Afgelopen maandag was het “blue monday”. Oftewel: blauwe maandag. De meest deprimerende dag van het jaar. De feestdagen zijn voorbij, vakanties nog ver weg en het is nog even doorbijten tot de volgende salarisstorting. Dat alles maakt dat, volgens de wetenschap en statistici, mensen massaal aan de prozac gaan om een beetje te kunnen glimlachen.
“Wat is er dan nu in de aanbieding?” Werd mij gevraagd toen ik iemand eraan moest herinneren dat het blue monday was. Wat niet zo’n heel vreemde conclusie is. Black Friday is bijna ingeburgerd in de Nederlandse commercie. Cyber Monday en Singles Day (11-11-11) volgen kort daarop. En dit zijn allemaal redenen voor de winkels om de bloemetjes buiten te zetten. Korting op korting te geven.
Maar blue monday is natuurlijk het tegenovergestelde. De kern van de blauwe maandag is dat je geen geld hebt om iets te betalen. Zelfs niet wanneer het flink afgeprijsd is. Het maakt de kooplustige mens juist depri om te kijken naar de koopjes terwijl de paddestoelen uit de portemonnee omhoog kruipen.
In dat geval mag ik spreken van een blauwe week, of zelfs een blauwe maand! Want ook mijn geld is op. Te duur geleefd in de decembermaand. Iets te vrijgevig geweest en iets te veel op de pof geleefd. En daar pluk ik deze januarimaand de wrange vruchten van Zo wrang zelfs dat ik mijn familie, bijna teleur moest stellen. Zij hadden namelijk het plan gehad te gaan zwemmen om extra lichaamsbeweging te krijgen.
Jaren geleden zwom ik ook wekelijks. En dat vormde zelfs de inspiratie tot een van mijn eerste stukjes; https://tinyurl.com/udcppgl. Maar na jaren op het droge leven besloot ik deze keer voet bij stuk te houden en niet te gaan zwemmen! Standvastig. Fier! Niet te overtuigen.
Donderdagavond plonsde ik als eerste in het water. Om er ook als eerste weer uit te komen, kramp! Niet goed voorverwarmd, niet meer gewend. Wat het ook was, mijn benen waren na één baantje houterig en pijnlijk. En ik had afgesproken er minimaal tien te doen! Toen de kramp eindelijk weg was getrokken ging ik het water in en begon als een mislukte marinier aan de monstertocht van negen andere baantjes.
Die redde ik gelukkig. Tot Markiezin de Sade langs kwam! “Hup, nog één rondje!” Kondigde mijn schoonzusje Wendy aan. “Ik ben toch niet met oudjes op stap!” Met de moed der wanhoop ging ik nog een rondje. Daarna moest ik er nóg een doen. En nóg een. Ik kwam letterlijk niet meer vooruit. Mijn armen bewogen. Mijn benen bewogen. Maar ik bleef op dezelfde plek.
“Nog één rondje!” Maar ik besefte dat het lastig zou worden. Ik moest de dag erop gewoon werken, en darten! Maar je geeft natuurlijk niet op als mevrouw de Sade het wil en ik maakte dat laatste rondje met enkel mijn benen af.
Toen ik, later die avond, langs Jinek zapte zag ik Maarten van der Weijden die bezig was met een recordpoging. Als een vis ging hij door het water. Respect voor hem. Volgende week ga ik hem weer nadoen! Als die hele blauwe maandag, en blauwe week, voorbij is!