Hoe ouder je bent hoe duidelijker wordt dat je jeugd voorbij is. Nu mag ik dat na mijn dertigste natuurlijk wel zeggen. Maar hoe losgezongen ik was van vroeger bleek van de week toen ik bij het rommelen in een kast mijn oude agenda weer vond. Ik sloeg deze open op de huidige datum zestien jaar geleden en zag, tot mijn stomme verbazing, dat ik niets had! Toen.
Na enig onderzoek bleek waarom er geen huiswerk gepland stond. Ik had mijn examens gehad. De examenweek werd in mijn oude agenda met grote letters aangegeven en verder minimalistische punten. Hoe laat ik waar moest zijn voor een bepaald examen en mijn leerlingnummer.
Achteraf bezien heb ik mijn eindtoets niet echt serieus genomen. Aanvankelijk leken de sterren goed te staan. Ik had mijn verslavende PlayStation opgeborgen zodat ik die niet aan zou raken. Had een studierooster opgesteld en was in feite klaar voor weken aaneen blokken en oprakelen wat ik de afgelopen jaren geleerd had moeten hebben. Na de eerste twee uur waren al mijn goede voornemens verdwenen. Bij gebrek aan PlayStation ging ik in de weer met mijn computer en heb de rest van de weken geen boek meer aangeraakt.
Dit is een spiegeling van de citotoets, de eindtoets van de basisschool, vijf jaar eerder. Nu is voor die toets niet te leren. Maar ik was ook een van de weinige leerlingen van mijn klas die niet op de hoogte was van het begin van de toets. Ik kwam op een dag de klas binnen, zag de antwoordvellen liggen en concludeerde dat dit dan de dag was.
Ook die toets had ik, redelijk, doorstaan. Ik besloot dat mijn examen dus ook geen groot obstakel moest zijn. Per slot van rekening had ik voor mijn laatste jaar redelijke cijfers en alle kennis voor de examens wist ik al… of zou ik moeten weten. Zodoende stapte waarschijnlijk de meest kalme en overmoedige examenkandidaat de tot examenzaal omgebouwde gymzaal binnen.
Ik deed het redelijk, al zeg ik het zelf. Er was maar een examen waar ik me werkelijk zorgen over maakte, en dat was het laatste. Ik had als opvulvak voor het laatste jaar scheikunde genomen. En als ik ergens geen aanleg voor had dan was het wel scheikunde. Het ging al fout bij de afkortingen van elementen die ik uit mijn hoofd had moeten leren. Een enkeling kende ik nog wel, en sommige weet ik ook nu nog. Maar dat was niet het grootste euvel want dit was gewoon op te zoeken in het hulpboekje.
Het probleem was de toepasbaarheid van de formulering. Met het praktijkgedeelte had ik weinig moeite gehad. Wellicht omdat het uitvoeren van een experiment meer zicht geeft op de situatie. Of misschien schuilt er een alchemist in me. Maar dit was een papieren examen waar ik aan de hand van de afkortingen en berekeningen uitkomsten moest geven van proeven zonder ze te doen! En uiteraard had ik deze materie niet nog een keer doorgelezen of uitgeplozen, want waarom zou ik ook!
Na de examens volgden een paar weken van vervroegde vakantie, en oplopende spanning. Op de dag dat de uitslag bekend zou worden gemaakt was de regel dat wie NIET slaagde, gebeld zou worden voor overleg. Wie niet werd gebeld werd aan het einde van de middag op school verwacht. Ik heb begrepen dat dit tegenwoordig anders gaat want het waren de meest zenuwslopende uren van mijn leven. Uiteraard werd er gebeld.
Door mensen die vroegen of ik al iets gehoord had! Die kregen de wind van voren terwijl ik probeerde te herstellen van mijn hartaanval. Toen de wachttijd erop zat ging de laatste weg naar school om de eindcijfers in ontvangst te nemen. De gok had, redelijk, uitgepakt. Zelfs scheikunde was een magere voldoende. Later hoorde ik van de leraar dat dit op tienden van punten beslist was.
Hieraan moest ik niet alleen denken toen ik mijn oude agenda opende. Maar ook toen ik van de week naar mijn auto liep en vlaggen zag hangen met tassen eraan. De Nederlandse traditie om aan te geven dat de examens met succes zijn afgerond. Meteen daarna kwam ook de herinnering dat nadat ik de vlag weer binnen had gehaald mijn tas werd ingepikt door een van mijn broertjes.
Aan iedereen die geslaagd is: gefeliciteerd! En let vooral goed op je tas!