Woord vooraf: dit is geen roep om hulp. En ik heb momenteel ook geen hulp nodig. Als je zelf worstelt met gedachten waar je wel hulp bij nodig hebt neem dan contact op met 113.
-
Soms denk ik wel eens aan de dood. Mijn eigen dood. Soms heb ik het idee dat ik niet oud zal worden. En ik weet niet eens zeker of ik dat wel wil. Wat moet ik met een hoge leeftijd? Zou ik dat wel willen? Soms ril ik bij de gedachte dat ik nog jaren door moet brengen op deze aardkloot. Ik heb er nu bijna tweeëndertig jaar op zitten. En gezien wat ik in die tijd heb meegemaakt, moet ik mij dan verheugen op de komende tweeëndertig jaar? Of beter gezegd, als er niet weer een regering komt die aan de knoppen gaat draaien, de komende vijfendertig?
Ik denk niet zozeer aan het doodgaan zelf. Doodgaan is maar een fractie van een seconde. Het is een ongeluk, het is moedwil. Het is eigenhandig of door iemand anders. Het is ouderdom of ziekte. Een mensenleven is ondanks de waarde die we eraan hechten ongelooflijk fragiel. Dood zijn duurt langer dan leven. En leven duurt weer langer dan geboren worden. En geboren worden duurt langer dan doodgaan, of beter dood worden. Want vanaf de geboorte is het eigenlijk één lang proces van sterven.
En voor wie dood wil zijn er voldoende huis-tuin-en-keuken opties. Hoge gebouwen genoeg. Een strop, een trein. En ik heb zelfs een keer gelezen dat helium een heel effectief en pijnloos middel is wanneer artsen niet mee willen werken.
Doodgaan is dus simpel. Maar ik denk meer aan wat er daarna gebeurt. Ik heb gemerkt dat er steeds meer mensen doodgaan. Het is de onvermijdelijke consequentie van het ouder worden. Mensen die eens waren verdwijnen en laten enkel een omhulsel en herinneringen achter. En misschien iets blijvends. Vroeger voorbehouden aan mensen die grootse daden verricht hadden, tegenwoordig iets voor ieder mens.
Waar koningen, keizers. Veldheren en dictators vroeger moeite moesten doen om een regel in een geschiedenisboek te krijgen zijn mensen nu, vanaf het moment dat ze geboren worden bekend. De belastingdienst weet wie je bent. En zodra je op het internet gaat weten tienduizend opsporingsdiensten en een miljoen bedrijven wat je wilt. Een zoektocht op een webwinkel, een transactie met een creditcard. Een post op Facebook of waar dan ook. Er wordt al voorspeld dat de sociale media in een aantal jaren meer dode accounts kennen dan levende accounts. Als zerken voor mensen die dood zijn gegaan. Een tastbare digitale herinnering.
Maar goed, dat is nalatenschap. Dat is iets wat je na je dood niet meer gebruikt. Tenminste, dat mag je hopen en misschien schrijf ik daar nog wel een keer over. Ik had het namelijk over de dood. Mijn dood! Toen mijn ouders gescheiden waren wilde ik dolgraag dood. Niet dat ik het leven niet zag zitten. Maar ik had moeite met de verandering in dat leven. De gescheurde loyaliteit, bovenop andere problemen die kinderen aan het begin van de puberteit hebben. Ik had de droom dat mijn ouders zich weer zouden verenigen wanneer ik er niet meer was. Of dat ik, Hollywood gelijk, in een brief zou zetten dat ze weer bij elkaar moesten komen. Een laatste wens. Een eis!
Een afscheidsbrief, een mes door mijn polsen en langzaam wegglijden in de eeuwigheid. Een zoet droombeeld uit die tijd. Uiteraard wist ik ook dat dit een idioot iets was. Zelfs als mijn ouders al rouwend rond mijn kist elkaar weer zouden vinden dan zou ik er niets van mee krijgen. Logisch want ik was dood! Met mijn lichaam in de koude grond was er geen kans dat ik de vruchten zou plukken van mijn sterven. En het is niet dat wanneer je niet meer bestaat jezelf een high-five kan geven dat het zo goed gelukt is.
Niet dat ik geen voorbereidingen heb getroffen voor het moment dat de stekker eruit gaat. Soms, op stille momenten, dwalen mijn gedachten af naar een onpersoonlijke aula. Wie zou er allemaal komen? Zullen er wel mensen komen? Welke foto zal er op mijn kist staan? Wanneer “The Sound of Silence” heeft geklonken. Zal er dan iemand gaan spreken of staat een begrafenisondernemer tegen een halflege aula een flutverhaal te houden? Een onpersoonlijk profiel opgedaan uit de stukjes van mijn site en op Facebook.
En wie zou het lef hebben mijn dode gewicht te dragen wanneer “This is the moment” uit de speakers klinkt? Of besluiten ze dat het veiliger is om een rolkarretje te gebruiken. Rollend naar de auto en daarna lekker resomeren (zoek maar op, véél cooler dan cremeren!)
Aan de ene kant kan ik niet wachten. Aan de andere kant heb ik nog zoveel dingen te doen… het kan wel wachten. En daarbij, wie maakt het uit wat er dan gebeurt? Mij niet, want ik ben er toch wel/niet bij. En zelfs als ik niet oud zal worden hoop ik nog jaren voor de boeg te hebben.
-
Nawoord: ik heb geen hulp nodig. Heb je wel hulp nodig, neem dan contact op met 113, de zelfmoordpreventielijn!