Het schrijven van dubbele delen gaf mij de afgelopen weken telkens een weekje vrij. Dat was wel fijn. Het nadeel is dat de wereld met al haar hoogtepunten, drama’s en rampen aan mij voorbij trekt zonder dat ik een woord eraan kan besteden. Als ik columns schrijf voor de radio, en toen ik ze nog schreef voor de krant, doe ik dat altijd ruim van tevoren. Ik pas ze alleen aan: “wanneer er een dijkdoorbraak is” oftewel: wanneer er dringend nieuws is. Maar nu even niet: ik hield vakantie!
En juist nu waren er links en rechts dijkdoorbraken en werd Valkenburg tot een oorlogsgebied gereduceerd. Een slagveld van de Nederlanders tegen het water, en helaas lijkt het wassende water deze slag gewonnen te hebben. Ik mag mezelf op de borst kloppen over een column die ik een paar maanden geleden op de radio hield. Ik stelde daar dat buitendijks wonen idioot was en dat wij Nederlanders het water niet onder controle hebben, ondanks al onze voorbereidingen. We moeten blijven beseffen dat het water onze vijand is.
Soms is het afschuwelijk gelijk te krijgen.
Het is jaren terug dat ik naar Valkenburg geweest ben. Ik herinner me een stadje dat nauwelijks Nederlands aanvoelde. Ook niet Belgisch of Duits overigens. Om een idee te geven hoe lang dat geleden is: ik kocht er een walkman! Een mobiel speelapparaat voor muziekbandjes op batterijen. (En ik was gelukkig! Want ik had niets anders!)
Ik heb op de berg daar gerodeld, een bezoek gebracht aan een grot en heb onder leiding van een gids een deel van de uitgehakte tunnels bezocht. Niet zomaar tunnels, maar de zogenaamde “Romeinse Katakomben.” Dit deel van de tunnels is ontworpen door de bekende architect Pierre Cuypers en is een reconstructie van de oude Christelijke begraafplaatsen onder Rome.
Delen van deze catacomben zijn nagebouwd in Valkenburg. Het was een interessante rondleiding en er bestaat nog een foto van mij terwijl ik een klein kaarsje vasthoudt. Maar wat mij vooral bijgebleven is is het antwoord op de vraag wat ze deden met de kleine nisjes. Voor de rijke mensen waren er lange alkoven waar de lichamen in gelegd konden worden. Maar arme mensen konden natuurlijk zo’n groot hakwerk niet betalen.
Vandaar dat het voor de nabestaanden van arme mensen, die het zelf waarschijnlijk ook niet breed hadden, letterlijk proppen was. In een poging opa te laten passen op zijn laatste rustplaats werden de benen gebroken, de armen ingevouwen en de ruggengraat gespleten. Nu klinkt dat gruwelijk, maar het was uiteindelijk het concept van wat wij tegenwoordig een studentenflat noemen.
Maar Valkenburg is nu heel erg veranderd en ik denk niet dat het ethisch verantwoord is om de Katakomben te bezoeken terwijl men aan het puinruimen is. Het is daarom eigenlijk vreemd te bedenken dat terwijl de Maas bezig is Limburg te vullen aan de andere kant van de wereld mensen naar de ruimte gaan! Richard Branson en Jeff Bezos zijn als puisterige seksueel gefrustreerde pubers bezig elkaar de loef af te steken. Maar in plaats van liniaals langs hun pik gaat het nu over de hoogte waarop hun vaartuig komt. Tien kilometer verschil!
Ik vind het aan de ene kant een prachtige ontwikkeling. Voor de prijs van een starterswoning kan je ook een paar seconden de ruimte in. Dat was voorheen alleen nog maar denkbaar in bizarre science-fiction. Maar ergens geeft het mij een bittere smaak. Ik kijk vol verwondering naar de beelden van de ruimtevaartuigen die de hemel bestormen. En toch voelt het niet goed.
Ik zeg niet dat het geld ergens anders beter besteed kan worden. Deze heren hebben hun geld eerlijk bij elkaar geharkt en mogen ermee doen wat ze willen. Arabische Sjeiks en Russische Olichargen investeren in megajachten. Dus waarom niet in ruimtereizen? Maar het is vooral het vreemde contrast met de dringende zaken van het moment.
De pandemie, de overstromingen maar ook het nationale trauma van de dood van Peter R. de Vries. Toegegeven; ik heb nooit zoveel om de man zelf gegeven. Volgens mij keken we vroeger thuis wel naar zijn programma, en mijn opa heeft met de zaak Germa van den Boom een keertje mogen figureren op de tv. Maar nadat de kenmerkende snor van Peter verdwenen was verloor ik hem ook uit het oog.
En toch was het een schok toen ik ‘s avonds na het overwerken een ijsje stond uit te zoeken bij de Albert Heijn en een pushmelding kreeg dat hij was neergeschoten. En ik kreeg ook een brok in mijn keel toen ik eenzelfde melding kreeg dat hij uiteindelijk was bezweken aan zijn verwondingen. Niet zozeer voor mijn eigen sentimenteel, maar voor dat van de rest en een beetje voor hem en zijn familie.
Want het is vreemd te beseffen dat we dijken bouwen die kunnen breken. Dat mensen met miljoenen nu even gewichtloos kunnen zijn. Maar Peter R de Vries heeft iets bereikt wat ongelooflijk moeilijk is en maar een aantal mensen ooit is gelukt. Door te sterven is hij onsterfelijk geworden en mag hij in het collectief geheugen plaatsnemen naast Hazes, Cruijff en Fortuyn. En hopelijk in een nis die ruim genoeg is om lang te kunnen herinneren.