Mijn eerste telefoon abonnement sloot ik af via het internet. Ik wilde per se de eerste telefoon met Android. Het, toen, nieuwe besturingssysteem van Google. Via de website van T-mobile bestelde ik de Google G1 en nam ik mijn eerste mobiele internet abonnement. Ik was trots op mijn eerste smartphone met toegang tot het internet. Ik maakte ook dankbaar gebruik van het internet voor het kijken van filmpjes, het spelen van spelletjes en het opzoeken van nieuws en feitjes.
Maar er was iets mis. Terwijl ik een paar tientjes per maand zou moeten betalen betaalde ik elke maand meer dan honderd euro. De eerste maand geloofde ik dat nog wel, aansluitkosten en aanschafkosten. Dat soort dingen. De tweede maand had ik echter geen excuus, en de derde maand helemaal niet meer! Wat was er aan de hand?
Dat was snel uitgevonden. Het was onoplettendheid van mijn kant, en een beetje vuil spel van T-mobile. Naar mijn mening dan. Ik had namelijk wel een internetabonnement. Maar ik had geen databundel. Met andere woorden, net als men vroeger per minuut de telefoonrekening betaalde, zo betaalde ik nu per MB mijn internet. Het probleem was snel opgelost door een databundel te nemen. Maar ik heb de eerste maanden wel overmatig veel betaald.
Sindsdien ga ik altijd naar de winkel om mijn abonnement te verlengen. Puur om de mensen in de ogen te kunnen kijken en precies door te spreken wat ik wel en niet wil. Ik kies dus een telefoon uit, de winkelmedewerker kiest het abonnement en dan wordt het leuk. Want dan beginnen we met uitkleden van het, te dure, abonnement tot er een prijsniveau is bereikt waar ik mee kan leven. Helaas kan dat nu niet vanwege de prutpandemie. Maar het is een van de eerste dingen die ik ga doen wanneer de winkels weer zonder afspraak open mogen.
Ik werd van de week aan deze vorm van onderhandeling herinnerd toen ik bij mijn moeder op bezoek kwam. Om de verkiezingen te volgen had ik een halve week vrij genomen en ik besloot een deel van de donderdag in te ruimen om koffie te gaan drinken. Maar mijn moeder zat op hete kolen. Mijn oma, die daar om de hoek woont, had gebeld of ze langs wilde komen.
Mijn oma wil namelijk een nieuwe stoel waar ze gemakkelijk in kan zitten om een boek te lezen of tv kijken. Deze heeft ze al wel, en al een jaar of vijftien. Maar de stoel die ze nu heeft beschikt over een handicap. De stoel is vrij groot en zwaar en kan niet draaien. Telkens wanneer ze wil kijken naar de tv, of wil spreken met haar bezoek, moet ze de stoel met al haar gewicht draaien. Kortom: ze wil een draaistoel.
Nu zou donderdag de stoelenverkoper langskomen en die had net gebeld dat hij er in een kwartier zou zijn. En dat kwartier was ruim een uur vroeger dan afgesproken. In plaats van koffie drinken en de verkiezingen doornemen moest mijn moeder dus naar mijn oma. Voor de lol besloot ik mee te gaan.
Helaas kwam de verkoper niet in dat kwartier, ook niet in een half uur. Een uur later besloot mijn oma te bellen. De verkoper bleek een fout te hebben gemaakt en twee adressen te hebben verwisseld. Hij had mijn oma gebeld maar moest naar een ander adres. Wij zouden pas een uur later weer aan de beurt komen.
Tot zover de niet heel flatteuze introductie. De man zelf verontschuldigde zich toen hij kwam en na de wensen van mijn oma te hebben aangehoord toverde hij een stoel tevoorschijn waar mijn oma kreetjes van begon te slaken. De stoel had inderdaad een draaipoot en functies die in een Efteling-attractie niet zouden misstaan. De stoel kon stijgen, dalen. De rugleuning kon worden opgepompt, met een knopje kon de stoel in ligstand. Ze koos een voor haar fijne kleur leer uit en was op dat moment verkocht.
De kreetjes veranderden toen de man de opties had ingevuld op zijn telefoon. Totale kosten een kleine vijfduizend euro! Dat was niet de bedoeling! Dat was niet een beetje boven het geplande budget, dat was heel erg boven welk budget ook!
‘Daar heb je een auto voor!’ Schofte mijn moeder. Nu is dat natuurlijk overdreven, maar een goede tweedehands zou zeker binnen deze prijsklasse liggen.
De verkoper zag de verkoop, en zijn rit naar Rijswijk, door de vingers glippen. En het uitkleden van de stoel begon. De lift ging weg, scheelde weer duizend euro. Nog te veel. De knopjes weg. De pomp in de rugleuning. Een ander soort, en kleur, leer. Uiteindelijk bleef er nog een respectabele zestienhonderd euro over.
‘Dan heeft u wel een stoel die twintig jaar meegaat.’ Zei de verkoper met een beetje dwang, en zorg.
‘Dan is ze honderd en één!’ Merkte ik op over de leeftijd van mijn oma. Nu heb ik een deal met Sinterklaas dat mijn oma honderd gaat worden. Maar stel dat die oude knar zich niet aan zijn deel van de afspraak zou houden? Dan had die stoel minder dan negentien jaar te gaan voor zestienhonderd euro!
Uiteindelijk zwichtte mijn oma voor deze prijs. De wonderstoel was compleet uitgekleed een prijs was bereikt waar ze het wel voor kon, of wilde, doen. Misschien over twintig jaar dat we weer een nieuwe onderhandeling gaan voeren. Tenminste… dat was wanneer ze zich toch niet op haar gemak zou hebben gevoeld. De volgende dag stuurde ze mij een berichtje dat ze na een slapeloze nacht de stoel toch maar had geannuleerd.
Misschien maar beter ook.