“Heeft er iemand tijd om een kerstgebeuren op te nemen?” Dit was ongeveer de boodschap die op de app verscheen die wordt gebruikt voor Oké-Magazine, de radioshow waar ik columns voor verzorg. Een beetje schuchter stak ik (virtueel) mijn hand op. Ik had geen idee wat het inhield, maar iets opnemen, met de camera, is tegenwoordig geen hogere wiskunde meer. Je richt de camera, en alle toeters en bellen regelen het vanzelf!
Maar dan nog de vraag wat dat kerstgebeuren was? Ik wist niet wat ik moest verwachten. In eerste instantie dacht ik dat een basisschool een kerstspel speelde en dat er iemand nodig was om het te filmen. Nogal logisch want in deze tijd mogen ouders niet meer hutje-mutje bij elkaar zitten en onbeperkt Covid rondhoesten. Dus dan moest het gefilmd worden, en misschien worden uitgezonden over internet. Of Dvd’s gebrand worden.
Maar dat was het niet. Ik kreeg een nieuwsbericht over Gerrit Verkuil toegestuurd. Hij had afgelopen herfst, in samenwerking met de gemeente Zaltbommel, een podcast gemaakt. Gerrit Verkuil is namelijk 91 jaar oud en heeft de oorlog dus vrij bewust meegemaakt. Jong genoeg om niet te worden meegenomen naar Duitsland, oud genoeg om te beseffen wat er aan de hand was. In die podcast onthulde hij dan ook dat Duitsers in een tijdelijk massagraf op de wallen van Zaltbommel werden begraven. Hoe de lijken met een viskar naar de kuil werden gebracht en daar werden toevertrouwd aan de aarde.
Gerrit was hiervoor ook op de radio geweest en had goed op zijn praatstoel gezeten. En hij had nog meer noten op zijn zang. Want blijkbaar had hij een kerstverhaal van 1944 welke best wel verteld mocht worden.
Na een beetje geharrewar over tijden, en plaats, vond ik mij vorige week zaterdag terug in Kerkdriel-centrum. Camera en standaard mee. Samen met Cor, ook van de radio, gingen we het ruime appartement binnen om Gerrit te interviewen.
Nu heb ik bij oude mensen altijd het idee dat ze van een heel breekbaar kristal zijn gemaakt. Ik moet dan denken aan de misstap die (toen) prinses Juliana ooit eens maakte bij de herdenking op de Dam. Alleen al door die misstap zijn in een straal van tien kilometer alle heupen gebroken. Zo leek het in elk geval. Maar bij de heer Verkuil was dat niet. Als iemand mij had gezegd dat hij eind zeventig was had ik het onmiddellijk geloofd. Nog voor ik de camera had neergezet, of mijn koffie had aangeraakt, zat hij al op de praatstoel. Ik luisterde geboeid.
Ik ben dol op verhalen van oude mensen. En vind ook dat ze verteld moeten worden om te voorkomen dat ze verloren gaan. Vooral verhalen over de oorlog die door de generatie die het heeft meegemaakt eigenlijk een beetje is doodgezwegen. Ik heb hier al eerder over geschreven toen ik een vrouw ontmoette waarvan de moeder in een kamp had gezeten en daar niet over wilde vertellen. Behalve soms een heel kort, en klein, stukje. Verhalen die niet vergeten mogen worden.
Na het opzetten van de camera kreeg Verkuil zijn podium en begon hij te vertellen over het Ardenneroffensief, en wat voor effect dat had op de frontlinie in Nederland en de regio. Hoe de boerderij van zijn ouders was volgestroomd met vluchtelingen en dat er ook nog eens Duitsers ingekwartierd werden. Hoe verschillen tussen geloven vervielen toen de dominee de kerk beschikbaar stelde aan Katholieken zodat zij hun kerstmis konden vieren.
Maar de tranen kwamen toen Gerrit begon over het kerstfeestje dat de Duitsers hielden in de voorkamer. Hij en zijn broer waren naar binnen geglipt en zagen hoe de Hauptmann de kerstcadeautjes uitdeelde. De ene soldaat had wel cadeautjes, de ander niet. Dit kon zijn omdat het cadeautje niet was aangekomen, of omdat de familie van de soldaat was gesneuveld. De Hauptmann had daarom besloten alle cadeaus gelijk te verdelen.
De avond vorderde en een van de jongere soldaten werd melancholisch. Met tranen in zijn ogen bekende hij dat hij naar huis wilde, naar zijn moeder en zus. Op dat moment breekt Verkuil ook, en ook ik krijg er een dikke keel van wanneer ik het hoor. Het maakt niet uit hoe oud iemand is, voor wie die strijd of wie de vijand is. Je begrijpt dat die, ver van huis, verlangt naar thuis. Naar zijn moeder, en wellicht zijn zus.
Verkuil sprak uiteindelijk voor bijna drie kwartier en nam het principe van goede en slechte mensen op de hak. Hoe graag we de wereld zwart-wit willen zien, en ook graag de Tweede Wereldoorlog in dat licht plaatsen. Zo was het niet. Natuurlijk waren er rotzakken onder de Duitsers, maar die waren er ook onder de Nederlanders. Maar het mooist vond ik een verhaal te horen dat niet was gestoeld op heldenmoed. Gerrit Verkuil vertelde over zichzelf, en zijn ouders, op een manier die je zelden hoort. Gewoon mensen die hun leven probeerden te leiden tijdens de bezettingsjaren.
Ze hadden geen Joden op zolder, brachten geen krantjes rond, bliezen geen treinrails op. Net als de meeste Nederlanders, en iedereen in bezet Europa, wilden ze rondkomen, en weer een nieuwe dag leven. De oorlog was een aanwezige bijzaak. Maar vrij onbelangrijk. Het had dan natuurlijk ook wel gevolgen, het kerstmaal was karig, natuurlijk kwamen er vrienden en bekenden om tijdens beschietingen.
Nu, anno 2020, is de kerst die in het vooruitzicht staat minstens zo bijzonder als de kerst die Gerrit Verkuil in 1944 heeft gevierd. Maar gelukkig is het anders. Er is hier in Nederland geen frontlinie, er is ondanks alles voldoende te eten. En de kans dat er een V1-raket op een van je vrienden neerstort is klein. Natuurlijk is het niet de kerst waar mensen van dromen, maar het is ver verwijderd van de kerst in oorlogstijd van Gerrit Verkuil. Laten we dus dankbaar zijn voor wat we hebben, en hopen op volgend jaar.
Vrolijk kerstfeest iedereen.