Mijn overbuurman zegt als het over politiek gaat, en het ruimen van vee, dat er in Den Haag een kamer is met 150 varkens waarvan de helft wel weg kan. Nu is dat zo kort door de bocht dat zelfs Verstappen die niet zou nemen, maar soms denk ik dat hij gelijk heeft. Zo was het ook bij het debat over de militaire inzet tegen de Islamitische Staat dat die gedachte bij mij door het hoofd ging. Het ging specifiek over de burgerdoden die waren gevallen bij een bombardement op een bommenfabriek.
Logisch: bommen doen boem! En als je een bom op bommen gooit krijg je een grotere boem! Simpele vuurwerkregels welke door jongetjes van negen die met hun linnen schoudertassen vol rotjes de straat op gaan al worden begrepen. Nu zijn er bij het veroorzaken van de grote boem echter doden gevallen. En dat waren, aangenomen onschuldige, burgerdoden.
De beroemde woorden van Sergeant Major “Shut Up” Williams uit “Oh Moeder Wat Is Het Heet” flitsten door mijn brein toen ik het hoorde; “Oh dear, how sad, never mind!” Want hoe zielig het ook is dat er burgerdoden waren, het was oorlog. Het is niet dat er weken van tevoren brieven konden worden bezorgd met: “in naam van de koning is uw wijk uitgekozen om te worden gebombardeerd.” Of dat Gaston van postcodeloterij bekend maakt dat de bom op deze postcode gevallen is.
Maar het is natuurlijk niet kies om burgerdoden te maken in welke militaire campagne dan ook. Wij verwachten dat de vijand burgers ook met rust laat *kuch Bataclan* *Ahum Manchester* dus wij moeten dat ook doen. En nu was er een wijk in de as gelegd. Niet alleen dat, het werd politiek nog lastiger omdat de minister, en het ministerie van defensie, het hadden geprobeerd achter te houden. Als we iets geleerd hebben van de bonnetjesaffaire is het dat zoiets niet kan.
Het enige dat de geloofwaardigheid van Rutte kan redden is zijn plotselinge alzheimer over deze affaire. Maar laten we geen stommetje spelen; waar gehakt wordt vallen spaanders. En hoe jammer dat ook is, het is het risico. Een risico welke Öztürk van Denk niet lang over nagedacht heeft. Hij besloot dat al dat gekrakeel over de schuldvraag niet nodig was en ging meteen voor de grote prijs: de Nederlandse soldaten zijn gewoon moordenaars.
Als mijn buurman al kort door de bocht gaat dan vliegt dit kamerlid spontaan uit de bocht. Hij gaat hier voorbij aan zoveel fundamentele rechten en plichten van de staat, regering en politiek dat het mij verbaast dat hij toezicht mag houden op onze democratie. Misschien zijn militairen moordenaars. Want inderdaad ze doden met voorbedachte rade! Maar uit wiens naam doen ze dat? Uit naam van het Nederlandse volk. Dat volk heeft bij de verkiezingen een mandaat gegeven aan 150 varkens volksvertegenwoordigers. Deze hebben uiteindelijk, door een lastig stelsel om elkaar in te dekken tegen fouten, de missie van de militairen bevolen.
En met het bevel tot die missie is het bewuste risico op slachtoffers genomen. Dat hoop ik tenminste. Ik begrijp dat het voor de heer Öztürk lastig is om de hand in eigen boezem te steken. Maar het zou hem, en iedereen, sieren toe te geven dat dit een risico was. Een risico dat genomen is. Maar een nodig risico om Nederland, en de rest van het vrije westen, veilig te houden. En dat je de verantwoordelijkheid voor doden niet wegstreept door de uitvoerder van jouw opdracht als moordenaar te bestempelen.
Militairen zijn mensen die hun leven in de waagschaal leggen om het hele land veilig te houden. Ze verdienen de hoogste eer en respect van elke Nederlandse burger Je ontneemt ze niet alleen het respect dat ze verdienen door ze af te schepen als moordenaars. Je geeft hierbij ook aan dat je jezelf niet anders ziet als een maffiabaas met een knokploeg.