De tijd van nagelbijten was weer aangebroken. De keuring van mijn auto zat er weer aan te komen en ik wist dat er deze keer serieus onderhoud moest gebeuren. Het was al een paar weken dat ik een hevige trilling voelde wanneer ik de motor startte. Bovendien klonk er een vreemd gebonk op de raarste momenten. Schokbrekers volgens mijn vader.
Ik kon zelf ook niets anders verzinnen en toen ik mijn auto opgaf voor de keuring eind deze maand gaf ik dat ook door. Of ze daar even naar wilden kijken, en dan natuurlijk de Algemene Periodieke Keuring erbij. Dan zou mijn “slOpel” in elk geval een jaar langer mee kunnen gaan. Hoe wispelturig het lot is bleek echter nog diezelfde week, en om eerlijk te zijn afgelopen weekeinde…
Om moederdag te vieren besloot ik naar mijn moeder te gaan, zoals mensen doorgaans doen op moederdag. Met een marsepeinen hartje en chocolade stapte ik in de auto en merkte dat de brandstof bijna op was. Dus al trillend reed ik naar de dichtstbijzijnde pomp en gooide voor een aantal tientjes, benzine is duur, in de tank en stapte in. Daar werd ik iets gewaar wat ik tot nu toe niet had meegemaakt. De auto was stil.
Hij trilde niet meer en maakte ook geen overmatig geluid. Het was heerlijk toen ik gas gaf en het terrein van de Total verliet. En hoewel ik ervan genoot maakte het mij meer verbaasd en wantrouwig. Waarom? Waarom was mijn auto ineens veranderd van een Tarzan in een halve Tesla? Waren het misschien werkelijk de schokbrekers? Waren die dan misschien op zo’n manier terecht gekomen dat ze niet meer braken?
Niet alles was koek en ei, wanneer ik een hobbel nam hoorde ik wel gebonk en geschraap. Bovendien was de kracht uit de motor verdwenen, zo leek het. Mijn gedachten flitsten naar een schadegeval een aantal auto’s terug. Mijn Peugeot 406 was ook gaan trillen, maar in plaats daarvan was het trillen erger en erger geworden. Tot het moment dat de motor een onheilspellend brullend geluid maakte wanneer ik gas gaf.
Ik keek toen onder de auto en kwam erachter dat de uitlaat los zat en voor een deel helemaal weg was geroest. Een bruine pijp liep van voor naar achter en zwaaide heen en weer. En de auto klonk voor iemand van midden twintig heerlijk! Ik meldde dit ook aan de garage toen ik ze belde voor een reparatie: “hij maakt een geweldig geluid, maar dit is niet zoals het hoort!”
Hetzelfde was nu, maar omgekeerd. De auto was stil, maar ook dat was niet zoals het hoorde. Eenmaal aangekomen bij mijn moeder boog ik even onder de auto. Als er iets aan de hand was met de uitlaat zou ik die bruine pijp weer moeten zien zwengelen. Maar daar was nu, geen sprake van. Pas toen ik terugliep en van de achterkant keek zag ik dat de uitlaat inderdaad kaduuk was. De “knalpot” hing een paar centimeter boven het wegdek en het uitlaatje zelf zat vol gaten.
Dan maar de plannen omgooien. Ik mailde de garage dat ik de auto zou achterlaten en reed daarna heel voorzichtig naar de werkplaats in Sleeuwijk. Intussen intens luisterend naar alle geluidjes die mijn auto maakte. Die waren… interessant. Het gebrek aan een goede “broem” werd opgevangen door het bonken van de uitlaat op het wegdek en het schuren van de knalpot. Een kleine tweehonderd meter voor de garage begon de motor ploppende geluidjes te maken. Niet echt knallen, maar de auto zat niet ver van het geluid dat de auto van “Onslow” uit Schone Schijn maakte af.
Maar de auto bereikte de bestemming en de volgende dag belde ik de garage met de boodschap dat ik een auto bij ze te vondeling had gelegd.
Lang verhaal kort: een nieuwe uitlaat, nieuwe bandjes en een goedgekeurde APK verder mag ik de weg weer onveilig maken. Weer een jaar om mijn nagels terug te laten groeien...