In deze tijd blijkt hoe belangrijk frontjournalisten zijn. Mannen, en soms vrouwen, die niet wegvluchten van de strijd maar juist naar de gevechten toegaan om uit de eerste hand verslag te doen. In deze optiek kan ik respect opbrengen voor Jeroen Akkermans die voor RTL zijn veilige haven in Berlijn verlaten heeft en nu langs de uiterste frontlinie in Oekraïne zwerft. Meer respect zelfs als je bedenkt dat hij jaren terug aan de dood ontsnapt is. Hij schrijft er zelf regelmatig over in zijn columns op de site van RTL-Nieuws. Hij beschrijft hoe hij in de Georgische stad Gori was. Geen troepen in de buurt van wie ook toen ineens Russische clustermunitie het plein trof waar hij en zijn cameraman waren.
Clustermunitie is verboden, laat staan het gebruik op ontruimde gebieden of burgerdoelen. Jeroen Akkermans kan het gebeuren navertellen. Zijn cameraman, Stan Storimans niet meer. Hij stierf terwijl hij zijn werk uitoefende en verslag deed van het front. Dit geeft aan hoe een bom omgaat met zijn omgeving. Eigenlijk een heel democratisch wapen. Wie verkeerd staat gaat dood of raakt gewond. En het is verschrikkelijk. Daarom, nogmaals respect voor oorlogsjournalisten die de grenzen van de veiligheid opzoeken om ons de wereld voorbij de Facebook en tiktokfilmpjes te laten zien.
Persoonlijk zou ik het niet doen. Toen er begin vorig jaar geruchten waren dat in Zaltbommel zogenaamde avondklokrellen zouden uitbreken werd geopperd daar te gaan filmen. Maar na het zien van de gevechten in Tilburg, Eindhoven en Rotterdam waar ook cameramensen niet werden gespaard voelde ik me daar niet toe genegen. Een stuk veiliger vond ik het om verslag te doen van de gemeenteraadsverkiezingen. Stemmers en lijsttrekkers zijn een stuk minder agressief. Maar dat maakte het nog niet makkelijker.
Ik schreef vorige week al dat het een flink kilometervreetfestijn was. Aan het begin van de avond meldden ik en mijn vader ons bij een letterlijke stembus. Een oude Engelse bus die was ingezet als stembureau voor Zaltbommel. Hier ging het vrij makkelijk, na onze bekendmaking kregen we een kort interview met een van de leden van het bureau en schoten we een paar beelden. De aanwezige leden van het bureau waren cameraschuw maar wel enthousiast.
Dat enthousiasme was aanstekelijk en ik kreeg een goed gevoel over de avond. Als dit al zo snel ging… nu heeft ervaring mij geleerd dat een vroeg goed gevoel nooit betekent dat het goed zal gaan. En dat bleek nu ook. We spoedden ons naar Kerkdriel om het stembureau in het gemeentehuis te bezoeken. Daar wilden we eenzelfde kort statement. Heel simpel: was het druk? Hoe was de sfeer en wisten ze misschien iets van andere stembureaus?
Maar in het gemeentehuis liepen we tegen een muur van onwil aan. Ze konden die informatie niet geven. Of ze wilden het niet. Er zou iemand worden geregeld die het zou geven. Ik zou zelf de informatie krijgen. De minuten verstreken en behalve dat ik hongerig begon te worden begon ik me ook af te vragen of we nog voor het sluiten van de stembussen, in welke vorm dan ook, een verklaring zouden krijgen. We hoefden niet veel, geen cijfers, niets officieels. Was het druk? Wat was de verwachting? Wisten ze meer van andere stembureaus? Gewoon vragen die iemand willekeurig uit de mouw zou schudden.
Na een half uur nog altijd geen antwoord. Wel drie ambtenaren verder. En toen kwam het antwoord dat mijn avond verpestte: “jullie overvallen ons hier wel mee!”
Pardon? Ik ben toch geen Rus in de Donbas? Ik wil een antwoord. En hoezo overvallen? Hadden ze niet verwacht dat er media-aandacht zou zijn voor verkiezingen? Hadden ze dat niet aan kunnen zien komen? We waren toch niet bij een braderie en breiclub? En we stelden geen lastige vragen. We wilden enkel, op camera hoe de sfeer was. Niets meer niets minder!
Op gegeven moment begonnen ze onze aanwezigheid ergerlijk te vinden en werd gevraagd of we naar buiten wilden gaan. Vandaar dat ik in het pikkedonker zelf maar een kort statement opnam. De lucht was extra donker door de saharastof die diezelfde nacht nog neer zou dalen en de lantaarns waren nog niet aan. Ik slikte mijn ergernis in en liet tijdens mijn statement achterwege waarom we niemand te spreken hadden gekregen.
“Jullie overvallen ons hier wel mee.” De rest van de avond heb ik het zinnetje meerdere keren nijdig voor me heen gemompeld. Het valt te hopen dat er in Kerkdriel geen oorlog uitbreekt. Als ze een cameraman en één tot drie simpele vragen rond de verkiezingen al een onmogelijke taak vinden hoe zouden ze dan reageren op Russische clustermunitie of Jeroen Akkermans.