Twee weken terug besloot ik om weer eens naar de Efteling te gaan. Gezegend met een abonnement op het welbekende attractiepark hoefde ik niets te betalen, maar wegens omstandigheden wel reserveren. Aan het begin van de avond reed ik dan dus naar Kaatsheuvel, liet mijn reservering en abonnement zien en trad binnen in de wereld vol wonderen.
Deels ging ik om een kijkje te nemen in mijn favoriete attractie, het Spookslot. Maar ik ging vooral om een hapje te kunnen eten. Ik heb namelijk mijn abonnement gewoon aangehouden in de afgelopen periode, toen het park en het halve land gedwongen dicht was. En het park had het abonnementsgeld als tegoed op mijn pas gezet. Een goede daad eigenlijk die ik nu beter wilde maken.
Ik slenterde door het park op zoek naar een plek om te eten. Maar ik was niet de enige met die missie. Voor het pannenkoekenhuis stond een grote wachtrij, de poffertjes waren enkel afhaal en het zelfbedieningsrestaurant was afgeladen. En ik begon inmiddels wel honger te krijgen! En ik wilde, net als de rest, ergens binnen zitten. Logisch want de Hollandse zomer strooide grif met malse buien die mijn frietjes in een aardappelsoep zouden veranderen wanneer het de kans kreeg.
Ik sloot uiteindelijk aan bij het a-la-carte restaurant naast de Vogel Rok en kreeg daar een plekje. Er waren mensen niet op komen dagen, ondanks hun reservering, en het was volgens de aardige dame die mij naar mijn tafel bracht “mijn geluksdag!” En dat vierde ik door lekker carpaccio, biefstuk en peperkoeken koffie weg te werken. Op kosten die ik allang betaald had!
de volgende dag nodigde mijn broertje, Thygo en Hanneke en kinderen, mij uit om naar Slot Loevestein te gaan en daar wat te gaan drinken. Het Hollandse weer was nog steeds vastberaden om natte periodes met hete zon af te wisselen. En puffend van de benauwdheid en gebakken door de zon liepen we langs de muren van de vesting naar het poortgebouw. Daar werden we op een onaangename verrassing getrakteerd.
Het kasteel was afgesloten, en toegang kostte nu achttien euro. Het terras waar we naartoe wilden was afgesloten door een nogal gammel hek en het bleek niet mogelijk om de wallen rond het kasteel te beklimmen.
Vroeger waren we vaak naar het kasteel geweest om wat te drinken. Een colaatje pakken met uitzicht op de slotgracht. Een rondje lopen door het museum waar een echt skelet lag! Een paar jaar terug was ik nog binnen de muren geweest om foto’s te maken voor een verhaal. En het had nooit één cent gekost. En nu kostte een enkel bezoek evenveel als een maandje Efteling? Vertwijfeld keek ik of er niet ergens een achtbaan te bespeuren was. Maar er waren geen achtbanen. En achttien euro neertellen om daarna een koffie, bier of cola te drinken was voor ons te gortig.
Nu zat er bij dat bedrag wel een rondleiding. Maar waarom zou ik, of wie van onze groep, een rondleiding willen door een kasteel dat er al honderden jaren staat? Er zou niet zoveel veranderd zijn in tussentijd. Het zou niet zijn dat Hugo de Groot ineens op een andere manier ontsnapt zou zijn.
Ondanks het feit dat we botweg weigerden het geld te betalen, voelden we ons bij de neus genomen. Ik wist dat het geld was gaan kosten om de vesting te bezoeken, maar om veertig gulden te vragen voor een toegangskaartje? (het is tegen mijn natuur om om te rekenen, maar ik weet dat een rondleiding vroeger een rijksdaalder kostte) Doe dan een vriendenprijs van twee euro voor wie het terras wil bezoeken! Gelukkig waren wij niet de enigen want een serie oudere mensen was ook, tot hun ongenoegen, op het hek en de toegangsprijs gestuit. En ook zij waren niet blij.
Gelukkig lag er voor Thygo en aanhang iets leukers in het verschiet. De week erop zouden ze op vakantie gaan. Helemaal van Sleeuwijk naar de Kurenpolder in Hank! Ik had beloofd op bezoek te komen voor een bakkie koffie, en daar deed ik maandag aan gestand. Ik had niet kunnen slapen in de nacht van zondag op maandag, en ik had de maandag vrij genomen om bij te slapen. En zodoende besloot ik een beetje bleu van het slaaptekort op de koffie te gaan.
Dat slaaptekort was snel verdwenen. Ik parkeerde mijn auto en liep naar de receptie en gaf de naam en plaatsnummer van mijn broertje op. De vrouw achter het raam doorzocht alle gegevens en deelde toen mee dat ik vijf euro moest betalen.
Vijf euro voor een bakkie koffie? Ik sta daar in mijn normale vrijetijdskleren, niets wees erop dat ik iets anders zou doen dan rechtstreeks naar de caravan van Hanneke en Thygo lopen en dat kostte mij vijf euro! Ik ging de discussie niet aan en slikte een opmerking over de schofterigheid van het alles in. Voor die vijf euro had ik namelijk alleen toegang tot de camping en het zwemwater. Zwemwater waar in warme zomermaanden regelmatig blauwalg welig tiert en zwemmen structureel wordt afgeraden. En voor die potentiële vergiftiging mag je vijf euro neertellen?
Als terugbetaling heb ik, op aanmoediging van mijn tante Hilde, het strand daar flink ondergraven. Ik troost me met de gedachte dat het méér dan vijf euro kost om dat gat dicht te gooien!
Gelukkig dat we Slot Loevestein niet hebben bezocht. hoe had ik daar voor achttien euro schade aan moeten richten? Eén ding is duidelijk; als ik een kasteel wil bezoeken ga ik wel naar het spookslot om af te sluiten met “mijn geluksdag!”