Ik ga geen kritiek leveren op de maatregelen die de regering genomen heeft om de snelle verspreiding van corona tegen te gaan. Sommige dingen zijn onbegrijpelijk en lastig te slikken, maar dat geldt doorheen het hele leven. Waarom is het ongezonde suiker lekker en de gezonde sla niet? Wat voor bloedbaden richt de vegetarische slager aan? Waarom vergeet Hamilton tijdens het racen dat het zijn taak is om anderen in te halen en doet hij daarna een aanrijding? En wat is er dan gebeurt met de regel dat wie achterop rijdt fout zit…
Maar er zijn nog meer tegenstrijdigheden. Eerder dit jaar kondigde ik aan mijn haar langer te laten groeien om met mijn haardos a la Simson haar te leveren voor een pruik voor mensen die geen haar hebben, of kunnen laten groeien. Het groeit goed, al zal het nog wel een lange tijd duren alvorens het de juiste lengte is. Sinds de zomer loop ik dan ook met een staart in mijn haar om te voorkomen dat ik door een gordijn van bruinblond niets meer zie.
Om erachter te komen of dit de bedoeling is, en of het niet anders kan, en eventuele tips, besloot ik naar een kapper te gaan. Mijn vaste kapper waar je gewoon naar binnen kon lopen. Nu had ik het idee dat dit veranderd zou zijn sinds de coronamaatregelen. We schrijven september jongstleden. Het moment dat de meeste, zo niet alle, maatregelen waren losgelaten. Ik checkte meerdere malen de site van deze bekende franchise die zich bediend van een opzichtige oranje kleur.
Ik kon niets vinden over reserveren of een afspraak maken. Misschien dat het kopje “inchecken” er iets mee te maken had. Maar persoonlijk geloofde ik dat niet. Ik ging niet vliegen en ook niet naar een hotel, inchecken zou het dus niet zijn. Ik besloot dus, ouderwets, op de bonnefooi langs te gaan en te kijken of er plaats was voor mij.
Toen ik binnenstapte had ik meteen al het idee dat ik fout zat. De wachthoek was afgeladen, en de dames waren druk aan het kappen. Eén richtte zich af van het werk. ‘Kan ik u helpen?’
‘Ik hoop het,’ zei ik terug. ‘Ik wil geknipt worden.’
‘Dat kan niet zonder, afspraak meneer sinds de coronaregels.’
Goed, daar kan ik mee leven. Maar ik was inmiddels een expert geworden in hun site.
‘Dat staat niet op jullie website.’
‘Het staat er heel duidelijk meneer.’
Heel duidelijk? Ik ben daarna nog vaker naar hun website geweest en ik heb niets kunnen vinden. Niets over reserveren, niets over afspraken. Misschien ben ik een leek, maar het staat er zo duidelijk dat het er niet staat! Op het moment dat ze die uitspraak deed had ik het gehad. Mij aanschrijven als de idioot in dit verhaal? Dan neem ik mijn haar wel ergens anders mee naartoe! Voorlopig nog nergens, maar ik neem het ergens anders mee naartoe wanneer ik weer de aandrang heb een kapperszaak binnen te lopen.
Ik werd vorig weekeinde opnieuw herinnerd aan deze episode. En dan ook aan iets anders. Toen ik nog schreef voor de krant was ik van plan om af en toe een column te maken op zoek naar de “beste” snackbar van Werkendam. Er waren er op dat moment vier, en ik was ze allemaal af geweest en had daar dezelfde dingen besteld. Ik had ze beoordeeld op stiptheid, prijs, netheid en vriendelijkheid.
Er waren uiteindelijk nog twee snackbars in de race voor de eerste plaats. Allebei aan de Hoogstraat. En ik vond ze allebei lekker, stipt en de prijs was het gebodene waard. Om de ultieme nummer één te bepalen deed ik een tweede ronde voor dit duo. Uiteindelijk won er één. En dat was omdat de tegenpartij een besteld product niet bij had gevoegd. Jammer, maar dan gaat de prijs automatisch naar de ander. Dat wil niet zeggen dat ik geen gebruik maak van de nummer twee. Soms gun ik ze een bestelling.
Zo ook vorige week. Ik had gekeken naar de kwalificatie van de Formule 1 en was dus getuige van de kus die Verstappen aan de muur gaf en zo de pole door zijn vingers zag glippen. Een beetje bleu besloot ik naar snackbar nummer twee te gaan. De site nog nagekeken, moest ik nog bestellen? Maar dat stond nergens. Klinkt bekend?
Ik stap dus de frietkot binnen en krijg de vraag welke bestelling ik kom afhalen. Ik kom er één indienen.
‘Dat kan alleen via de telefoon, meneer. Coronaregels…’
Ik haalde mijn telefoon tevoorschijn, om aan te tonen dat dit niet op hun site stond. Misschien op facebook, maar ik ga niet het halve internet af om achter de regels te komen. Maar voor ik nog iets kon zeggen of doen werd ik naar buiten gedirigeerd.
‘Bellen doet u buiten!’
Goed dan. Zo befohlen, zo gedaan. Ik ging naar buiten, zocht het nummer op en belde. Ergens voelde ik me nog een idioot dat ik het deed ook. En een nog grotere idioot toen ik binnen, achter mij, de telefoon af hoorde gaan. Maar toen de telefoon niet opgenomen werd en ik het antwoordapparaat kreeg had ik het gehad. Ze zijn verdomme de tweede snackbar, het is een gunfactor dat ik hier sta! Ik probeer mee te spelen en dan nemen ze de telefoon niet aan?
Na een paar verwensingen heb ik een restje van mijn eer aan mezelf gehouden en ben al bellend naar snackbar nummer één naar mijn auto gelopen en de Hoogstraat tot aan dat adres gevolgd. Intussen stelde ik mezelf de vraag: zie ik door de bomen het bos niet meer? Of hangt mijn haar los?