Als iemand van mijn tijd ben ik verknocht aan mijn telefoon. Het is natuurlijk zo dat het apparaat een hoop dingen op zich heeft genomen. Ik kan mijn verlichting ermee bedienen, scannen en afrekenen in de supermarkt. Het is mijn wekker en ook mijn muziekspeler. Naast een telefoon natuurlijk. En eerlijk gezegd probeer ik een beetje te minderen. Als ik mij wil concentreren, of rustig een film wil kijken, moet ik de telefoon in een andere kamer leggen. Anders grijp ik er steeds naar.
Dat gebeurde mij afgelopen weekeinde. Ik was bezig met schrijven, en zoals wel vaker, onderbrak ik mijn “belangrijke” werk om iets te doen op de telefoon. Misschien was het om het weer van de volgende dag op te zoeken, misschien om het nieuws te lezen. Ik eindigde in elk geval op Facebook waar ik door de verschillende posts en reclames bladerde. Ik kwam uiteindelijk uit bij de groep “je komt uit Werkendam als…” die elke plaats heeft.
Nu kom ik niet uit Werkendam. Sterker: wie mij tien of elf jaar geleden had verteld dat ik in Werkendam zou gaan wonen had ik in zijn gezicht uitgelachen. Als iemand opgegroeid in de buurt had ik een gezonde hekel aan dat vreemde zwartekousenWerkendam. Vreemd volk dat zich beter voelde dan de rest enkel omdat het gemeentehuis er stond. Vreemde vrouwen in rokken en met opgestoken haar. Het busje terug in de tijd? Het busje naar Werkendam!
In elk geval woon ik er nu en ben ik lid van die Facebookpagina. Ik zou niet zeggen dat ik mijn hart verpand heb aan Werkendam. Maar ik ken zeer zeker slechtere plaatsen om te wonen, en ik woon hier graag. Ik ben enkel een Werkendammer omdat ik er woon. Maar zo weinig binding als ik heb met Werkendam heb ik ook met de andere plaatsen waar ik gewoond heb. Ik heb nooit een speciaal gevoel gehad bij Nieuwendijk, Gorinchem of Sleeuwijk.
Ik ben daarom een Altenaër (geen Altenees), Brabander, Nederlander, Europeaan en wereldburger. In die volgorde. Maar hoe slecht ik mijn eigen woonplaats kende kwam ik afgelopen weekeinde achter. Natuurlijk wist ik dat Werkendam door de jaren heen flink was veranderd. De straat waar nu de Albert Heijn ligt was vroeger een gracht. Bij mij aan het einde van de straat was een brede vaart. En het centrum van Werkendam was vergeven van de grachten en havens.
Maar tot mijn verrassing las ik dat er in Werkendam ook een Joodse begraafplaats is. Mijn macabere interesse was gewekt. Door het verleden van Werkendam had ik niet gedacht dat dit mogelijk was. Nu was de bekendste Werkendammer in zijn latere jaren meer een Utrechter, toch had ik verwacht dat hij enige sturing zou hebben gehad op zijn geboortedorp. Misschien dat hij alles wat ook maar riekte naar Joods had laten ruimen.
Het was dus tijd om mijn macabere honger te stillen en op zoek te gaan naar deze begraafplaats die ik nooit gezien had, of nooit van had geweten. Sterker, het lag naast een weg waar ik regelmatig overheen ga, en ik had nooit een vermoeden gehad dat het daar lag. Tijd voor een wandeling door mijn adoptiedorp. En terwijl ik wandelde bedacht ik hoe weinig ik nog wist of kende. Elke plaats is op zichzelf fascinerend, maar je eigen woonplaats nog het meest. En ik heb maar een marginale kennis van alles wat zich hier bevindt of bevonden heeft.
Ik vond uiteindelijk de begraafplaats verscholen in wat ik eerst had aangezien voor een verwilderd gemeenteplantsoen. Ik had geen intentie om het te betreden en heb daar niet eens naar gekeken. Ik wilde enkel de bevestiging dat Werkendam diverser is, en was, dan de beledigingen in de omringende dorpen doet vermoeden. Ik gunde mij één foto en liet daarna de doden verder rusten. Mijn honger naar macabere kennis gestild weer huiswaarts.
Wie weet er misschien nog meer plaatsen in Altena, of Werkendam, die onbekend zijn voor buitenstaanders?