Ik heb een complexe relatie met mijn eigen gebit. Te oordelen naar vroege jeugdfoto’s had ik toen al een beugel nodig. Ik vond het namelijk leuk om mijn twee voortanden als een konijn tussen mijn lippen door te steken. Zo sta ik dan ook op een foto met mijn twee broertjes terwijl ik, werkelijk, als een konijn de camera in kijk.
Op dat moment had het misschien niet zo erg geweest. Maar het werkelijke probleem kwam later. Toen ik twaalf was poedelde ik in het zwembad achter ons huis en wilde een opblaasorca van de ene naar de andere kant van het bad voeren. De orca meevoerend aan zijn rugvin liep ik om het bad en deed een misstap. Het zwembad lag op een betonnen verhoging van een halve meter en ik stapte finaal naast die verhoging.
Hoe het daarna gegaan is weet ik niet precies, maar ik moet gevallen zijn en met mijn bovenkaak ben ik, denk ik, op de betonnen rand geklapt. In de paniek en jankpartij die volgde werd ik met spoed naar de tandarts gebracht. De schade was aanzienlijk. Van mijn twee voortanden was er één uit, en de ander was afgebroken. De tand die eruit was werd teruggeplaatst maar zou altijd een zorgenkindje blijven. Op gegeven moment zou zelfs de zenuw worden verwijderd en sindsdien is die tand een dood stuk porselijn in mijn mond.
De andere tand werd bijgeboetseerd en heeft af en toe de neiging om af te breken. Ik ben dan ook bang voor het eten van appels, of voor het al te hard knarsen van mijn tanden. In elk geval staan zowel mijn tanden als mijn bovenkaak flink uit het lood. Ik heb een tijdje een beugel geprobeerd, maar het uitblijven van een snel en concreet resultaat. En bovendien het idee dat het toch niet ging helpen hebben ervoor gezorgd dat ik mijn boksbeugel aan de wilgen heb gehangen.
Nu zijn dat dingen om rekening mee te houden in het dagelijks leven. Maar ik heb nog meer dingen om rekening mee te houden. Voor het geval er inderdaad een tand, al dan niet voor de helft, blijft steken in een appel of versplintert op een Napoleon-snoepje heb ik een tandartsenverzekering. Maar dat is nog niet alles. Ik moet namelijk ook een tandarts hebben die naar mij luistert en doet was ik zeg!
Toen ik overging naar een tandarts dichter bij mijn werk en woning (in Gorinchem) kreeg ik een Pool die mij als pinautomaat zag. Een assistente maakte foto’s en de tandarts velde daara in gebrekkig Nederlands een oordeel. Ik “moest” mijn verzekering naar maximaal zetten. Daarna zou er een vijfjarig bouwplan plaatsvinden waarbij al mijn kiezen en tanden zouden worden vervangen door kronen!
Ik ben nooit meer teruggeweest. Ik “moest” niets in mijn ogen, en ik wil het gebit wat ik heb behouden. Niet verbouwen. Bovendien was ik wel op zoek naar een nieuwe tandarts. De tandarts die mijn tand had teruggeplaatst had geen dienst meer, en ik had moeite met de tandarts die ik als vervanger had gekozen. Dit was een aardige man, maar ik moest met hem nogal eens de strijd aan. Toen mijn voortand andermaal was afgebroken wilde hij deze vervangen door een kroon.
Ik ben geen koning of prins, ik wil dus niets met kronen te maken hebben. Bovendien heb ik er het geld niet voor. Hij zou dus aan den arbeid moeten en gewoon mijn voortand weer aanboetseren zoals altijd al gedaan is. Een plan waar hij een stuk minder enthousiast over was. Na veel touwtrekken beloofde ik hem dat hij een kies mocht trekken waar hij al een tijdje een oogje op had en waar hij al eerder opmerkingen over had gemaakt.
Dat maakte hem blij als een kind! Ik zou zweren dat hij een huppelpasje maakte onderweg naar de trektang en gelukzalig uit zijn ogen keek toen hij een cariëskies uit mijn kaak rukte. Sindsdien heb ik eigenlijk geen problemen met hem gehad en is hij voor alles in. Hij boetseerde en spalkte mijn afgebroken voortand op commando, en die is sindsdien niet meer afgebroken (afkloppen)
Aan het einde van vorig jaar kwam ik bij de tandarts voor controle. Maar in plaats van mijn afgerichte kiezentrekker werd ik geholpen door een vrouw. Een voor mij onbekende vrouw! Nu ben ik een voorstander van gelijkheid in beroepen, en vrouwen kunnen wel meer zijn dan mondhygiënistes of assistes. Maar waar was mijn eigen tandarts? Deze nieuwe begon meteen een, redelijk goedkoop, herstelplan voor de vullingen.
Toen ik bij de mondhygiëniste was uitgemarteld besloot ik te vragen waar mijn eigen tandarts was. Ik had per slot van rekening een kies gegeven om hem in mijn straat te laten passen.
‘Tandarts Romero heeft zich gespecialiseerd in het trekken van kiezen.’ Was het antwoord van de opperste bekkenbeul. Ik kon een glimlach niet onderdrukken. Hij jaagt zijn dromen na, en ik moet nu een nieuwe tandarts trainen.