Ik ben voor het eerst naar de kermis in Werkendam geweest. Ik woon er al bijna elf jaar, maar was nog nooit naar het terrein bij Werkina gegaan om de attracties en lichtjes te aanschouwen. Nu had ik vakantie, het was zaterdag lekker weer en ik zocht een doel voor een wandeling. Vandaar dat ik besloot tot een wandeltocht naar de andere kant van het dorp. Misschien was er een tentje om iets te eten te halen. Misschien zou ik iemand tegenkomen die ik kende.
Na in drie minuten een rondje te hebben gelopen had ik het al wel gezien. Te luide muziek schalde uit de boxen. Er was geen spoor te bekennen van een eettentje of catering in welke vorm. En ik zag ook geen bekende gezichten. En ik wist ook niet zeker of ik wilde dat bekende gezichten mij hier zouden zien. Ik voelde me verder ook niet aangetrokken tot de schiettent of een ander kansspel en ging dus vrijwel meteen weer huiswaarts.
Nu ken ik mijn dorpje weer een beetje beter. En weet ik dus dat ik de kermis voortaan links kan laten liggen. Het woord kermis is afgeleid van “kerkmis” vroeger was het dan ook eigenlijk een speciale mis die werd opgevoerd en extra mensen naar de kerk moest lokken. Daar kwamen handige ondernemers op af die buiten de mis om waren aanboden en kooplustige kerkgangers tot een dealtje probeerden te verleiden.
Deze markten veranderden in de loop van eeuwen in eigen evenementen, maar de naam bleef min of meer hetzelfde zodat in het Nederlands een kerkmis en een kermis bijna valse vrienden zijn. En valse vrienden zijn weer woorden die in verschillende talen hetzelfde zijn of klinken maar een andere betekenis hebben. Nederlands en Engels hebben veel overeenkomsten. Zo hebben we het over een financiële instelling als een bank. Maar wij gebruiken een bank ook om op te zitten. Terwijl de Brexiteers dat liever niet doen omdat ze anders natte voeten krijgen. Een zitbank is voor hen een couch en hun bank is voor ons een rivieroever.
Maar er zijn ook woorden in het Nederlands die veel op elkaar lijken en andere betekenissen hebben. Kermis en kerkmis. Maar persoonlijk heb ik een hekel aan de woorden bedoezeld en bezoedeld. Ik heb de twee nooit uit elkaar kunnen houden. Tijdens het “grote debat” dat ik ooit op de middelbare school heb gehouden ging het in de finale over kleding van Lonsdale. Het merk was toen helemaal in. Niet alleen voor mensen die het leuke kleding vonden. Maar ook omdat racisten, skinheads en neonazi’s (over valse vrienden gesproken) het graag droegen. Wanneer men een jas over een Lonsdale trui aandeed en die open liet waren de letters NSDA te zien.
Laat dat nu net tachtig procent zijn van de letters NSDAP. De partij van Adolf Hitler. Ik verloor finale ook glansloos omdat ik het racistisch element onzin vond. De hele P komt in het merk Lonsdale niet voor. En het merk was gewoonweg gekaapt door bovenstaande rand(debiel)figuren uit de maatschappij. En ik noemde het merk toen “bezoedeld”. Terwijl ik bedoezeld bedoelde? Of had ik het toch goed? Geen idee.
Als het over racistische kleding gaat zijn er andere dingen die rechter voor hun raap zijn. Zoals het nummer 88. De 8 zou in dit geval staan voor de achtste letter in het alfabet zodat er eigenlijk HH staat. En HH staat weer voor: “Heil Hitler”. Die overdrachtelijke zin snap ik meer dan het dyslectische NSDA.
Nu is het punt dat ik werk bij een bedrijf genaamd Helmacab Holland. En dat de initialen van dat bedrijf in het logo zijn verwerkt als HH. Ik was me daar vreemd van bewust toen ik mijn werkkleren droeg in Disneyland. Ik hoopte dat het feit dat er een webadres bij stond mensen die dachten dat HH stond voor iets anders dan Helmacab Holland op andere gedachten zou brengen. En het dus niet ging over een valse vriend.
Om af te sluiten zijn er natuurlijk dingen die valse vrienden lijken maar gewoon anders uitgesproken worden. Met mijn schoonzusje Hanneke, die opgegroeid is in Werkendam, had ik het laatst over “De Gyroscorner” een horecazaak aan de Hoogstraat in Werkendam. Toen ze vroeg naar de precieze locatie probeerde ik die aan de hand van andere zaken te verklaren. Een in de buurt geplaatste snackbar, een groot landelijk warenhuis en… “oh,” zei ze begrijpend. “Daar zit ook een barbaar!”
Ik was op dat moment nog niet naar de kermis geweest, en toegegeven zou ik ook niet weten waar een barbaar moet wonen in Werkendam. Volgens mij was er geen barbaar meer in het dorp sinds mijn vorige buurvrouw uit haar huis was geplaatst! Maar Hanneke was gestuit op een valse vriend en gaf beschaamd toe: “Oh, jeetje, ik bedoel natuurlijk barbier!”