“Bij het voorbereiden voor de strijd heb ik altijd gemeend dat plannen nutteloos zijn, maar planning is onmisbaar.”
Deze quote van de Amerikaanse generaal tijdens de tweede wereldoorlog en latere president, Dwight D. Eisenhower lijkt een paradox van zichzelf. Maar ik kom er op sommige momenten achter dat er een waarheid in schuilt. Zo ook vorige week.
Al enige tijd, enkele jaren, wierp ik begerige blikken op mijn eigen logeerkamer. De bovenverdieping van mijn huis heeft behalve mijn slaapkamer ook nog een kantoor en logeerkamer. Die laatste kamer heeft uiteraard een logeerbed, maar is bovenal een rommelhok of grote kledingkast. Eens in de zoveel tijd viel ik de rommel in de kamer aan.
Die rommel was vooral te wijten aan bonnetjes van kledingaankopen en labels van diezelfde kleding. Wanneer ik een paar nieuwe sokken nodig heb trek ik het pakje uiteen en vertrouwde de verpakking toe aan de grillen der zwaartekracht. De rest van de rotzooi bestond uit sokken die maar één helft van een paar zijn of shirts en broeken die ik niet meer paste. Maar ook rommel die gewoon naar binnen gegooid was.
Tijdens die spaarzame momenten van opruimwoede legde ik de kleding op een rijtje, gooide de bonnetjes weg en probeerde orde te scheppen in de chaos. Verder had ik niets op de kamer te zoeken, behalve af en toe logeren in mijn eigen huis. Omdat er toch nooit iemand in het bed bleef slapen was het al jaren niet meer opgemaakt en had het een knusse stofgeur.
Maar de reden dat ik de kamerverdeling kritisch onder de loep begon te nemen was te wijten aan de grootte van de kamers. Mijn kantoor was namelijk, op de badkamer na, de kleinste ruimte. In die ruimte stonden op sommige dagen drie computers te ronken die elk een scherm, muis en toetsenbord nodig hebben. Met daarbij een ratelende printer en gewoonweg rommel die zich opbouwt in een ruimte waar geleefd wordt groeide het kantoor uit zijn voegen.
De wens om de logeerkamer en kantoor te wisselen bestond al lang. Maar het stuitte op enkele bezwaren. De vraag was namelijk of de kleinste kamer wel het bed zou kunnen bergen. En of ik zelf wel enthousiast was om de ruimte die al tien jaar mijn kantoor was te verruilen voor een nieuw onderkomen.
De wens werd noodzaak toen een lang gehoopte wens in vervulling ging; een nieuwe monitor voor mijn "werkcomputer". Wat bleek: de monitor was te groot, en het kantoor te klein! De knoop moest uiteindelijk worden doorgehakt. En zo geschiedde. Ik bereidde uiteindelijk een operatie voor die mijn werkplek en loze kamer moest omwisselen.
Nu ben ik goed in plannen maken, maar minder competent in het volgen daarvan. Zo had ik voor het verbouwen van mijn tuin afgelopen september twee weken uitgetrokken. Als ik elke dag een uur of drie, of vier, zou werken dan zou mijn tuin tiptop in orde zijn. Ik haalde scheppen in huis, een kruiwagen en legde een zeil neer waar ik de grond op kon storten.
Na iets minder dan drie kwartier (inclusief pauze), de eerste dag, besloot ik dat mijn werkzaamheden wel voldoende waren. Met als gevolg dat ik nu met een half afgegraven bloemperk en een heuvel aarde op een zeiltje opgescheept zit. Het was dus een beetje mijn angst om te eindigen met een half gevuld kantoor. Vooral omdat een normale wissel niet mogelijk is. Het is niet mogelijk om van de ene kamer zomaar iets over te brengen naar de andere, daarvoor moet die laatste kamer leeg zijn.
Het plan was dus om al om negen uur op zaterdag te beginnen met de verhuizing en zo de hele dag door te buffelen. Eerst het kantoor leegwerken en overplaatsen naar de slaapkamer. Daarna de logeerkamer weer naar het oude kantoor en de spullen van kantoor naar de oude logeerkamer. En ik besloot dit met de volledige zelfkennis dat ik om half tien in het weekend zelden wakker ben, laat staan mijn bed uit!
Het gevolg was dat, ondanks het zetten van wekkers, de eerste spullen rond het middaguur werden verplaatst. Maar al met al viel het mee. Na een uur of vijf had ik de gamecomputer werkende op zijn nieuwe plek, had ik geconcludeerd dat het logeerbed niet paste en ging ik naar een bekende winkel met prullaria om daar prullaria te kopen.
Het scherm voor de werkcomputer is nog niet in gebruik. Maar je moet natuurlijk niet te veel verwachten in één dag.