Twee jaar geleden vroeg mijn moeder aan mij of ik mee wilde. Ze moest haar hond in laten slapen. Een klein anderhalf jaar eerder had ze haar andere hond al in laten slapen. Het dier leed aan kanker en ondanks de chemokuren en goede zorgen was het een ongelijk gevecht. Sinds het verlies van zijn maatje was de achterblijver lusteloos, depressief en met tijden ziekelijk. Het meest humane wat gedaan kon worden was een einde te maken aan zijn leven. Of, zoals de dierenarts zei; “soms wordt voor dieren beter gezorgd dan voor mensen.”
En dat bleek vorige week wel toen er een, schokkend, rapport kwam over 55 plussers waarvan een deel het leven niet meer zag zitten en het liefst er een einde aan zou maken, als er een mogelijkheid was. De politiek reageerde met ongeloof, onbegrip en onvermogen. De CDA-minister voor volksgezondheid de Jonge vindt dat de mensen die dood willen op andere gedachten moeten worden gebracht omdat de dood geen optie is.
Ik vind dit een walgelijke reactie. Hiermee zet je dus mensen weg die een serieuze overweging gemaakt hebben en besloten hebben dat het voor hen niet meer hoeft. Maar die niet voor een willekeurige intercity willen springen. Een deel daarvan zal inderdaad in een opwelling bedacht hebben dat ze dit leven willen verlaten. Maar dan zijn er nog voldoende die dit serieus overdacht hebben en besloten hebben. En die worden nu weggezet als geestesziek? Een geweldige trap na, je wilt al dood en dan noemt de minister je ook nog eens gek in overdrachtelijke zin.
Pia Dijkstra van D66 is wel bezig met een wet die een vrijwillig levenseinde mogelijk maakt, maar die geldt enkel voor 75 plussers. Ze is wel bereid te kijken naar lagere leeftijd, maar heeft al voldoende moeite steun te werven voor deze wet. En de stichting levenseinde spreekt meteen van leeftijdsdiscriminatie.
Ik schaar me achter de mensen die dood willen. Het klinkt cru, maar ik kan hun gedachtengang begrijpen. Sterven is geen fijn iets. Dood zijn is geen probleem, het dood worden is wat de meeste mensen tegenstaat. En hoe vaak is dat geen strijd van dagen? Mensen die rochelend, onthand, verlamd en reutelend, vechtend voor elke ademteug dagen, weken naar het einde toewerken. Mensen die steeds meer lichamelijke functies verliezen. Die eerst nog fier en standvastig in het leven stonden maar na jaren van pijn in een rolstoel komen. Die verschoond moeten worden door verzorgenden. De schaamte en de pijn niet langer te kunnen zijn wie ze eens waren. Een hond, of kat, die vanwege zijn hoge leeftijd alles laat lopen gunnen we een waardig einde. Maar voor deze mensen is geen uitweg. Zij moeten lijden tot het einde. Stinkend naar stront en urine. Voor dieren wordt inderdaad beter gezorgd.
Dan liever eruit op het hoogtepunt. Dat de familie geen getuige hoeft te zijn van de strijd en lijdensweg tot aan de dood. Zoals sommige bekende personen uit het leven stappen; als een Vlaamse schrijver een paar jaar geleden. Een etentje en feestje voor familie en vrienden. En dan met een tevreden gevoel inslapen om nooit meer wakker te worden. Op het moment dat alles af is. Van iedereen afscheid genomen, het verhaal rond. Deze mensen begrijpen dat wachten op de dood geen feestje is.
Het leven zit vol hoogtepunten. De puberteit, tienerjaren, adolescentie, je twintiger, dertiger en veertiger jaren. Maar de hoogtepunten worden minder. Sterven is niet iets om naar uit te kijken. Sterven is geen overweldigende goede ervaring. Er valt niet van te leren. Het is toewerken naar het onvermijdelijke.
En wie moet de mensen die dood willen, maar van de minister niet mogen, te hulp schieten? De regering heeft na jarenlange kaalslag niets overgelaten van de Geestelijke Gezondheidszorg. Op moment van schrijven protesteert de suïcidale Charlotte voor een beter GGZ beleid. Ze wil niet dood, maar is bang dat ze zichzelf niet in de hand heeft. Intussen staat ze al meer dan 800 dagen op de wachtlijst!
Kortom: het mag niet, en je kunt niet geholpen worden ook. Punt uit!