Dat is de realiteit. Het is niet vol heldenmoed. Het is niet door het vuur en alles voor de idealen. Het is angst, het is de angst te doen wat je denkt dat goed is. Het is een verscheurende keuze om in het verzet te gaan.
Een paar maanden geleden was een documentaireserie over de F16-vliegers op National Geographic Channel. Nederlandse piloten die deelnamen aan de bombardementen op IS vanuit hun vliegbases in Jordanië. Het was heel openhartig en diep waarbij sommige van deze geharde mensen het diepst van hun ziel bloot legden. De vraag werd gesteld wat zij ervan vonden dat ze op een plek zo ver van huis vochten. Konden ze niet beter de boel de boel laten in plaats van te vechten in een vreemd land tegen een vreemde vijand?
Het antwoord was stellig. Als wij IS zouden laten woekeren zouden ze vanzelf bij ons komen. En dan moest er bij ons gevochten worden. Dan zouden wij bommen op ons eigen land moeten gooien om het veilig te houden. Beter het gevaar bevechten waar het bestaat in plaats van wachten tot het naar je toe komt.
En ik denk erbij: beter niets weten te zeggen dan precies te weten waar men het over heeft. Liever een herinnering die vervaagt dan eentje die werkelijkheid is. Maar dat wil niet zeggen dat de verhalen van vroeger mogen verdwijnen. Want die moeten we juist blijven herinneren. Als het niet is voor de slachtoffers dan wel om te voorkomen dat we zelf het slachtoffer worden.