Als iemand van deze tijd ben ik dol op de digitale samenleving. In één of twee klikken heb ik dingen opgezocht van een vraag die ik nog maar net bedacht heb. Met mijn stem kan ik een televisieserie starten, mijn lampen aan en uitdoen en naar de radio luisteren. De wekker naast mijn bed geef ik met de stem een wekkertijd door en val met het zacht ruisen van de zee in slaap.
Maar ik besef dat de digitale samenleving niet zaligmakend is. Een paar jaar geleden kreeg ik van de woningbouw een brief met het verzoek een vragenlijst in te vullen. De vragenlijst, via het internet, maakte duidelijk dat ze liever digitaal gingen werken. Zo bleek in elk geval uit de vraagstelling. Bij de, optionele, opmerkingen aan het einde maakte ik duidelijk dat ik liever nog gewoon wilde bellen als er onderhoud nodig was aan mijn woning.
Helemaal overtuigd van de het volledig digitale platform was, en ben, ik namelijk niet. Een paar jaar geleden brak mijn sleutel in mijn voordeur. Door het stompje in de sleuf te drukken kon ik het slot nog wel open krijgen. Maar het is natuurlijk niet de situatie die ik wil hebben. Het was weekend, avond en bellen was uiteraard niet mogelijk. Dus ik deed het verzoek om mijn sloten te vervangen via het internet. In summiere bewoordingen vertelde ik dat mijn sleutel was gebroken en nu vast zat in mijn slot. Gaarne reparatie of vervanging dus!
Ze waren gelukkig snel ter plaatse. De volgende dag moest mijn overbuurman ingrijpen toen een monteur met een busje WD-40 op mijn voordeur af stapte om het slot los te maken. Gelukkig maar want de monteur had compleet verkeerd begrepen wat het probleem was, en dacht dat het enkel met zijn wonderolie op te lossen was. Volgens hem zat, naar aanleiding van mijn bericht, enkel het slot vast. Mijn buurman overtuigde hem van de noodzaak het slot helemaal te vervangen.
Vandaar dat ik niet helemaal overtuigd ben van alles digitaal doorgeven. Het geeft geen ruimte voor nuance of overleg. Stel nu voor dat mijn overbuurman er niet was geweest en de monteur niet had tegengehouden? Dan had ik met een goed geoliede afgebroken sleutel gezeten. En had ik nog een dag langer moeten wachten op vervanging van mijn slot.
Nu ben ik niet per se tegen informatievoorziening via de mail. Maar waar de woningbouw blijkbaar dol is op het krijgen van digitale post zijn ze niet zo scheutig met het versturen ervan. Ik krijg van mijn jaarlijkse huurverhoging tenminste nog altijd netjes een brief in de bus. Maar ook ik vind dat daaraan grenzen, horen, te zijn.
De verhuurorganisatie wil fuseren met een andere verhuurorganisatie. Want fuseringen hebben altijd goede dingen gedaan voor iedereen (merk op dat dit sarcasme is). Ik werd daarom vorige week verrast met een aan mij persoonlijk geadresseerde brief waarin de woningbouw, wegens de aanstaande fusie, vroeg of mijn gegevens nog in orde waren. Waaronder mijn mailadres. Ik kon geen afwijkingen ontdekken en heb de brief doorgestuurd naar het papierarchief.
Wel vond ik het vreemd. Ze wilden weten of mijn mailadres nog klopte? Stuur dan gewoon een mailtje naar mijn mail! Vraag of ik op een link wil drukken om te bevestigen dat het werkelijk mijn mailadres is en stuur brieven naar mensen die dit niet doen. Maar het werd nog vreemder.
Want ik kwam van de week thuis en trof, wederom, een enveloppe van de woningbouw aan. Deze bevatte maar liefst twee papieren die uitlegden dat de servicekosten zouden stijgen. Maar dat mijn huur niet omhoog zou gaan! De huur zou worden verlaagd om de servicekosten te laten stijgen, en zo zou er niets veranderen!
Ik weet dat ik zelden kort van stof ben. Maar twee brieven sturen om te zeggen dat er niets verandert wil er zelfs bij mij niet in! Bomen zijn gestorven om deze onformatie aan mij door te geven! Een printer heeft moeten printen, er zijn waarschijnlijk urenlange vergaderingen gehouden. Duizenden euro’s zijn door het spoelputje gegaan. Enkel om tegen mij te zeggen, in twee dubbele kantjes, dat er niets gaat veranderen!
Ik dus geen voorstander van de constant voortdravende digitalisering. Maar er moeten toch grenzen zijn aan wat je niet-digitaal door wil geven.