Ik zette het klapbordje neer naast de camera en keek naar het schermpje van de camera. Ja, het beeld was goed, de camera stond niet te laag. Liever iets hoger, maar goed… geen zin om er meer aan te doen. Met beide handen greep ik de stok met de microfoon beet. Intussen trokken mensen op weg naar de supermarkt aan mij voorbij. Sommige wierpen mij een halve blik toe, anderen deden hun best mij te negeren. Karretjes ratelden, automotoren ronkten, de schuifdeur van de supermarkt zoefde open en dicht. En ik besefte dat ik een onmogelijke stap moest nemen om mensen te spreken te krijgen; ik moest ze aanspreken.
Ik heb eerder al geschreven over mijn filmavontuur voor Oké-FM op de kunstroute in Zaltbommel. Ik heb daarna geschreven over het interview met Gerrit Verkuil, hoe ik de man in de negentig filmde en het interview ombouwde tot een tweedelige documentaire. Maar dit was van een heel ander kaliber. Het begon twee weken geleden toen ik in de studio van Oké kwam om mijn kerstpakketje op te halen.
Anita zat er ook en we spraken kort over de filmafdeling die nog altijd nauwelijks content aan te leveren had. Logisch natuurlijk. Als er geen festivals of kermissen zijn om te filmen kan je daarvan ook geen beelden uitbrengen. Het was dat moment dat ik terugdacht aan mijn eerste idee. Ik had namelijk ooit aangeboden bij de filmploeg te gaan met het idee om de mensen op straat te ondervragen. Niet voor verslag, maar om de mening van jan met de pet te weten.
Dat was inderdaad gestoeld op markten en festivals. Maar waarom zou ik daarop wachten? Ik trok mijn stoutste schoenen aan en stelde het voor aan Anita: wat als ik nu naar een willekeurige supermarkt ga en daar mensen om hun mening vraag? Niet met het doel om een discussie uit te lokken, maar om hun mening te weten. De avondklok hing al in de lucht, en het leek mij duidelijk wat de eerste vraag moest worden.
Licht van toon, snel gemonteerd, niet negatief. Ik haalde specifiek het programma “Man bijt hond” aan. Waar een camera ineens aan de deur verschijnt en vraagt hoe mensen het avondeten eten. Nu was ik niet van plan om dát te doen, maar vragen naar de mening over de avondklok, of hoe mensen die dachten door te komen.
Binnen 24 uur had ik toestemming van het bestuur. Vrijdag belde ik de eigenaar van de supermarkt met de vraag of ik voor zijn winkel mocht “kamperen” om zijn klanten lastig te vallen. En een week na het gesprek met Anita stond ik voor de winkel. Ik had eigenlijk gehoopt dat mensen op mij af zouden komen, maar dat gebeurde uiteraard niet. Ik moest een mentale knop omzetten en wildvreemde mensen vragen wat zij vonden van de avondklok. Het werd een mantra:
‘Meneer, wilt u een vraag beantwoorden?’
‘Mevrouw, heeft u tijd om een vraag te beantwoorden over de avondklok?’
‘Meneer, heeft u tijd…’
‘Jammer, fijn weekend.’
De adrenalinestoot wanneer er iemand was die wél wilde antwoorden, voor de camera, is onbetaalbaar. Spotlight, camera, microfoon: actie! “Wat vindt u van de avondklok meneer?” Ik duwde de microfoon die in een zogenaamde “hengel” hing in hun richting en verdeelde mijn aandacht tussen het beeld, het geluid en heftig knikken. Of ik het nu eens was met hun mening of niet, ik moest de mensen aan het praten zien te houden.
Na drie mondige heren kwam er een vrouw die vroeg hoe het ging. En daar heb ik de zielige kaart gespeeld: ‘ik krijg alleen maar mannen, mevrouw, wilt u misschien een verstandige vrouwenstem toevoegen aan dat rijtje?’
Ze stribbelde tegen maar beloofde na het doen van de boodschappen mij te woord te staan. En zo geschiedde.
Pas in de auto op weg naar huis besefte ik wat ik gedaan had. Ik had wildvreemden benaderd. Ik had ze vragen gesteld! Waar was ik mee bezig? Waar dacht ik dat ik mee bezig was? Ik had twee uur gestaan voor vijf korte interviews. En nadat ik alles had geknipt en geplakt had ik nauwelijks twee minuten materiaal.
Maar zoals ik al zei: het is onbetaalbaar. Volgende week weer! En dan bij een andere supermarkt, met een nieuw onderwerp.