Vorige week viel er sneeuw in Spanje. En niet zo’n klein beetje ook. De Alpenlanden met skipistes zouden jaloers zijn op de hoeveelheden die het normaal warme Iberisch schiereiland te verduren kreeg. Intussen beleven wij een van de warmere winters en leek sneeuw ver weg of gereserveerd voor het Limburgs heuvelland.
Dat was tot vorige week. Want eindelijk leek het zo ver. We zouden sneeuw krijgen! Aan de ene kant keken we reikhalzend uit naar de witte massa. Aan de andere kant sloeg de angst diep. Er zijn een aantal keren dat de normaal nuchtere Nederlandse aard verdwijnt. Dat is wanneer het Nederlands voetbalelftal door de kwartfinales heen komt. Wanneer Max Verstappen wereldkampioen kan worden en wanneer er een minieme kans is op een Elfstedentocht. Of wanneer er sneeuw valt.
Uit angst dat het hele land in chaos vervalt van een duimpje sneeuw trekken hele divisies aan strooiwagens uit om de hoofdwegen met honderden tonnen zout te bedekken. Vorige week zaterdag was ik de halve dag onderweg en heb tientallen strooiwagens gezien.
Hanneke had voor Fedde en Melle al sneeuwspeelgoed klaarliggen. Sleetjes, wanten en dikke jassen zodat ze in de sneeuw konden spelen wanneer die eindelijk gevallen was. Een leeftijd die ik inmiddels een beetje voorbij ben. Mijn meest heroïsche plan was om met een brullende verwarming met een boek op de bank te gaan liggen. Onder een dekentje natuurlijk, en wellicht warme chocomel met slagroom!
Ik ben namelijk dol op sneeuw voor het plaatje, en misschien om te wandelen door een wit bos en door witte velden. Maar verder heb ik een gezonde hekel aan het koude, natte goedje. Ondanks de gepekelde wegen reageert mijn auto bijzonder slecht op sneeuw. Eén van mijn eerste ritjes met de auto was tijdens een sneeuwbui. Ik had net mijn rijbewijs en besloot met een van mijn broertjes, en de auto van mijn moeder, naar mijn oma te gaan.
De heenweg ging nog goed, maar op de terugweg stuurde ik in voor een rotonde en verloor de auto grip. Het voertuig schoof gevaarlijk dicht naar een lantaarnpaal, maar stopte gelukkig net op tijd. En dat is niet mijn enige slechte ervaring met sneeuw. Ik ben zo ook nooit op wintersport geweest. Mijn enige kennismaking met de wintersport is de melding van de sneeuwhoogtes op het ontbijtnieuws, en een programma als “vakantieTV” waar de mooie en romantische kant van de besneeuwde pistes worden belicht.
Dat wil niet zeggen dat ik nooit geskied heb. Op de middelbare school hadden we namelijk een speciale sportdag waar we in de ochtend naar een sportschool gingen en in de middag konden skiën. De ochtend heb ik dan de beste herinneringen aan. Een spinklasje waar ik de longen uit mijn lijf trapte. Dat ik het warm kreeg was van minder belang. In de middag zouden we toch naar een skipiste gaan.
Die middag stond ik dus op de lange latten voor de eerste les. De lerares legde ons uit hoe we op de ski’s moesten staan. En daarna hoe we moesten glijden. Dat laatste was onverwacht want ik had er eigenlijk op gerekend dat we zouden gaan langlaufen. Met die stokjes wist ik wel wat te doen! Maar volgens de lerares konden we afremmen door de ski’s in een V vorm bij elkaar te houden.
Ik weet niet waar ze die wijsheid vandaan had. Want ik liet mij glijden, deed mijn ski’s in de vooraf geïnstrueerde vorm en ging alleen maar sneller. De hellende baan van de overdekte piste schoot aan mij voorbij! De onderkant van de piste kwam steeds dichter, en ik wist al wat er zou gebeuren: achter de korte onderkant van de baan waren ramen naar een restaurant. En ik zou waarschijnlijk een van de weinige mensen zijn die het lukte om door die ruiten het restaurant in te skiën.
Halverwege de baan stonden twee mannen met elkaar te praten en ik had geen andere keuze. Ik greep een van de mannen beet en kwam toen pas tot stilstand. Hij was verbaasd maar vergevingsgezind en ik ging met de lift weer naar boven waar de rest van de klas inmiddels het remmen onder de knie leek te hebben.
Ik waagde nog een tweede poging. Maar ik kwam erachter dat ik gewoon geen rem had. De enige mogelijkheid voor mij was om te vallen en zo mijn hele lichaam in de strijd te gooien om tot stilstand te komen.
De rest van de middag heb ik onder aan de trap doorgebracht en heb gekeken hoe een aantal van mijn klasgenoten een het snowboarden waren. Na het spinnen was ik allang blij in een koude omgeving te zijn.
Toen… geef mij nu maar een dekentje en de verwarming. Buiten vond ik het zaterdag veel te koud. Hoewel… voor het uitzicht... jammer dat de sneeuw zo snel weer weg was.