De slechtste mop die mijn tante ooit heeft verteld: “Ken je die van de mensen die naar Frankrijk gingen? Ze gingen niet!” ging over het feit dat ze op vakantie zou gaan naar voornoemd Frankrijk, maar vanwege haar buikpijn bleven ze thuis. De buikpijn was een symptoom van een ziekte die haar uiteindelijk het leven kostte. Ik heb daarom moeite om mijn eigen variatie te maken: “ken je die van de mensen die naar Curaçao zouden gaan? Ze gingen niet!”
En dat gingen we ook niet. Eind 2019 fantaseerden mijn moeder, mijn broertje Thom en zijn vriendin Wendy, en ik, over een paar dagen Curaçao. Lekker in de zon aan het strand, of zwembad. De budgetten werden gesteld, de portemonnees getrokken en de datum geprikt. Maandag 16 maart 2020 zouden we opstijgen van Schiphol. Intussen greep corona steeds meer om zich heen.
Vakantieoorden gingen op slot. Hotels en cruiseschepen werden vergrendeld, en wij grapten dat dat best wel mocht. Als we maar op Curaçao zaten. De vrijdag voor we zouden gaan nam ik in de middag vrij om zomerkleren te kopen. Ik kocht foute Hawaïshirts, korte broeken en zomersokken. Klaar voor de vakantie op de zonnige benedenwindse eilanden. We hadden de reservering al binnen, de tickets voor de vlucht. En toen, diezelfde vrijdag, stortte de vakantie in.
Curaçao sloot haar grenzen en ik was compleet uit het veld geslagen. Bijna duizend euro door het putje gespoeld. En wat nu? Moest ik maandag weer aan het werk alsof er nooit iets was gebeurd? Wat moest ik met mijn foute kleren? Wat moest er met het geld? Het kon toch niet zo zijn dat een deel van het koninkrijk de grenzen sloot voor een ander deel van het koninkrijk? Moesten we nu wél naar Schiphol om het vliegtuig te pakken, of niet? De vlucht ging nog gewoon.
Ik was te ver heen om iets te ondernemen, en toen Thom, Wendy en mijn moeder contact opnamen met Corendon wisten die ook nog van niets. En we hoorden ook niets van zowel Cor als Don. De MC Donald’s liet wel weten dat het nog altijd veilig was om bij hen te eten, maar van Corendon geen mail, geen belletje.
Maandagochtend, in bed, keek ik hoe de meldingen op mijn telefoon binnenkwamen. Passagiers voor de vlucht naar Curaçao werden geacht hun bagage in te leveren. De gate zou nu open gaan. Het vliegtuig was nu begonnen met boarden. Het vliegtuig was vertrokken.
Dit zonder enige duidelijkheid of dit werkelijk zo was, of dat de Schiphol-app een vaste routine afwerkte.
Het duurde nog even voor Corendon iets van zich liet horen en beterschap beloofde. Ze werkten er hard aan. We kregen uiteindelijk een voucher. Zoals ons beloofd was. Maar daar konden we, en wilden we, niets mee. Curaçao was nog altijd onbereikbaar en vier mensen die elk voor honderden euro’s het schip in waren gegaan wilden maar één ding: geld terug! Wie boekt er nu nog een vakantie? De kans dat je gaat is klein, en als je aankomt op locatie zijn dezelfde beperkingen als thuis. Je moet wel een heel leuke hotelkamer hebben om het draaglijk te maken.
Maar het geld liet op zich wachten. In september kon ik een aanvraag doen tot terugbetaling. Maar zonder werkelijk resultaat. Intussen moest ik, als contactpersoon, ambassadeur spelen tegen de rest van de reizigers. Trouw speelde ik mededelingen van Corendon door en nam aanmaningen in ontvangst waar van mij verlangd werd dat ik zou gaan bellen of mailen. Persoonlijk zag ik weinig heil in dat laatste. Als Corendon mailde dat ze geen geld hadden, of een mogelijkheid het geld terug te betalen tot een garantiefonds was opgericht zouden ze dat geld eerder niet hebben. Toch?
Het zou niet zo zijn dat wanneer ik zou bellen de dame, of heer, van het callcenter zijn creditcard zou trekken en het geld over zou maken. En zo ging het over en weer. De termijn van de gegeven voucher verstreek en om die toch aan te houden besloot ik aan te geven bij de SGR dat deze was verlopen. Alles binnen het redelijke om toch maar iets te doen. Tot eindelijk het verlossende bericht kwam: het steunfonds was er en Corendon zou eindelijk kunnen beginnen met overmaken. Vanaf twaalf april mochten we een terugbetaling verwachten.
Nu hopen dat Corendon niet de dodo van D-reizen achterna gaat.