Met de zomervakantie in zicht gaan bedrijven langzaamaan minder productie draaien, en scholen bereiden zich voor op weken dicht zijn. Ik vergeet dat eigenlijk altijd, het onvermijdelijke gevolg van kinderloos zijn. Maar door collega’s krijg ik toch wat mee van de hectiek die komt kijken bij de aankomende weken van vrijheid voor de kinderen. En voor collega’s met wat oudere kinderen zijn avonden ingeruimd om te kijken naar musicals.
Het is een van die dingen die ik wegstop in een donker hoekje van mijn herinneringen, maar door het te noemen weer terug komt als een sloopkogel. Voor kinderen in groep acht, die overgaan naar de middelbare, is het traditie dat ze een musical geven. En ik was mijn eigen musicalbijdrage eigenlijk vergeten. Of ik had het handig verdrongen. Tot het woord weer viel.
Ik zie mezelf daar nog staan. Een jongetje van twaalf dat het podium op moest en daar eigenlijk geen zin in had. Maar ja… het moest! Het was traditie, bovendien waren er tientallen andere kinderen al op het podium geweest, en sommige hadden daar zelfs gezongen. Gelukkig had ik geen zangnummer, maar toch. Om zomaar in het volle zicht te gaan staan zag ik niet zitten.
De musical die ik deed in groep acht heette Mirakel. Ik ben het verhaal over het grootste gedeelte vergeten, maar het ging, volgens mij, over een aantal leerlingen die terug de tijd in gestuurd werden om mysteries te ontrafelen. Zo kwamen ze de Batavieren tegen die de Rijn af kwamen drijven. Hadden ze een ontmoeting met Marilyn Monroe en moesten ze erachter komen wat de rechterhand van Napoleon nou altijd in zijn linkerbinnenzak deed.
Voor iemand die op de basisschool, en nu eigenlijk nog steeds, interesse had in geschiedenis was dit leuk om te doen. Al waren de onderwerpen natuurlijk niet serieus te nemen. De Batavieren zouden volgens de lezing in de musical onder het zingen van “een reisje langs de Rijn” in Nederland zijn aangekomen. En wat Marylin Monroe in het verhaal te zoeken had weet ik niet meer. Het had in elk geval niets te maken met een opwaaiende jurk, waardoor ze eigenlijk bekend is gebleven. Dat zou in het geval van kinderen van twaalf natuurlijk niet kies zijn.
Mijn moment van glorie op het podium had te maken met het gedeelte over Napoleon. Mijn beste vriendje van toen speelde Napoleon, die in gesprek met een van zijn generaals (Ney?) zei dat hij aan zijn “Waterloo” aanvoelde dat hij zijn laatste slag ging verliezen. Als bewijs daarvan springen twee Engelse soldaten tevoorschijn die hem belachelijk maken voor het verliezen van de slag bij Waterloo.
Een van die soldaten was ik. Gestoken in een kostuum van de lokale muziekvereniging omdat die enige overeenkomsten vertoonde met de uniformen van Britse soldaten van begin negentiende eeuw. Voor ik het podium op kwam had ik mezelf ingeprent dat het maar een spel was zodat ik niet zenuwachtig zou zijn of zou struikelen over woorden en eventuele ledematen. En, bovendien, dat ik moest doen alsof het publiek er niet zat. Terugkijkend heb ik nog steeds een wit scherm in mijn geheugen terwijl er toch echt publiek in de zaal moet hebben gezeten.
Het verhaal eiste uiteindelijk dat de betekenis van de rechterhand in de linkerborstzak van Napoleon duidelijk zou worden. Dat bleek het geheime wapen van de Franse keizer te zijn. Als vredesoffer haalt hij namelijk een zakje drop tevoorschijn, welke hij blijkbaar altijd in zijn hand heeft. Hij voert de drop aan de soldaten die hem net nog uit hebben staan lachen. Na het eten van de drop rennen die gillend weg waarna Napoleon verklaart de drop met sambal te hebben aangelengd.
Ik heb de rol van Engelse soldaat minstens vijf keer gespeeld. Voor alle leerlingen van de school. Voor bekenden die kaartjes moesten kopen en uiteraard voor de ouders. Ik was blij toen ik het pak voor het laatst uittrok en kon beginnen aan de afsluitende barbecue van de basisschool. Een twaalfjarige op weg naar de middelbare. Een twaalfjarige die blij was dat hij zijn beschamende rol niet meer hoefde te spelen. En een twaalfjarige die nog een toekomst voor zich had en nu eenentwintig jaar later terugkijkt om erover te schrijven.